Advertentie
De Noordzee, een veel te koude zomernacht. De wind is aangetrokken tot een respectabele 25 knopen terwijl er toch echt minder voorspeld was. De plotter geeft aan dat jullie precies haaks voor de eerste shipping lane liggen. Om deze over te steken is het noodzakelijk de schepen die er doorheen varen verdomd goed in de gaten te houden. Dankzij de moderne techniek die je net in jullie schip hebt aangesloten, weet je precies waar jullie je bevinden. Toch zou het nog een groot verschil maken als je ook zou weten waar de rest precies vaart. Of, nog beter: dat de andere schepen kunnen zien waar jullie eigenlijk uithangen.
Tekst: Jan Niemeijer
Dit artikel verscheen eerder in onze najaarsspecial van 2021. Benieuwd naar de rest van de special? Deze vind je als abonnee terug in je mailbox d.d. 29 september 2021.
Nog geen abonnee? Download de special dan hier.
Zien en gezien worden
AIS heeft zich de laatste jaren wel bewezen in zowel de beroeps als de pleziervaart. Weten dat je precies kan zien hoe andere schepen er ten opzichte van jou voor liggen, kan zorgen voor een boel rust aan boord. Maar hoe zorgt een AIS er nu eigenlijk voor dat de juiste gegevens bij de juiste apparatuur terecht komen, en wat zijn de verschillen?
Een korte introductie AIS staat voor Automatic Identification System. Stel je hierbij een soort marifoon voor die een voorgeprogrammeerd bericht, met daarin zowel scheepsgegevens als positie-informatie, op twee kanalen uitzendt. Vanwege de grote hoeveelheid schepen die AIS gebruiken, kan het zenden van die informatie zorgen voor een slechte communicatie. Om dit in goede banen te kunnen leiden, maakt het systeem gebruik van een zogenaamde ‘slotmap’. Deze map bestaat uit 2250 slots per kanaal waarin een AIS zijn bericht kan versturen.
Op dit moment zijn er twee frequentiekanalen beschikbaar, die net iets boven de reguliere marifoonkanalen liggen (161.975 en 162.025MHz). Bij elkaar opgeteld zorgt dit voor 4500 timeslots die geschikt zijn voor AIS-informatie. Elke AIS zal een van deze slots gebruiken om zijn informatie uit te zenden en zal in sommige gevallen zelfs het volgende slotje al kunnen reserveren. Hoe vaak de AIS via een slot wil uitzenden, wordt bepaald door de navigatiegegevens die worden berekend door de GPS-antenne. Elk informatiepakketje dat wordt verzonden, bestaat zowel uit statische als dynamische informatie, bijvoorbeeld: Scheepsnaam, MMSI, callsign, afmetingen en scheepstype (statisch) en snelheid, koers en positie (dynamisch).
Verschillen
Zoekende in AIS-land is het soms moeilijk om er wijs uit te worden, en terecht. Er bestaan namelijk verschillende soort AIS-systemen die allemaal weer een eigen toepassing kennen. Een kort overzicht:
– Klasse A:
Heeft als doel om ‘realtime’ informatie van een schip zo accuraat mogelijk te verzenden, Hiervoor maakt het uitgebreid gebruik van de slotmap: het benut een slot en reserveert meteen het volgende voor de volgende uitzending. Schepen varend onder SOLAS varen met een Klasse A transponder. Inland Klasse A is bedoeld voor beroepsschepen op binnenwateren en pleziervaartuigen langer dan 20 meter. Een Klasse A AIS mag alleen worden geïnstalleerd door een
gecertificeerd bedrijf. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat de benodigde AIS-VHF en GPS-antennes geplaatst moeten worden onder bepaalde regelgeving.
– Klasse B:
Is in het leven geroepen om ook de pleziervaart zichtbaar te maken. Wanneer er een B transponder aan boord van het schip is zal er ook gebruik gemaakt worden van de slotmap. Waar de Klasse A ook een slotje kan reserveren voor een volgende uitzending, kan een Klasse B alleen gebruik maken van de slotjes die overblijven. De verzonden berichten kunnen op deze manier minder realtime overkomen dan bij een transponder die zeker is van zijn uitzending. Het kan zelfs voorkomen dat er helemaal geen tijdslot beschikbaar is. Op locaties met veel beroepsscheepvaart (en dus
veel Klasse A transponders), zoals bijvoorbeeld de Maasmond, kan het dan voorkomen dat een jacht weliswaar probeert uit te zenden maar weggedrukt wordt en dan moet wachten op zijn beurt tot er weer een slot beschikbaar is. Dit houdt dus in dat je niet zeker bent van je uitzending in een gebied waar je dat juist wel wilt hebben. Ga er in dit soort situaties dan ook no oit van uit dat andere schepen of walstations exact weten waar je bent, maar trek je eigen conclusies.
