Advertentie
Dag 0: de voorpret
Bram is al zes jaar gefascineerd door het aquatische leven, en dan met name het zeilen. Na zijn eerste zeilvakantie wilde hij gelijk een boot. Twee sloepen en een zeilboot verder hebben we nu dan echt een grote zeilboot samen: een Bavaria van 35 voet!
Maar het wordt hoog tijd om Bram zijn familie ook eens te laten proeven van een meerdaagse tour in een zomers oord. Ouders, broer en zus zijn reuze benieuwd. We boeken een Hanse 455 in Kroatië.
Twee proefvaarten op onze grote nieuwe zeilboot zijn genoeg om alvast te laten zien wat ze ongeveer kunnen verwachten op vakantie. Zo knoop je een boei, en zo hijs je het zeil. Zo pomp je de wc leeg. In Kroatië werkt dit hetzelfde, maar dan met helder blauw water en zon. Toch net anders dan ons met zeewier gevulde Markermeer.
Tijdens de spoedcursus krijgen we een idee van de rolverdeling aan boord. Papa Terp is reuze enthousiast en nieuwsgierig. Hij wil van alles weten hoe het werkt en houdt iedere beweging van kapitein Bram in de gaten. Broer Gijs is ook reuze handig en ontfermt zich over de dinghy. Zus Renske is de vrolijke noot en zorgt voor muziek en een leuke sfeer aan boord. Ook niet onbelangrijk. Moederlief ontfermt zich over lekkere broodjes en koffie. Happy crew happy you.
Dag 1: rolkoffers op de steiger
We zijn dolgelukkig als we op de Wind Rose stappen in Split. In het echt is ze nog mooier en groter dan op de foto’s. We hebben onze tassen binnen twee minuten uitgepakt. Veel meer dan zwemkleren en paar onderbroeken hebben we niet nodig.
Dan verschijnen er acht vakantiegangers. We horen ze eerder dan dat we ze zien aankomen. Dat komt door het geluid van hun rolkoffers op de steiger. Het zijn niet eens van die kleine koffertjes die als handbagage tellen. Weten ze wel waar ze aan beginnen?
Ze stappen aan boord van een soortgelijke boot tegenover ons. Hun schipper wil zo snel mogelijk weg, en zodra iedereen aan boord is en de koffers naar binnen gewurmd zijn, gooit ze los. Ze heeft nog geen taken gedelegeerd en iedereen staat glazig te staren vanaf de punt van de boot. In een harde wind vanaf de zijkant staat ze er alleen voor en wekt niet direct de indruk dat alles onder controle is… Dat is bij ons wel anders! Al voordat de mijnheer van het verhuurbedrijf langskomt om uit te leggen hoe de boot werkt, weten we allemaal wat Bram van ons verwacht. “Een iemand gooit de slimeline los. En twee gooien achter los. Als we de haven uit zijn mogen de boeitjes naar binnen.” Na twee keer bijna een anker van de boeg van een andere boot afgevaren te hebben is de boot met rolkoffers weg. Ik ben benieuwd hoe wij morgen wegvaren.
Dag 2: vrouwenhockey
De kleine supermarkt in de buurt heeft verrassend veel voorraad. We stoppen de koelkast vol en we zijn weg. Bram manoeuvreert de boot naar voren, steekt achteruit de hoek in en vaart vervolgens soepel de bocht om. Keurig. Zijn spiegelende zonnebril verbergt zijn grote ogen en gespannen blik – het is beter als de crew daar niet vanaf weet. Buiten de havenkom staat er zelfs een beetje wind. We zouden meteen een prachtig stuk kunnen zeilen – een veelbelovende start.
Bram neemt het echter op tegen het Nederlandse vrouwenhockeyteam. Als hij de zeilen wil hijsen “moet hij even wachten” van zijn vader, die de wedstrijd vanaf zijn mobiel volgt. Na tien minuten mogen de zeilen omhoog en leggen we de boot gelijk op één oor. Als de wind wegvalt motoren we naar een ankerbaaitje. Onderweg zien we dolfijnen. De vakantie is nu al compleet!
