Advertentie
Dianne en Robert van SV Zeerob zijn onlangs aangemeerd in Jamaica én Cuba. Twee bijzondere zeilbestemmingen. Robert schrijft over hun avonturen aan land en geeft direct tips aan zeilers die ook van plan zijn zeilbestemming Jamaica en Cuba aan te doen.
Tekst en foto’s: Robert van der Plas
Lees hier deel 1: Heerlijke sfeer, overal muziek en mooie bevolking: Jamaica is een aanrader voor zeilers
Cuba, toch maar doen
We liggen in Port Antonio een goede 100 mijl van Cuba; doen of niet doen op onze route naar de Bahama’s? Ja waarom eigenlijk niet, het besluit is snel genomen. We kiezen een mooi wind-window uit en cruisen halve wind naar Santiago de Cuba, zo’n 10 mijl voor de kust mag het ijzeren zeil erbij. We roepen netjes de haven op op de VHF, dat moest volgens de pilots, maar het blijft stil. We turen en zien Marlin Marina eigenlijk al vanaf de invaart liggen.
Dan roept Port Marlin Marina ons al op en jawel, de havenmeester komt luid en duidelijk over. De pilots beschrijven vervallen pontons e.d., dus we hebben beide kanten van de Zeerob vol met stootwillen hangen. Dianne krijgt instructies om alles wat de havenmeester zegt te herhalen, we doen het, maar het geeft te denken.
De ontvangst in de marina is top, twee man sterk helpt ons af te meren. Er liggen twee windjammers (o.a. de Nederlandse Artemis) in de haven en een viertal andere buitenlandse jachten. Aan het prima ponton liggen we netjes afgemeerd naast de waterkraan en een stroompunt. Inklaren kan in de haven en neemt zo’n twee uur in beslag. Nadat de dame van health ons ook goedgekeurd krijgen we nog instructies van de havenmeester over Cuba. De rekening is stevig, maar goed. We zijn in Cuba.
‘Zien en gezien worden’
Van ons wordt verwacht dat we zelf de 220V met draadjes uit het stopcontact regelen. Wel blijkt dat er maar een paar uur per dag stroom is als gevolg van overheidsbeleid (kosten-/oliebesparing). Direct regelt de havenmeester op ons verzoek een taxi, het is zaterdagavond. En jawel een mooie roze Chevrolet pikt ons op. Zo’n taxichauffeur heeft een status aparte, heeft dollars, kan aan brandstof komen in tegenstelling tot de locals en heeft vervoer.
We cruisen als goden naar Santiago de Cuba, in de Chevrolet krijgen we ‘les’ over Cuba. De taxichauffeur kan wisselen 1$:300CUP, een mooie koers op dat moment en we gaan met zo’n 3 cm Cubaanse pesos op pad. Uiteindelijk wordt deze taxichauffeur ons wisselkantoor en taxi voor de komende dagen.
De zaterdagavond is dé avond, de stad is vol met locals die er allemaal mooi gekleed uit zien. Bij terugkomst blijkt dat op het pleintje bij de haven elke zaterdagavond een bbq (met zitjes) met muziek wordt georganiseerd door het naast gelegen hotel. Het is voor de buurt ‘zien en gezien worden’. Wij genieten ervan om erbij te horen.
Via de haven komen we achter een paar leuke restaurantjes in de buurt. Tijdens de wandelingen ervaren we hoe aardig de Cubaan is, we worden overal spontaan aangesproken. Soms worden we uitgenodigd om de ‘werkplek’ te zien. Even vragend om je heen kijken en er is al iemand die je wil helpen.
Aan alles is te kort in Cuba. Of beter: het is er wel maar de mensen kunnen het niet betalen. Zo geven we een pakket paracetamol/ibuprofen aan een apotheek, jongeren op straat vragen om shirts, we worden vaak aangesproken of we toiletspullen hebben etc.
Bijdrage leveren
De dame die voor ons wil wassen (met onze zeep) wil graag betaald worden met spullen in plaats van geld. We gaan nog eens goed door de bootvoorraad en laten er het nodig achter, van rijst/bonen tot shampoo, deodorant en kleren. De volgende dag blijkt dat haar zoon een kies heeft laten trekken en vergaat van de pijn, er is geen pijnstilling. We zijn blij dat we nog wat paracetamol kunnen brengen.
Santiago de Cuba is een prachtige stad. We gaan een ochtend met een gids rond en daarna zelf op pad. Ook het Castillo de Muro, vlakbij de haven is een bezoek waard. Ons uitje naar het Isla Granma is een hoogtepunt, we krijgen een rondleiding van de zoon van het de restauranteigenaar die erg trots is op zijn eiland. De conciërge doet de school even voor ons open op zondag, en daardoor krijgen we een kijkje achter de schermen.
Bij terugkomst is het diner in het restaurant klaar en genieten we van prachtige Grouper en Lobster, opgeleukt met live muziek van Paco en Israel, prachtige Cubaanse zang en gitaar. We geven de zoon en een van de muzikanten later visgerei, de school krijgt een zak kinderspeelgoed.
Enig nadeel is de fabriek vlak bij de haven die af en toe een gele stof uitstoot. Advies: gelijk van je dek halen. We hadden het wat laten versloffen en zijn er nog weken druk mee geweest.
Tien dagen Santiago de Cuba heeft een positieve en diepe indruk achtergelaten. We vertrekken naar de Bahama’s en gaan als het windgat tussen Cuba en Haïti weinig wind geeft, met zo’n 25% motoren komen we na een prachtige tocht aan in Inagua op de Bahama’s.