– Klasse B SODTMA
Vanwege bovenstaande verhaal, is enkele jaren geleden de Klasse B SODTMA of B+ variant uitgebracht die zich eigenlijk tussen een Klasse A en Klasse B transponder in bevindt. SODTMA staat voor Self-Organized Time Divison Multiple Acces en is de reden dat A-transponders zo precies met elkaar kunnen samenwerken. Kort door de bocht overleggen de AIS-systemen dankzij SODTMA onderling met elkaar, waardoor de timeslots goed benut worden. Een B+ transponder benut deze communicatie, waardoor het dus ook recht claimt op een tijdslot. Daarnaast zal het ook een slot benutten wanneer deze voorbij komt, wat dus resulteert in een duidelijk beeld van de scheepsbewegingen.
Keuze en Installatie
Wanneer je graag een eigen AIS-installatie wilt aanleggen, zijn er uiteraard een paar punten om over na te denken. Om dit verhaal zo overzichtelijk mogelijk te maken, stel ik voor het vanaf hier alleen te hebben over klasse B installaties, ook omdat hier meer variaties in te vinden zijn. Allereerst zal je jezelf af moeten vragen: wil je alleen ontvangen of ook uitzenden? Een AIS receiver kan logischerwijs alleen maar berichten ontvangen. Hierbij schakelt de ontvanger zelf tussen de twee frequenties om te kijken of er iets te ontvangen valt. Met een goede antenneverbinding pik je zo de schepen in de omgeving op die een AIS-signaal uitzenden. Een transponder zorgt voor de zichtbaarheid van het eigen schip en ontvangt daarnaast ook de signalen om je heen. Het zendt de eerdergenoemde dynamische en statische informatie uit naar stations die dit willen ontvangen. Beide systemen kunnen op verschillende manieren gekoppeld worden aan een display. De kaartplotter wordt hier veelvuldig voor toegepast, maar weergave van ontvangen schepen op tablet of laptop is ook mogelijk.
Antenne
Bij een AIS-installatie zijn er verschillende antennes nodig om bijvoorbeeld de berichten te ontvangen of verzenden. Vaak kan voor de communicatie gebruik gemaakt worden van dezelfde VHFantenne, kabels en pluggen die je ook gebruikt voor de installatie van een marifoon. De meeste jachten zijn inmiddels voorzien van een VHFinstallatie met een antenne boven op de mast of in ieder geval op het hoogste punt van het schip. Komt hier echter een antenne voor AIS bij in de buurt, zo tussen de 60 cm en 1 meter, dan groeit de kans op storing. Dit kan een probleem opleveren, aangezien het bereik van de AIS bepaald wordt door de plaatsing van de antenne. Logisch dus dat je deze ook op een plek wilt hebben waar het bereik optimaal is.
Om dit, ook op kleinere schepen, mogelijk te maken zijn er een paar opties. Plaats de antenne op het achterschip. Bij veel jachten is de hekstoel hiervoor geschikt. Heeft jouw schip een radar of GPS-paal achterop staan, helemaal goed! Wanneer je hier een antenne monteert, is het bereik natuurlijk niet vergelijkbaar met een antenne in de mast. Toch zal de ontvangstrange rond een acceptabele 5 mijl of daarboven kunnen liggen, wat voor veel schepen in en rondom Nederland voor voldoende reactietijd kan zorgen. Daarnaast voorziet het je meteen van een marifoonantenne in geval van nood.
Wil je toch een groter bereik, dan is de antennesplitter een goede optie. Dit is een klein kastje, vaak vergelijkbaar met een AIS, waarop je de bestaande VHF-antenne aansluit. AIStransponders met ingebouwde AIS-splitter zijn ook verkrijgbaar. De splitter zal vervolgens het antennesignaal verdelen over de marifoon en AIS. Wanneer de marifoon een bericht ontvangt of uitzendt, wordt hier dan rekening mee gehouden.