Gijs gooit het anker uit en laat weten wanneer we 10, 20 of 30 meter ketting hebben uitgebracht. Papa Terp volgt precies hoe Gijs het doet. Als we liggen, legt Bram uit “dat het wellicht handig zou zijn een beetje te communiceren vanaf de boeg”, en dat er voortaan aangegeven moet worden waar het anker precies ligt door naar links of rechts te wijzen. Dat hadden Gijs en Papa Terp niet kunnen weten. Het is ten slotte hun eerste zeilvakantie.
Na het zwemfeestje gaan we door naar een idyllisch baaitje. We liggen dit keer aan een mooring. De rubberboot is te klein voor ons zessen, dus Bram taxiet ons in twee shifts naar het enige restaurantje in de baai.
‘s Nachts slapen Bram en ik op het dek. Door de kleine raampjes in onze hut voelt het binnen als een sauna. De mistralwind houdt ons helaas ook wakker. We slapen verder in de kuip, verscholen achter de buiskap. Het maakt niet uit als we ‘s nachts weinig slaap krijgen. Overdag hebben we genoeg tijd om te dutten in de zon.
Dag 3: junior assistent ankermanager
De heerlijke koffiegeur van de french press verlekkert iedereen om uit bed te komen. Moederlief verleidt het kotje om bij elkaar te komen in de kuip. Na een frisse ochtendduik zijn we klaar om te gaan. Er staat helaas geen wind. We motoren naar de volgende stop.
Gijs is pro in ankeren. Hij communiceert met handgebaren naar de kapitein èn wijst aan waar het anker ligt. Junior assistent ankermanager (a.k.a papa Terp) kijkt mee maar geeft andere aanwijzingen dan Gijs. Bram luistert naar zijn broer. We liggen.
Alweer in een idyllisch baaitje. Tante Martine krijgt foto’s van de zeilvakantie doorgestuurd. Ze bevestigt dat wij niet met een rooskleurige bril om ons heen kijken. “Wat idyllisch!”, appt ze terug. En “slapen jullie ook op de boot?” Een airco was fijn geweest, maar we zouden voor geen goud de boot omruilen voor een hotel en een zwembad.
Dag 4: boem, boem, boem en een roze speedo
Bram heeft een plan. We gaan naar Hvar. Een populair stadje. Dus we gaan naar het eilandje ertegenover. Dan kunnen we met de watertaxi de stad bezoeken. Eenmaal aangekomen in het prachtige haventje zien wij de gevreesde vlaggen wapperen. En nee, dat zijn niet de vlaggen voor een code rood. Deze zijn paars, en het zijn er veel.. de haven ligt namelijk vol met de vloot van Yacht Week. Een vloot waar je niet naast wilt liggen. Het betekent veel boem boem boem muziek tot diep in de nacht. … we keren om en gaan naar het baaitje verderop.
Renske stoot haar hoofd en veinst een hersenschudding om even onder de mensen uit te komen. Met zes personen in de kuip zit je een week lang best bovenop elkaar. We moeten het even zonder haar gezelligheid doen. Ze neemt een momentje voor zichzelf op het dek, maar wordt al snel vergezeld door haar vader die naast haar komt zitten. Ze duikt snel haar eigen bedje in. Moeders neemt haar lijn-gooi-duties straks van haar over.
Eenmaal aangekomen in het volgende baaitje worden we weggestuurd. Vol. We kunnen ook niet voor anker. Dan moeten we op water-rantsoen want de tank is bijna leeg. Ons overgebleven brood en trosje bananen belooft ook een karige maaltijd. Na wikken en wegen gaan we terug naar de party haven. Dan maar een avond mee feesten. If you can’t beat them, join them.
