Advertentie
Kustzeiler Joost Geise zeilt met Wulp, zijn Lemsteraak, verder dan de meeste platbodemeigenaren. Over de reis schreef Joost een artikel voor de Nederlandse Vereniging van Kustzeilers. Dit artikel mogen we namens die vereniging aan onze lezers aanbieden.
Tekst en foto’s: Joost Geise
Het tweede deel van de reis: de Passage Götakanaal en Vättern
Na de eerste paar sluizen hadden we de schutprocedure onder controle. In 2 vaardagen namen we de eerste 15 sluizen over een afstand van 28 km, en lieten we De Wulp in Linköping begin juli even achter voor een gepland kort bezoek aan Nederland. Na 3 nieuwe vaardagen met 21 sluizen over 40 km waren we in Motala, waar het Götakanaal overgaat in het Vättern-meer. Met onderweg erg aardige stadjes als Söderköping en Borensberg.
Op het Vättern zijn veel interessante havensteden. Zoals Vadstena, dat niet alleen een imposant kasteel heeft, in 1545 door Gustav Vasa gebouwd, maar ook een klooster voor monniken én voor nonnen tegelijkertijd. In 1370 gaf Rome hiervoor toestemming. En Karlsborg, bekend door zijn enorm grote fort. Daar begonnen we aan het westelijke deel van het Götakanaal, met nog één stijgsluis en daarna het smalste kanaaldeel van 7,5 m, even smal als de sluizen zelf. Er geldt daarom éénrichtingverkeer, geregeld via verkeerslichten.
Daarna zakten we via 18 sluizen over 35 km naar het 50 m lagere waterniveau van het Vänern-meer. In alle rust kwamen we na 2 vaardagen aan in Sjötorp, waar het Götakanaal in het Vänern uitstroomt. De gehele Götakanaal-passage vanaf Mem, met de 58 sluizen over de (theoretische) 190 km, was daarmee in 11 vaardagen afgelegd, exclusief 5 toeristische waldagen. De kortste kanaal-passage kan in 5 -6 vaardagen. In de praktijk liep het allemaal erg soepel, met slechts geringe wachttijden bij de sluizen. Twee keer moesten we max. 2 uur wachten, in beide gevallen bij de sluistrappen van 5 dan wel 7 sluizen; waren we net in anti-fase.
Opera op het Vänern
Het grote Vänern heeft allerlei interessante reisdoelen. Zoals Kristinehamn en Karlstad in het noorden, en in het zuiden Mariestad, onder meer bekend om zijn grote kathedraal. De afstand van Sjötorp naar Mariestad is 25 mijl. Maar je kunt afsteken als je niet hoger bent dan 18 m, dan is het maar 10 mijl. Wij zijn bijna 19 m, dus dat gaat niet. Denk je. In alle pilots en op alle kaarten staat immers de brug met 18 m. Maar één, nieuwe, kaart vermeldt, naast 18 m, ook 19,9 m; bij 10 m doorvaartbreedte! Die kaart was van NV-Verlag, een uiterst betrouwbare Duitse kaartenleverancier. Niemand kon uitsluitsel geven, dus de havenmeester van Mariestad gebeld. “Ja, die 18 m klopt”. “Maar wij zijn 19 m”. “Oh, dat gaat ook wel goed, het water staat niet zo hoog”….
Dus toch maar richting brug gevaren. In het midden staat heel duidelijk 18 m. Maar NV-Verlag is toch betrouwbaar? Dus heel voorzichtig, en met geknepen billen, langzaam vooruit. Want zoiets nauwkeurig vanaf de kuip inschatten is lastig. Maar het gaat goed, en we denken inderdaad rond 1 m speling te hebben. Een uiterst plezierig gevoel. En Mariestad bleek beslist een extra ligdag waard.
Daarna ZW-waarts via Lidköping naar Läckö, een plek vermaard om het Läckö-slot, een van de mooiste van Zweden. We vinden ondanks de zeer kleine jachthaven en de geringe diepte een prachtige plek, bezoeken het kasteel, en horen dat die avond daar Mozart’s Figaro speelt. Op de binnenplaats. Uitverkocht, maar toch nog een paar restplaatsen voor ons. Iedereen blij.