GPS
Elke AIS moet voorzien zijn van een eigen GPS-antenne. Of deze is ingebouwd of extern geplaatst moet worden, is afhankelijk van het type AIS en het materiaal waar het schip van is gebouwd. Ook wanneer er al meerdere GPS-antennes aan boord aanwezig zijn, is het toch noodzakelijk dat in dit geval een eigen antenne wordt toegepast. Naast het verzamelen van de dynamische gegevens, zoals snelheid, positie en koers, worden de GPS’en namelijk ook gebruikt om de tijd met alle andere schepen gelijk te trekken. Dit zorgt voor een goed werkende communicatie tussen alle AIS-systemen die zich in elkaars bereik bevinden. Koppelen Als je toch AIS-informatie aan het ontvangen bent, is het wel zo handig om dit ook ergens te kunnen zien. De wijze waarop de AIS te koppelen is met een bepaald scherm, is afhankelijk van het type en de prijs.
Standaard hebben de meeste AIS-transponders een NMEA 0183- en NMEA 2000-connectie. Hiermee is een koppeling met een kaartplotter of laptop relatief eenvoudig te maken. Navigeer je liever op een tablet of telefoon, dan zijn er modellen die zijn uitgerust met een ingebouwd wifi-signaal. Ook het NMEA-signaal converteren naar wifi is tegenwoordig een van de opties. Een ruime keus dus.
Programmeren en certificaten
Een AIS kan alleen uitzenden wanneer de dynamische en statische informatie aan alle voorwaarden voldoen. De statische informatie moet hiervoor in de AIS worden geprogrammeerd. Dit kun je zelf (echt waar) of laat het de AIS dealer doen. Let hierbij wel op dat, eenmaal geprogrammeerd, niet alle gegevens zomaar veranderd kunnen worden. Data die je zelf in kunt programmeren, zijn onder andere de scheepsnaam, roepnaam, het MMSI-nummer, scheepstype en de afmetingen. Het is interessant om nog even bij het MMSI-nummer stil te staan. Over het algemeen kun je, zonder Marcom A-, B- of SRC-certificaat, geen MMSI-nummer aanvragen bij het Agentschap Telecom (AT). Dit nummer wordt ook gebruikt in marifooninstallaties die zich niet op de binnenwateren begeven en vraagt daarom om een uitgebreider bedieningscertificaat. Voor AIS is hier gelukkig een uitzondering op bedacht. Omdat jijzelf geen invloed kan uitoefenen op de werking van de AIS, kun je hiervoor een MMSI-nummer aanvragen bij het AT. Hier heb je wel minimaal het Basiscertificaat Marifonie voor nodig. Het is natuurlijk niet toegestaan dat je dit MMSI-nummer ook nog even in je marifoon programmeert.
Wil ik wel zichtbaar zijn?
Hoewel AIS de laatste jaren een meerwaarde op het water is gebleken, zijn er ook enkele nadelen aan te verbinden. Leidt het ons, jachteigenaren, bijvoorbeeld niet teveel af van de werkelijkheid om ons heen? Zeker in gebieden rond om Nederland is het bijna niet meer voor te stellen dat er schepen rond varen zonder AIS. Toch zijn er nog legio boten
die de investering niet zijn aan gegaan en vertrouwen op eigen vaar-ervaring. De keuze of AIS wel of geen toegevoegde waarde voor je is ligt gelukkig helemaal bij jezelf. Voor plezierjachten geldt er geen AIS verplichting en dat maakt het allemaal wat flexibel. Wanneer je bijvoorbeeld helemaal niet (digitaal) zichtbaar wilt zijn voorzien de meeste B-transponders in een ‘silent switch’. Druk op deze knop en je bent onzichtbaar voor ontvangers om je heen. Zelf ontvangen gaat dan gelukkig gewoon door.
En radar dan?
Dit is een discussie die zich al ontwikkeld sinds de eerste AIS zicht op de markt begaf. Een conclusie is er dan ook niet uit te trekken. Ook hier bepaald ieder voor zichzelf welke informatie belangrijk is en hoe die informatie aan boord wordt gehaald. Uiteraard zijn er wel duidelijke verschillen tussen een radar en AIS installatie te bedenken. Niet elke boot vaart immers rond met een AIS wat de zichtbaarheid hiervan dus beperkt. Een radar is een instrument wat je moet leren lezen op jouw scherm maar geeft wel een primair beeld van je omgeving. Zo is geen enkele rots voor de kust van Bretagne uitgerust met een AIS transponder maar is de kans dat je hem met een radar oppikt best aanzienlijk.
Daar tegenover staat dat een slecht ingestelde radar zelfs schepen over het hoofd kan zien, waar de AIS weer minder moeite mee zal hebben. Kort gezegd zou de combinatie tussen een radar en AIS-transponder als ideaal kunnen worden gezien. Helemaal wanneer deze 2 informatiebronnen als ‘overlay’ op een navigatie scherm kunnen worden weergeven.