We zijn aangenaam verrast. De muziek is leuk en de haven biedt eindeloos vermaak en vertier. De een na de andere boot legt tegenover ons aan. Bij de ene charter staat de bemanning met z’n allen op het dek te chillen, terwijl de kapitein heen en weer rent met de slimeline. Single handed legt hij de boot aan. Hij had duidelijk weinig vertrouwen in z’n bemanning. Dat ging bij ons héél anders.
Een neemt de slimeline aan en rent naar voren. Twee gooien de achtertrossen naar de marinero. Een feilloze aanleg. Je kon zien hoe trots wij waren. Applausje voor onszelf!
Het volgende slachtoffer is een grote catamaran. Lijnen worden in het water gegooid. Gelukkig niet in de schroef. Nog een keer proberen. Vorig jaar gooide ik ook een lijn in het water. Ik werd ontslagen van mijn lijn-gooi-duties. Ik hoefde nog alleen maar te zorgen dat ik niet in de weg stond en kreeg de twijfelachtige eretitel boeitjes bitch.
Het kleinste zeilbootje van de haven ligt midden aan de steiger. Hier past niemand meer naast, want dan wordt het bootje weggeblazen. Misschien liggen ze er al lang. Een lief oud mannetje stapt onder de wit met blauwe geïmproviseerde kuiptent uit. Zijn huid zo bruin als leer. En hele dunne benen. Ik ben benieuwd of er nog een wederhelft aan boord zit.
Ondertussen legt de een na de andere boot aan in de haven. Iedereen die al veilig vastligt kijkt de volgende boten aan. Het is een combinatie van bewondering en leedvermaak. We hadden een scorebord moeten hebben om voor iedere boot omhoog te houden. De meeste scoren een tien, maar de zesjes zijn het leukst om naar te kijken. De succesvolle aanleg manoeuvres worden overal aan boord gevierd. Het kweekt een band wanneer je met z’n allen de boot netjes inparkeert.
Het kleinste bootje in de haven heeft nog steeds mijn volle aandacht. Onder de blauw met wit gestreepte dektent kruipt een oudere vrouw. Het mannetje met leren huid helpt haar van boord. Die hulp heeft ze echt nodig. Na gekreun en gesteun tilt hij haar van de punt af. Zij moet het zeilen wel héél erg leuk vinden, als ze met de laatste kippenkracht in haar armen alsnog liever aan boord klimt dan in een lekkere hangstoel. Wat een prachtig stel. En wat een zalig leven.
Hvar is leuk, maar heeeet. Gijs wordt er stil van. We horen zelfs een grom. Bram neemt de crew nog langs een lange trap en een steil wandelpad mee naar het kasteel, bovenaan de berg. “Daar heb je prachtig uitzicht op de superjachten, heus!” Probeert hij nog als laatste poging in respons op vijfkoppig gemopper. Deze expeditie wordt hem niet in dank afgenomen. We keren halverwege om, terug het stadje in. Woutrien stoot haar hoofd tegen een palmboom en weet met een bebloed servetje de mooiste watertaxi voor ons te bemachtigen. In de wind achter op het dek van de speedboot zijn we blij dat we op de terugweg zijn. Misschien is Hvar niet zo idyllisch als we dachten?
Eenmaal teruggeraced valt het op dat er geen boem boem boem van de overburen komt. Zijn de feestgangers nog in de stad? Laten we maar snel naar bed gaan. Dan krijgen we allemaal alvast een paar uurtjes slaap voordat ze terug zijn.
Ik heb het te heet in onze kabine en sleur mijn matrasje de kuip in. Wel gezellig, want de Russische buren denken er hetzelfde over. De een ligt op het dek. Twee grote mannen in de kuip. Woutrien hangt een handoekje op voor m’n privacy. Bram trekt het zwemplatform omhoog zodat er geen dronken zuiplap de verkeerde kuip in kruipt. Ik val voor het eerst gelijk in slaap.