Naar Göteborg
Na een paar dagen op het Vänern beginnen we bij Vänersborg aan het Trollhätte-kanaal, in 1800 geopend. Dat is een geheel ander kanaal, bedoeld voor de beroepsvaart van en naar Göteborg, met 6 dito sluizen die rond 90 bij 13 m meten, met een gemiddeld verval van circa 8 m. Maar wel even primitief als die van het Götakanaal: slechts inspringende bolders in de sluismuren op verticaal zo’n 3 meter en horizontaal 15 – 20 m. Dus op voor- en achterdek lijnen overpakken. Gelukkig is er zakkend weinig waterturbulentie.
De 6 sluizen passeren we in 6 uur, over een totale afstand van zo’n 30 km. Nauwelijks wachttijden. Daarna gaat het nog 25 mijl stroomafwaarts naar Göteborg waar we in de jachthaven Lilla Bommen, hartje centrum Göteborg, een plekje kunnen vinden. 28 juli, met 800 mijl in 2 maanden sinds Tallinn.
Depressietrein
In Göteborg dreigt een weersverandering. Na bijna 2 maanden met veel zon, rustige winden en temperaturen tot boven de 30° begint een krachtige westcirculatie. Dus eigenlijk zouden we snel moeten oversteken naar de oostkust van Jutland, om daar met westenwinden aan de hoge wal te zitten. Maar dat gaat logistieke problemen geven voor onze geplande bemanningswisseling in Göteborg. Daarom zakken we af langs de westkust van Zweden via Varberg en Halmstad naar Helsingborg. In Kopenhagen beginnen de opstekende zuidwestenwinden door te zetten. Gelukkig nauwelijks met regen. We hebben een prachtige ligplaats bij het Admiralen Hotel en tegenover het nieuwe Operagebouw. Op onze afmeerplek vinden juist 3 avonden met balletuitvoeringen plaats. Tribunes voor 1000 man, maar wij kunnen het uitstekend vanuit de kuip bewonderen.
Verwaaid
We liggen 5 dagen in Kopenhagen. Deels vanwege de harde ZW wind, deels ook om een technisch probleem aan boord op te lossen. Maar in Kopenhagen is dat geen straf. Dan komt er even een windgat, en kunnen we via Dragör naar Vordingborg, aan de zuidzijde van Seeland. Daarna komen nieuwe depressies, waardoor we naar verwachting 3 -4 dagen niet kunnen varen. Om verwaaid liggen op een eiland te vermijden varen we naar Nyköping, halverwege de Guldborgsund tussen Lolland en Falster. Daar zijn goede voorzieningen.
Duitse Bocht naar Lauwersoog
In Nyköping liggen we inderdaad 4 dagen verwaaid, waarna even een rustig moment komt. Goed voor de 50 mijl oversteek naar Heiligenhafen op het Duitse vasteland. Vandaar wordt het overzichtelijker. En kunnen we ons concentreren op een weergat voor de Duitse Bocht.
Dat dient zich aan tijdens onze tussenstop in Rendsburg. Dus snel via Brunsbüttel naar Cuxhaven. Daar is het overvol, omdat iedereen wacht op de beloofde oostenwind 2 dagen later. We varen ‘s-ochtends vroeg uit met 40 andere schepen (iedereen lijkt hetzelfde getijboekje te gebruiken). De bijna 70 mijl naar Norderney gaan in 11 uur. Ook daar is de jachthaven overvol, dus slechts plek aan de handelskade. De volgende ochtend om 07:00 uur met hoogwater naar zee richting Lauwersoog. We arriveren daar om 13:00 uur, meer dan drie jaar na ons vertrek uit Nederland begin juni 2016.
Het resterende deel naar Enkhuizen en Muiden geeft geen problemen, slechts het plezierige gevoel van thuiskomen!
Joost Geise
Deel 1 van de reis lees je hier terug
Kustzeilers
Dit verhaal verscheen eerder in het jaarboek van de Nederlandse Vereniging van Kustzeilers. De actieve vereniging is zo’n 700 leden sterk en heeft een gedeelde passie voor zeezeilen, kennisoverdracht en goed zeemanschap en heeft het hele jaar rond een uitgebreid en divers evenementenprogramma. Meer informatie vind je op Kustzeilers.nl.