Geen vervanger
Kies je voor een AIS systeem, dan is het goed om te beseffen dat het vooral informatie toevoegt aan de al bestaande instrumenten. AIS is geen vervanger van de uitkijk aan boord maar geeft nog meer inzicht en informatie over de situatie om je heen. Hiermee voorzie je jezelf vooral van meer tijd om je volgende manoeuvre voor te bereiden. Er bestaat niet bepaald een criterium wanneer een AIS systeem wel of niet geschikt voor je schip of vaargebied is. Zowel op schepen die worden uitgerust voor wereldreizen als dag zeilers op de Gouwzee zijn AIS systemen steeds vaker terug te vinden. Vindt jijzelf het dus prettig om je omgeving duidelijk zichtbaar op een display te hebben dan is dit een redelijk betaalbare toevoeging aan de inventaris lijst.
AIS-Tips
- Gebruik het, vaak meegeleverde, programma ProAis2 om je eigen transponder te programmeren. Daarnaast geeft dit stukje software ook een overzichtelijk beeld in het functioneren van je AIS systeem. Zo kan je onder andere zien of alle parameters, nodig voor de juiste werking, wel kloppen.
- Wanneer je navigeert op een laptop of pc, gebruik dan niet de standaard meegeleverde USB-plug. Deze is niet altijd ‘galvanisch’ gescheiden waardoor er schade aan je computer kan ontstaan. Voor deze setup zijn er bijvoorbeeld NMEA0183 naar USB-convertors te verkrijgen.
- Websites zoals Vesselfinder en Marinetraffic zijn heel leuk om AIS verkeer over de hele wereld mee in de gaten te houden. Reken alleen niet te veel op een precieze werking. Een AIS werkt alleen via een VHF signaal en heeft geen direct contact met het internet. Is je eigen schip niet zichtbaar via deze website? Vraag dan aan iemand in de buurt of zij je wel zien. Er kan behoorlijk wat vertraging ontstaan wanneer de VHF informatie wordt geüpload naar de website.
- Vergeet, varend op de AIS, niet om af en toe om je heen te kijken. Dat uitzicht is toch een beetje waar je het allemaal voor doet.
Lees meer zoals dit:
Vond je dit mooi? Deel dit verhaal dan met je vrienden:
1 reactie
Laat een reactie achter
Schrijf je in op de nieuwsbrief
Uitgelicht:
Nieuw in Aan boord:
1 reactie
-
In tegenstelling tot wat er in dit artikel wordt beweerd, mag een Class A AIS transponder wel degelijk zelf worden geinstalleerd. Men moet alleen de juiste informatie goed inprogrammeren, en alles installeren zoals de frabrikant dat voorschrijft in hun handleiding.
Op de binnenwateren moet de AIS in Inland ERI-mode worden gezet, op zee mag ie ook in de SOLAS Mode uitzenden.
Een Class B AIS staat altijd in SOLAS zeevaart modus, en kent geen Inland ERI-Modus.
Daarom moeten grote schepen altijd een Class A AIS-transponder plaatsen, een Class B mag daar niet.
Voor de beroepsvaart is een inbouwkeuring verplicht bij elke CvO-keuring. Voor CvO-plichtige pleziervaartuigen nog niet, maar na 31-12-2022 moeten die schepen ook elke 7 jaren een AIS keuring laten doen door een door IL&T gecertificeerde keurder.
De afkorting was ook onjuist: het moet zijn: SOTDMA en niet SODTMA.
Groeten van de LVBHB WerkGroep ICT, ProjectGroep AIS+ECDIS.
In tegenstelling tot wat er in dit artikel wordt beweerd, mag een Class A AIS transponder wel degelijk zelf worden geinstalleerd. Men moet alleen de juiste informatie goed inprogrammeren, en alles installeren zoals de frabrikant dat voorschrijft in hun handleiding.
Op de binnenwateren moet de AIS in Inland ERI-mode worden gezet, op zee mag ie ook in de SOLAS Mode uitzenden.
Een Class B AIS staat altijd in SOLAS zeevaart modus, en kent geen Inland ERI-Modus.
Daarom moeten grote schepen altijd een Class A AIS-transponder plaatsen, een Class B mag daar niet.
Voor de beroepsvaart is een inbouwkeuring verplicht bij elke CvO-keuring. Voor CvO-plichtige pleziervaartuigen nog niet, maar na 31-12-2022 moeten die schepen ook elke 7 jaren een AIS keuring laten doen door een door IL&T gecertificeerde keurder.
De afkorting was ook onjuist: het moet zijn: SOTDMA en niet SODTMA.
Groeten van de LVBHB WerkGroep ICT, ProjectGroep AIS+ECDIS.