‘s Nachts komen de buren thuis. Ze draaien een boem nummertje, waarna ik een “sssshhhht” hoor. Al snel ruilt de muziek zich in voor een gezellig gebrul van de Australische boot buren. Ik luister mee met de gesprekken alsof ik de mannen van radio 538 hard op heb staan. Het gelach gaat over in een serieus gesprek. “Sorry jongens, dat jullie de route moeten omgooien voor mij.”
“Geeft niet broeder! Jouw geluk is belangrijker. Je hoeft je niet schuldig te voelen voor ons!” Waar hebben ze het over? Ze praten door: “Maar je mag echt niet meer zo boos doen naar je vriendin. Of nu eigenlijk ex-vriendin… Hoe laat gaat je vlucht morgen?”
Mijn juice channel staat op een net te laag volume om het hele verhaal goed te horen. Is er nou een break-up geweest aan boord? En gaat hij nu naar huis, terwijl hij op zeilvakantie is op een mega catamaran?? Een van de buren slaapt die nacht ook buiten. Het is die ene spierbonk met de grote snor en knalroze Speedo, die ons niet onopgemerkt voorbij liep tijdens het boten-aanleg-feestje. Ik vermoed dat hij degene is die net is gedumpt. Of heeft hij het uitgemaakt? Ik rapporteer mijn verhaal de volgende ochtend uitgebreid aan de rest van onze bemanning. Renske ziet Speedo-snorrenmans wel zitten, maar de kapitein is streng en we moeten er nu echt vandoor.
Dag 5: goed en slecht nieuws
Speedo-snorremans paradeert een laatste keer over de steiger wanneer wij net wegvaren. De rest van de bootburen slapen. Nog geen boem boem te bekennen.
Met twaalf knopen wind blazen we zes knopen snel de goeie kant op. Ik lig op het voordek te bruinen als ineens de hele familie zich om me heen verzamelt. Dolfijnen! Een stuk of tien laten hun ruggetjes zien. Het lijkt heel even alsof we dwars over de twee vrolijkste van de groep zullen varen, maar ze draaien zich snel een kwartslag en laten zich voortduwen door de boeggolf. Ze spelen even met de boot, maar besluiten dan toch weer door te gaan naar hun afspraak ten westen van ons. Wat een idyllisch moment!
We hebben boodschappen aan boord voor een lekkere pasta, maar de afgelegen anker baaitjes liggen allemaal vol. Uiteindelijk pakken we een boei in een relatief rustig baaitje. De havenmeester komt aanvaren met z’n rubberboot. Hij heeft goed en slecht nieuws. Het goede nieuws: De boei is gratis. Maar dan moet je wel in het restaurant van z’n broer gaan eten. Vooruit dan maar. Die pasta maken we morgen wel.
Bram eet die avond de allerlekkerste vis van z’n leven. Hij mocht de dorade zelf uitkiezen tussen de vers gevangen vis. Gijs eet de allerlekkerste tonijn ooit. Vele malen beter dan de schoenzool die hij twee dagen eerder van de chef kreeg. Renske en Woutrien eten hun vingers op met de verse langoustines. Papa Terp en ik gaan voor de zwaardvis, wat ons erg avontuurlijk leek. De zwaardvis leek echter wat weg te hebben van de eerdergenoemde schoenzool, niet alle avonturen zijn het (z)waard…
Ter compensatie gaat Gijs nog op nachtelijk avontuur – in het donker terug naar de boot zwemmen. Wij durven met z’n vijven in de ieniemini rubberboot, die net niet zinkt. Bram z’n broek wordt nat, maar we bereiken veilig en wel onze geliefde zeilboot. Gijs wacht ons op. De zwemtocht in het donker zorgde voor een gezonde spanning maar dit avontuur was zeker geslaagd!
