Advertentie
“De Flyer 33, die had ik wel willen zien”, mijmert Femke tijdens een redactievergadering. De HISWA te Water is opnieuw ten prooi gevallen aan de coronamaatregelen en we bespreken het gemis.
“Ja, balen!” antwoord ik. Ik heb die boot nog niet eerder gezien, maar volgens mij heb ik hem een paar jaar geleden al voorbij zien komen. “Die is niet nieuw, toch?” vraag ik. “Klopt”, zegt Femke. “Dat was bouwnummer 0. Nu wordt hij ook echt voor anderen gebouwd.” Ik zoek weer eens plaatje op van de chique ogende boot, waarvan ik me afvraag of dit ook nog onder de noemer ‘dagzeiler’ valt. Hoe zou dat zeilen?
Femke laat er geen gras over groeien en heeft ondertussen al uitgezocht waar die ene Flyer 33 ligt. “Op de Kaag. Vlakbij! Zal ik een afspraak maken?” Bernard Menken van Menken Maritiem reageert meteen enthousiast en de afspraak is gemaakt. We mogen komen zeilen. Nu hopen op mooi weer.
Dit artikel verscheen eerder in onze najaarsspecial van 2021. Benieuwd naar de rest van de special? Deze vind je als abonnee terug in je mailbox d.d. 29 september 2021.
Nog geen abonnee? Download de special dan hier.
Code geel
In de week vooraf check ik bijna dwangmatig mijn telefoon. Voor de verandering zijn de weerapps het eens met elkaar eens: 10 tot 13 knopen wind, bewolkt en heel misschien een buitje. Prima. Op de dag zelf frons ik toch mijn wenkbrauwen als ik ‘code geel’ op de radio hoor. “Mogelijk stevige onweersbuien met windstoten.” We zien het wel.
Het is warm buiten, maar de luchten zijn vooral grauw. Vooralsnog is het droog en laten de vlaggen bij de ‘Koninklijke Watersportvereniging De Kaag’ zich rustig meevoeren met het bezeilbare briesje.
Krakend vers
“Jullie hebben mazzel!” roept Bernard Menken lachend als we het terrein oplopen. Jullie zijn de eersten die met de nieuwe set zeilen mogen varen. Ze zitten er net op! Terwijl Bernard het grijze, krakende grootzeil nog voorziet van de zeillatten bewonderen we de boot vanaf de steiger. Ondanks de klassieke vormen oogt ze modern en snel.
Tijdens het zeilklaar maken van de boot vertelt Bernard over het ontstaan van de boot. De hoofdrol in het verhaal is weggelegd voor Rutger Mohr, wedstrijdeiler en voormalig Wereldkampioen in de Cadet-klasse. Hij wilde een dagzeiler voor zichtzelf hebben, maar wel een waar hij echt mee kon racen. Wat er te koop was sprak hem niet aan, en wat hij wilde was niet te koop. Dan maar zelf iets opzetten dacht Mohr en hij klopt aan bij Gerard Dykstra van Dykstra Naval Architects. Er is een match tussen de twee en zo ontstaat de Flyer 33.
Via via
Mohr berekent dat er zo’n 1000 uur nodig zijn om de boot te bouwen. Dat is hem te gortig en zo ontstaat het plan om het model dan maar commercieel in de markt te zetten. Nog voordat de seriebouw van de grond kan komen overlijdt Mohr plotseling. Hij heeft nog wel gezeild met zijn Flyer, maar helaas niet lang. Een studievriend van Mohr zou voor het project zorgen en diezelfde studievriend kent Bernard ook weer. Als hij vertelt een dagzeiler te ontwikkelen vallen de puzzelstukjes op hun plek. Bernard koopt de naam Flyer en de mallen en eindelijk kan de seriebouw beginnen. In 2022 worden de eerste zes afgeleverd.
Sri Lanka
Het bouwen gebeurt niet in Nederland, maar in Sri Lanka. “Ze kunnen daar heel goed bouwen,” vertelt Bernard. “We hebbe daar met onze partner in 25 jaar al 900 boten voor de Nederlandse markt gebouwd. De Flyer 33 past zonder kiel zo met mast en al in één 40-voets container. Vanuit Sri Lanka kun je de boot zo overal naartoe brengen. Bij een werf laat je de boot op z’n kiel zakken, tuig erop en gaan. De eerste boten zijn voor Nederland en Duitsland, maar ik weet zeker dat het straks ook aan slaat in bijvoorbeeld Zwitserland.”
