Advertentie
Wie zijn die mannen die onze houten ronde en platbodems bouwen, onderhouden, repareren en restaureren? Waarom zijn ze ‘houtenbotenbouwers’ geworden en gebleven? Op welke manier zijn ze met houten schepen bezig en hoe is het om een werf draaiende te houden? Allemaal vragen waar ik wel eens antwoorden op wilde hebben en dus ging ik langs bij deze botenbouwers.
Schuren en lakken
Ik was 11 jaar toen mijn ouders in 1978 een houten kajuitschouw van Van der Meulen kochten. Een prachtig schip waar ik mijn hele jeugd bijna elk weekend tussen 30 april en 1 oktober op doorgebracht heb. Ook alle zomervakanties voeren we weken door Friesland en de kop van Overijssel. Aan boord van de kajuitschouw Vrouwe Rixt ben ik besmet geraakt met het zeilvirus.
Houten boten hebben de naam onderhoudsintensief te zijn, maar dat valt reuze mee. De Vrouwe Rixt lag in een schiphuis bij jachtwerf Van der Meulen in Sneek. Houten rond- en platbodems hebben bijna altijd een eenvoudig strijkbare mast en een schiphuis is een ideale plek om je houten boot in goede staat te houden. Mijn vader Rienk Smit schuurde en lakte de boot om het jaar en was daar ruim een week mee bezig. Meer onderhoud heeft een houten boot vaak niet nodig.
We lagen bij de werf en ik liep vaak door de loodsen en zag hoe werfbaas Johannes van de Meulen met zoon Henk en medewerker Henry van de Wal nieuwe schepen bouwden en oude schepen restaureerden. Weerbarstige eikenhouten planken lijken voor botenbouwers wel vloeibaar. Met behulp van wat vuur en water branden ze gangen rond en met het grootste gemak zetten ze deze vast op de spanten. Ik kreeg steeds meer bewondering voor hun vakmanschap.
Knap
In het jaar dat mijn ouders de kajuitschouw kochten, lieten vrienden van hen een vissermanschouw bouwen bij Roelof van der Werff in Workum. We mochten bij de tewaterlating aanwezig zijn en daar zag ik voor het eerst werfbaas Roelof. In mijn ogen een grote man, ik was zelf nog maar een jongetje. Ik hoorde een aantal mensen gewichtig praten over hoe knap hij deze vissermanschouw in elkaar had gezet.
Elk jaar zijn er verschillende evenementen waar eigenaren van rond- en platbodems met hun schip aan kunnen deelnemen. Eén daarvan is de Regionale Friese Reünie in Heeg. Mijn vader werd een paar jaar na de aankoop van de schouw voorzitter van dit comité en zelf was ik inmiddels zeilinstructeur geworden op tjotterzeilschool It Beaken in Heeg. Mijn vader kende heel veel mensen uit de wereld van rond- en plat en ook een aantal botenbouwers. Via hem kwam ik daar ook mee in contact. Zo leerde ik Pier Piersma kennen, de botenbouwer in Heeg. Zijn ouders hadden de zeilschool It Beaken opgericht in 1946 en geleid tot 1977. Dat ik nu in de tjotters actief was, maakte het contact makkelijker.
Groeiende bewondering
Tientallen jaren gaan voorbij. We hebben zelf een paar houten platbodems gehad waar we met onze twee meiden vele vakanties op hebben doorgebracht. De liefde voor houten schepen bleef en mijn bewondering voor het vakmanschap van botenbouwer groeide mee. Wie zijn die mannen die houten schepen bouwen en restaureren? Waarom doen ze wat ze doen? Die vragen -en meer- lieten me niet meer los. Ik wilde daar wel eens antwoorden op hebben. Ik was benieuwd naar de verhalen van deze vakmensen en ik wilde deze verhalen die vastleggen. Ik besloot een boek te maken over werfbazen.
In 2020 had ik eindelijk de mogelijkheid bij tien van hen langs te gaan om hun verhalen op te tekenen. Op afstand vanwege het rondwarende coronavirus, maar de gesprekken waren daardoor niet minder intens. Het idee was om me te beperken tot de Friese werfbazen, maar een samenwerkingsverband tussen een aantal bouwers voerde me naar Giethoorn. Wanneer ik me dan toch niet zou beperken tot Friezen, dan wilde ik ook de bouwer van de mooiste houten kotters uit Noord-Holland opnemen in het boek. Tien werfbazen deden openhartig uit de doeken waarom ze doen wat ze doen. Tien zeer verschillende levensverhalen kreeg ik te horen van tien uitgesproken karakters over soms dezelfde schepen.
Stamboek
Een aantal bouwers vertelde me dat ze veel te danken hebben aan het Stamboek Stichting Ronde en Platbodemjachten (SSRP). De oprichters van de SSRP (1955) hebben ervoor gezorgd dat het houten traditionele schip weer in de belangstelling kwam halverwege de vorige eeuw. Op enig moment waren er meer mensen die een boot wilden, dan dat er schepen waren. Zo waren de botenbouwers niet alleen nodig voor reparaties en restauraties, maar kregen ze ook de mogelijkheid de vloot uit te breiden met nieuwe schepen. Jan Brilleman heeft de oprichters van de SSRP zelf nog gekend en hij vertelt over de waarde van de SSRP in de beginjaren. Maar wat doet de SSRP 65 jaar later nog voor botenbouwers? De huidige voorzitter Ineke Verkaaik-Hogervorst geeft antwoord op die vraag.
Allemaal emotie
Genieten van ronde vormen en mensen de mogelijkheid geven verre reizen te maken, dat zijn drijfveren geweest van Bein Brandsma. In de voetsporen treden van zijn vader, maar dan op zijn eigen manier, is wat Ivor van Klink doet. Het vak van punterbouwer in stand houden, speelt een grote rol bij Jan en Jeroen Schreur. De erfenis van zijn vader bewaren en doorgeven, was de leidraad van Pier Piersma. Henk van der Meulen groeide op de werf op en wist al jong dat hij de volgende generatie wilde worden. Ed Jansma wil bestaande schepen mooier maken dan ze al zijn en Martijn Perdijk restaureert met oog voor lijn schepen in de traditie van de bouwer. Peter Schouten heeft zich laten inspireren door smacks en Leigh Codes aan de oostkust van Engeland, en Roelof van der Werff is al vijftig jaar bezig met zo duurzaam mogelijk bouwen. Nuchtere bouwers die liefdevol praten over hun vak en hun schepen. Vakmannen vol emotie.
De verhalen van deze bijzondere mannen liggen nu vast, ook voor het nageslacht. Deze botenbouwers en ‘hun’ schepen verdienen dit podium met als doel de waardering voor hen te vergroten en de liefde voor het houten traditionele schip te laten toenemen.
Nu verkrijgbaar
Dit prachtige boek ‘Houtenbotenbouwers’ met vele foto’s is nu te verkrijgen op www.houtenbotenbouwers.nl. Het boek is 25,5 x 20 centimeter groot en bevat 280 pagina’s lees- en kijkplezier. Tien unieke portretten van bijzondere vakmannen. Elke pagina ademt de liefde voor hout en traditionele houten boten. Prijs: 25 euro + 7,75 euro verzendkosten.