Advertentie
‘Dat méén je niet! Kun jij zó goed zeilen dan?’ ‘Nog niet heel goed’ Reageer ik dan. Verwondering, stilte bij de ander. Ik snap het oprecht. Hoe geweldig ik het plan van onze wereldreis ook vind, het beangstigt me net zo. Wat heb ik nou eigenlijk aan ervaring?
Negentien was ik. Studententijd. Welgeteld één dag kende ik Paul. Hij volgde de zeevaartschool, ik studeerde verpleegkunde. Tot ontsteltenis van mijn ouders, vroeg hij me mee. ‘Je gaat toch niet met een wildvreemde jongen meteen een weekend zeilen!’ Ik kwam in opstand, vond mezelf volwassen en ging toch. Het was broeierig, windstil. De vormloze fok was het enige wat ik van actief zeilen zag. Verliefdheidshormonen gierden door de Fisher van zijn ouders. In alle vrijheid voor anker, zwemmen en een broodje hagelslag op een weekend waren genoeg om samen te floreren. Eén memorabele foto heb ik er nog van. Kort erna werd de Fisher ingeruild voor een motorvlet waar we in vakantietijd nog een jaartje plezier mee maakten. Zeilen bleef gedurende de jaren doorsluimeren in een enkele dagtrip.
Bij Paul begon het een aantal jaar geleden opnieuw te borrelen. Hij wilde meer. Vrijheid voelen. ‘Zullen we op zeilvakantie gaan?’ Ik stond niet meteen te stuiteren. Zijn kinderverhalen en de aanblik van een minihuisje op het water, trokken me over de streep. We boekten een kajuitzeiljacht in Zeeland. Stuurboord en bakboord? Ik had geen idee. Ik begon te lezen in een zeilboek en plande een zeilcursus. Ik werd verleid door de aanblik van zeilen in de Ionische archipel, reisde af naar Lefkas. Azuurblauw, helder water en ‘s middags aantrekkende winden bepaalden de koers langs rotsige kust, kiezelstranden en vissersdorpjes. Verknocht bereikte ik mijn matroosstatus. Het was meer een onovertroffen vakantie dan een diehard zeilcursus. Ja, ik weet het.
Nog zie ik ons die zomer wegvaren op de compleet ingerichte, steriele boot. Zuinig, alsof ze van ons was. Het werd een heerlijke week! Paul’s zeilervaring maakte het varen voor mij tot een vanzelfsprekendheid. Ik deed vooral wat me uitgelegd werd. Ik had nog niet door dat een sluis, ankeren of aanleggen met flinke wind lastig konden zijn. Ik ging mee in zijn flow. Het bedienen van de zeilen vond ik ingewikkeld. Zoveel termen en variabelen, onze vertrekpunten waren te verschillend. Zodra we moesten afwijken van het initiële plan begreep ik het niet. Kennis ontbrak om vooruit te denken. Ik vond het regelmatig eng. Mijn spanning verdween wanneer de zeilen stabiliseerde en we gesmeerd door water sneden. Stoer voelde ik me aan het roer met mijn bandana en Griekse blauwe zeilhandschoenen. Ik draag ze nog steeds het liefste. Ik kreeg rust op het water. Ik ondervond hoe het is om de roerende bewegingen van de oorkwal te bestuderen en het kleurenpalet van de zonsondergang in me op te nemen. ‘Wat zou het geweldig zijn als we een eigen boot hadden hè schat?’ Dat was de koren op de molen van mijn vrijbuiter! De eerste eigen boot kwam nét niet direct.
Ik heb er honderdtwintig zeildagen, een ongeziene ondiepte, verbogen scepter en vele manoeuvreeracties in vooral rustig vaarwater opzitten. Ik voel trots als het me lukt aan te leggen en weg te varen in de sluis. Ik groei zienderogen als ik gecontroleerd van een ankerplek wegkom. Ik weet het wierpotje te vinden en olie te peilen. Kaarten kan ik steeds beter lezen. Het Belgische, Duitse en het Deense gastenvlaggetje zijn gehesen. De laatste fabriceerde ik zelf met drie ongelijkmatige paalsteekjes. Als je eens wist hoe lang ik daar mee bezig ben geweest. De slang wilde maar niet de vijver in. De eerste nachtwacht vond ik onvergetelijk en twee en een halve dag op zee is mijn langste tocht aaneen tot nu toe. Een oplossing voor de giftige cocktail die zeeziekte heet, heb ik nog niet. Vaarbewijs en marifonie certificaat liggen in de kaartentafel, check! Nu nog ‘real life’ oefenen en de ongemakken voor brommige sluis- en brugwachters opzijschuiven. Quelinda wordt verantwoordelijk voor alle volgende zeildagen en nachten. Haar roer heb ik nog niet vastgehad en de zeilen nog niet gehesen. Ik heb er zin in haar te leren kennen! Zou ik zo mijn zeilervaring kunnen omschrijven? Leren zeilen? Een heftige tak van sport als het niet met de paplepel is ingegoten zoals bij mij. Zeiltaal als vierde taal, geen sinecure! Elk seizoen begin ik een beetje opnieuw. Het lukt, ik win aan vertrouwen in mezelf. Gevoelens van gelukzaligheid en romantiek op het water worden afgewisseld met keiharde exposuretherapie. Zo vaardig ben ik. De Quelinda heeft ook haar eigen website, volg het avontuur ook hier!‘Wat zou het geweldig zijn als we een eigen boot hadden hè schat?’