Geluksvogel, de boot van Mohr en de enige Flyer 33 tot nu, toe is zwaarder dan de nieuwere modellen. “Aan het einde van de bouw hebben ze nog flink wat hechthout naar binnen gebracht,” lacht Bernard. De boot is droog dik 300 kilo zwaarder dan de nieuwe boten straks. Een Flyer 33 zonder tuig weegt 2800 kilo.
Bamboe
Slechts op een paar punten worden aanpassingen gedaan. Oorspronkelijk waren er ovale raampjes in de opbouw te zien, wat de boot een vrij klassieke uitstraling gaven. Inmiddels is die look veranderd voor een sneller-ogend langwerpig raampje, wat voor het oog met een sticker is gedaan op Geluksvogel. Het maakt de boot aanzienlijk stoerder. Ook komt er standaard een elektromotor in.
Binnen is de boot voorzien van een licht, maar scheeps ogend interieur. “De wc maken we straks zo dat je wat mee privacy hebt. Daarnaast verdwijnt het donkere hout. Een klant vroeg om een intimmering van bamboe en we gaan dat toepassen bij alle boten.”
De optielijst voor de boot is niet bijster groot en bevat vooral basale zaken zoals de elektrische uitrusting. Bernard legt uit: “Veel opties levert alleen maar gedoe op. De boot moet eerst helemaal uitgedacht worden en dan pas gebouwd. Als je later nog dingen gaat aanpassen gaat het zeker weten mis.”
Gennaker
De laatste stuiptrekkingen van de zomer zijn niet overtuigend, maar de dreigende wolken verstaan hun vak. Het grijs in de lucht is nog een tint donkerder geworden. Als Bernard de diesel start valt het me pas op dat de haven is uitgestorven. Ik vraag me af of iedereen op het water zit en als we Het Joppe opvaren blijkt dat we het rijk bijna voor onszelf hebben. Motorboten met slierten huursloepen achter zich aan maken haast richting de haventjes. Morgen moet alles weer klaar zijn voor de hordes dagjesmensen. Vandaag is de Kaag voor ons en voor de Flyer.
Bernard kijkt even omhoog en daarna op de windmeter tegen de kajuit. “Gennaker?” Femke en ik knikken enthousiast. Na wat gerommel op het voordek klapt het groene zeil vol. We krijgen een duw in onze rug en voordat we het weten zijn we alweer bij de kant. We maken een gijp en ik merk dat dit grote tuig iets meer aandacht vereist op zulk klein vaarwater. Al snel zit de vaart er weer in als we ruime wind richting de doorgang naar het Zweiland opzoeken. De doorgang zelf is voor de wind en ik stel voor om te vlinderen. “Dat gaat niet heel lekker met deze gennaker” roept Bernard. Koppig hou ik vol. Afkruisen is sneller, dat weet ik, maar in dit smalle vaartje ga ik liever iets minder snel met zo’n boot onder m’n kont. We varen pas net!
De gennaker werkt gelukkig mee en staat mooi bol naast het grootzeil z’n best te doen. Bernard pakt z’n telefoon en schiet een foto. “Leuk dit!”
We sukkelen met de wind in onze rug langs Waterlust, de Kaagsociëteit. Eenmaal op het Zweiland zoeken we de hoogte weer wat op en zien we ook de snelheid weer oplopen. Het waait niet hard, zo’n 12 knopen, maar met wat helling erbij voelt het heerlijk. Helaas, nét geen 7 knopen.
Na een gijpje crossen we verder naar de andere kant van het meer. “Een kijken hoe hoog we kunnen onder gennaker?” vraag ik aan Femke die achter het roer zit. Ze knikt en duwt de helmstok wat van haar af. En nog wat, en nog wat. De boot begint lekker te hellen, en de snelheid loopt wat op. Dan komt het verwachte moment waarop de helmstok niets meer doet en opvallend langzaam lopen we uit het roer. De rust aan boord blijft en lachend kijken we elkaar aan. “Nou, zo hoog dus!” De schoten worden rustig gevierd en enkele tellen later zijn we weer de baas over de boot. Halve wind blijkt iets teveel van het goede.
