Advertentie
De bark Europa is inmiddels ruim 3 weken onderweg richting Scheveningen. Begin april vertrokken ze vanuit Ushuaia, Argentinië, waar ze al enkele dagen in quarantaine lagen. Inmiddels zijn ze dus al even onderweg, maar thuis zijn ze nog lang niet. Het eerstvolgende punt waar de bemanning van de bark Europa naar uit kan kijken is het passeren van de evenaar. Kapitein Eric Kesteloo praat ons bij over de weersomstandigheden onderweg en de deadlines waar ze voor staan.
Lees hier de eerste update van de kapitein toen ze nog maar net onderweg waren
Op de Facebook pagina van het schip wordt de zon volop geprezen wanneer deze tevoorschijn komt, dit geeft de bemanning een fijne positieve boost. “We kunnen ook wel door blijven zeilen met regen, harde wind en hoge golven, maar warm en droog weer met een constant briesje uit de goede hoek voelt toch net iets prettiger,” vertelt kapitein Eric Kesteloo ons. Al weerlegt hij de vraag of ze de boost van de zon echt nodig hebben: “Waarschijnlijk hebben we die niet perse nodig, maar het helpt wel. Het is net als op het strand zitten, dat gaat ook beter met rustig, zonnig weer.” Maar ook op het strand is een stevige wind soms juist wel lekker, al kun je dan niet lekker met je handdoekje op de grond liggen. Zo is dit ook aan boord: “Met ruig weer is ook veel onderhoud niet of moeilijk uitvoerbaar. Het wordt soms wel stug geprobeerd door de bemanning, maar het resultaat heeft er altijd onder te lijden en het geeft zo dus eigenlijk alleen maar meer werk.”
Verbaasd over de weersomstandigheden
Over het weer dat ze tot nu toe hebben gehad, zegt de kapitein erg verbaasd te zijn: “We zijn officieel nog niet in de tropen, maar we hebben al een week tropische buien met enorme volumes aan neerslag. Ik geloof niet dat ik dat eerder heb meegemaakt in deze breedtegraden.” Op de blog van de beschrijft Kesteloo dat het zeilen episch is. Hij legt het gebruik van dit specifieke woord uit: “De verwijzing naar episch is voornamelijk een humoristische kwinkslag, omdat we van diverse fronten te horen krijgen dat we met een epische reis bezig zijn. Voertaal aan boord is Engels, dat wordt dan epic. In de Engelse straattaal wordt dit woord wel vaker als overtreffende trap gebruikt, aan boord gebruiken we epic nu dan ook te pas en te onpas.” Toch is het zeilen ook wel echt episch te noemen: “Het lagedruksysteem waar we in zaten was vooral epic, omdat we er met de Europa niet vaak in slagen effectief mee te liften met een laag. Daar zijn we gewoon een beetje te langzaam voor. Maar nu was deze laag juist heel behulpzaam door ons eerst links te passeren en af te snijden, hierdoor kregen we de juiste windrichting om erachteraan te varen. Vervolgens vertraagde het waardoor we gelijk op voeren en langer van die wind gebruik konden maken. Toen de wind voor onze neus volledig tot stilstand kwam gaf het ons de gelegenheid er voorbij te varen, waardoor we met een nog gunstiger windrichting in totaal een enorme afstand konden afleggen.” Ook de golven, regen en felle opklaringen zorgden ervoor dat het een episch stuk zeilen was.Neptunus en de evenaar
Over dat weer, de evenaar komt eraan. Naast dat dit voor een deel van de bemanning een spannend moment is -de vreselijkste verhalen over Neptunus die langskomt als je voor het eerst de evenaar passeert doen de ronde- is het ook qua weer spannend. “De evenaar zelf geeft niet veel ophef, maar daarna krijgen we de doldrums. In deze regio ontmoeten de tropische luchtstromingen (de passaatwinden) voor het noordelijk en zuidelijk halfrond elkaar en stijgen op in de atmosfeer. Dat geeft windstiltes afgewisseld met buien die ons beide behoorlijk kunnen vertragen. We moeten ieder pufje wind uit iedere richting zien te gebruiken om voortgang in de juiste richting te kunnen maken. Dit betekent ook continu werken aan de zeilvoering.” De doldrums kunnen schepen dagen tot zelfs weken vertraging opleveren. Hoe het gaat uitpakken voor de Europa, dat gaan ze ter plekke uitvinden.Als we de motor moeten gebruiken, dan is het niet meer epischVertraging kunnen ze overigens niet echt gebruiken. Enige tegenslag in de route hebben ze al gehad en hoewel ze geen enorme druk van een schema hebben, is het toch frustrerend om extra mijlen af te moeten leggen vertelt de kapitein. “Het is sowieso al een lange reis waar we niet echt voor hebben gekozen. Vooralsnog hebben we al 500 mijl extra afgelegd en dan meestal in omstandigheden met weinig wind. Dit telt potentieel dus aardig wat dagen bij de reis op. De vraag is of je zo’n verlies weer kunt inhalen. Maar als we ons gaan vasthouden aan een schema, dan moeten we de motor gebruiken. Daar is niet iedereen het over eens, dat zou niet episch zijn. We houden wel de optie open te motoren bij weinig wind, zodat we toch een minimum gemiddelde aanhouden, maar bij veel tegenwind moeten we dan te veel brandstof verbruiken.”