Dag 6: sterrenhemel
De muggen prikken vannacht de sterrenhemel in mijn benen. Het steelpannetje van de grote beer is goed te zien, maar turend naar de rest van de sterren val ik heerlijk in slaap. Liever een briesje voor de verkoeling dan die hete sauna. Renske slaat een kerkhof aan muggen dood. Ze trekt de pootjes eruit en plakt ze aan haar deur om de andere muggen te laten zien dat ze niet welkom zijn in haar hut.
Junior assistent ankermanager wordt gepromoveerd tot junior sailor. Zelfs al is hij soms een beetje ongehoorzaam. Hij gooide een keer een boeitje los terwijl we nog aan de kade lagen. En heeft een keer bijna z’n vinger verloren aan de grootschoot. Maar hij kan de paalsteek en vele andere knopen. En helpt bij iedere manoeuvre of zeilaanpassing graag mee. Af en toe initieert hij zelf ook het een en ander, maar dat wordt twee minuten later door de rest van de crew weer vakkundig ongedaan gemaakt.
We liggen in de beloofde baai waar we al de hele vakantie over dromen. Hier maken ze de allerlekkerste Peka. Een gerecht dat zes uur lang moet garen in een kegelvormige pan, bedekt met kolen van de barbecue. Dit keer leggen we de boot vast aan een boei en doen we twee lijnen om een boom aan het land. Zo doen de rest van de boten in de baai het ook. Bram en Papa Terp leggen de eerste lijn aan wal. We knopen twee andere lijnen aan elkaar vast. Gijs zwemt met de tweede lijn naar de kant voor de andere boom. We liggen stevig als een booreiland. Wij gaan geen kant meer op.
De Peka is heerlijk. De muggenplaag iets minder. Nadat we met de muggenspray een net zo dikke laag vloeistof hebben opgesmeerd als de aftersun gaat het beter. Papa Terp gebruikt het flesje zelfs als mond en als oorspray. Gelukkig overleven de gehoorapparaten deze muggenspray-tsunami en slaapt papa Terp voor het eerst als een ongeprikt Roosje. De rest moest daarentegen maar zien te dealen met het snurkgeluid alsof de motor nog aan stond.
Dag 7: eindexamen junior sailor
Castor en Pollux verschijnen op mijn linker knie. De riem van orion op mijn rechterarm. Muggen: 10 punten. Jeanne: 0.
Op onze laatste zeildag legt de junior sailor zijn eindexamen af. Hij vaart weg van het anker en geeft instructies, bedient in de tweede baai het anker met goedkeuring van de anchormanager. Geslaagd! Door naar deel twee: de zeilen hijsen. Met vlag en wimpel. We zeilen een flink stuk op weg terug naar Split en ontwijken een paar ferries met perfect getimede overstagjes. Bram staat goedkeurend te kijken naar z’n ouweheer en verklaart het diploma “junior sailor” voor gehaald. De rest van de middag staat papa Terp met een grote glimlach achter het roer.
Als we eindelijk in Split aankomen moet er nog even getankt worden. Driekwartier lang dringen en we zijn eindelijk aan de beurt: met een soepele draai snijdt kapitein Bram drie kleine sloepjes de pas af en parkeert de boot, met dertig centimeter ruimte aan voor- en achterkant, aan de kade. Helaas ging het een kwartiertje later in de haven wat minder soepel. Sterker nog: vandaag was onze minst succesvolle aanleg tot nu toe, ietwat een anticlimax na zo’n mooie week. We geven onszelf een zesje, maar het kwam vooral omdat we de duiker niet wilden raken. En omdat de marinero waardeloze instructies gaf. En de verkeerde lijnen. En omdat de lijn te zwaar was. En het was te warm, maar het lag niet aan de crew! Toch proosten we op een ge-wel-dige vakantie, en kunnen we al dromen over onze volgende zeilvakantie in een zomers oord.
Jeanne schreef eerder al over de proefvaart met hun nieuwe boot Gruffalo, een Bavaria 35. Lees het hier terug.