Het is kenmerkend voor de Flyer 33. Ja, het is een dagzeiler, waar je overigens met gemak een paar dagen mee weg kan, maar het is ook een boot die meer aanvoelt als een wat groter jacht. Als ik het roer van Femke overneem moet ik even wennen aan de hoe de 33 voeter reageert. Ze laat zich niet varen als een open boot. Het gewicht en vorm van de romp maakt haar vergevingsgezind en de bewegingen zijn enigszins gedempt. Als snel krijg ik de slag te pakken en ben ik niet meer van de helmstok weg te slaan.
Bernard staat inmiddels ijverig met de schoot in z’n hand de gennaker op het voordek te trimmen. Hij lijkt zich kostelijk te vermaken. De Eijmerspoel zijn we bijna uit en op Dieperpoel, voor Zeilschool ’t Vossenhol halen we de gennaker naar beneden. Nu nog aan de wind terug.
Op een houten wedstrijdvalkje bij ons in de buurt gaat vanuit de trapeze een duim omhoog. Het valkje is eigenlijk veel geschikter voor dit water. Ook aan de wind zeilen we met gemak wat andere bootjes voorbij en een paar klapjes verder zijn we alweer bij de Kaagsociëteit waar we even de blitz maken door rakelings langs de steigers te varen. Tegen de ramen zitten enkele neuzen gedrukt om ons in de gaten te houden.
We lopen in op een Polyvalk en varen onderlangs voorbij met dik 5 knopen. We moeten overstag, maar dan zit dat valkje in de weg. Bernard roept: “Zouden jullie misschien…” Hij hoeft z’n zin nog niet af te maken of het valkje is al voor ons overstag. Alsof we op de Groene Draeck zeilen!
“Nooit aan een stuurwiel gedacht?” vraag ik Bernard. “Ja natuurlijk wel,” volgt het antwoord resoluut. “Ik wilde er per direct een stuurwiel opzetten. Maar toen stapte ik aan boord op het IJsselmeer en na twee tellen dacht ik ‘dit is een helmstokboot’. Een stuurwiel is wel een optie, maar gelukkig heb ik tot nu toe alle klanten kunnen overtuigen dat een helmstok hier veel fijner is.
Voordat het rondje Kaag er alweer op zit kijk ik nog eens goed om me heen. Ik zie Spinlock stoppers, mooie Harken lieren en beslag; alles is tiptop uitgevoerd. De grootschoot komt samen met wat trimlijnen in de rugleuning van de kuip uit. Het German sheeting systeem werkt prettig op de boot en is zonder al te veel kracht prima te bedienen.
“Zijn er nog punten waar er concessies zijn gedaan?” “Nee,” antwoordt Bernard stug. “Nou, misschien de prijs,” voegt hij daar lachend aan toe. “Ik heb geen zin om in de marge te rommelen met minder goede onderdelen. Het moet allemaal gewoon goed zijn. Je krijgt de boot min of meer zoals Rutger Mohr hem heeft bedacht. Gewoon goed en dat mag wat kosten. Het is niet de meest praktische boot om met de hele familie een week op te verblijven, de boot moet vooral mooi zijn.” Ik denk terug aan de meedraaiende hoofden op de valkjes. Een schoonheid is de Flyer 33 zeker.
Als de motor ons weer door de Groote Sloot loodst, begint de zon weer wat te schijnen. De haven is nog steeds uitgestorven, maar Femke en ik zijn blij dat we ons niet door een code geel hebben laten afschrikken. “Ik heb heerlijk gevaren jongens,” zegt Bernard als we de boot opruimen. “Altijd leuk om met zeilers op pad te gaan.”
In 2022 zien zes nieuwe Flyer 33’s het daglicht. Ze zijn gebouwd voor zowel Nederlandse als Duitse klanten.
Specificaties:
- Lengte: 10,10m (waterlijn: 8.05m)
- Breedte: 2,67m
- Diepgang: 1.35m of 1.85m
- Gewicht: 2.700kg (1050kg ballast)
- Prijs vanaf: €160.000
Meer info: Menkenmaritiem.nl