Advertentie
Hij vaart op een plastic bak, maar zijn hart ligt toch bij de houten boten. Klaas Smit is een fanatiek zeiler, al zijn leven lang. Van zijn hobby maakte hij zijn werk, hij schrijft namelijk ook over zeilen. En dan voornamelijk over houten boten, ook voor Zeilwereld. Wij vonden het tijd hem eens in de spotlight te zetten. Een goed idee, want ook wij leren zo weer wat meer over Klaas Smit en zijn zeilersleven.
Wanneer ben je begonnen met zeilen?
Mijn ouders namen me al mee in een zestienkwadraat. Daar weet ik zelf niets van, zo jong was ik toen nog. Ik ben op mijn zevende in een houten Piraatje gezet met een rood-wit gestreept zeil. Halverwege de jaren ’70 was dat, zeilen in het Piraatje herinner ik me nog heel goed. Het was een mahoniehouten bootje, glimmend gelakt door mijn vader. Ik moest er goed op passen en dat deed ik dan ook. Mijn ouders hadden een houten kajuitschouw en dat Piraatje hobbelde daar mooi achteraan als we weer naar een andere stad of ander dorp in Friesland voeren.
Wat voor boot heb je en is dit jouw droomschip?
Vroeger voeren mijn zusje en ik met onze ouders mee. Elke weekend en elke zomervakantie. Nu vaar ik met mijn vrouw en onze dochters. Voorheen hadden we een houten vissermanschouw, sinds een paar jaar zeilen we in een plastic Scanmar 33. Een praktische boot, geen lelijke gebaksdoos en een boot waar je makkelijk solo mee kunt zeilen. De kleine dames zijn groot geworden en niet iedereen wil meer elk weekend het water op. Als het even kan, wil ik dat wel en mede daarom zijn we overgestapt van een platbodem op een scherp jacht.
Ik zou nog graag een zeewaardige zeilboot willen hebben waarmee je ook kunt droogvallen. Geen rond- of platbodem, maar een houten zeilboot om mee te scharrelen op het Wad, maar waar je ook prima mee naar Scandinavië, Engeland of Frankrijk kunt zeilen.
Waar gaat je voorkeur naar uit, een polyester schip of toch hout?
Mijn voorkeur gaat toch uit naar hout. We hebben nu een polyester boot waar we prima met zijn vieren op kunnen vertoeven, maar houten boten hebben een ziel. Houten boten kan ik niet loslaten, zo weet ik nu. Dat zijn vaak boten met een verhaal. In de wereld van houten boten zit meer gevoel en emotie. Ik merk dat vooral tijdens mijn werk sinds ik schrijven en varen heb gecombineerd. Ik schrijf boeken over houten boten en hun eigenaren, of over bouwers van houten boten. Ook de artikelen voor de Spiegel der Zeilvaart over houten boten zijn prachtig om te maken, vanwege de passie die eigenaren voor hun boten hebben. Hout leeft en houten boten leven ook.
Wat is je het meest memorabele herinnering aan het varen met de palingaak?
Dat is een grote stap, naar de palingaak. Tijdens mijn studie Nederlands was ik zeilinstructeur op It Beaken in Heeg. We gaven geen les in Valkjes, maar in tjotters, authentieke houten platbodems. De toenmalige bouwer van houten rond- en platbodems in Heeg was Pier Piersma. Zijn ouders zijn in 1946 de zeilschool-jeugdherberg It Beaken begonnen en als instructeur kwam ik regelmatig bij Pier op de werf. De vloot van 12 tjotters ligt nu niet meer bij It Beaken, maar in een splinternieuw onderkomen direct aan het Heegermeer en is eigendom van de Stichting Friese Tjottervloot. Word varend donateur en je kunt zo vaak in deze scheepjes zeilen als je wilt. De stichting onderhoudt de vloot van donateursbijdragen.
Vele jaren later werd er in Heeg een reconstructie van een palingaak gebouwd, vooral dankzij Pier zijn inspanningen hiervoor. Ik heb de bouw op afstand gevolgd en toen dit bijzondere schip een paar jaar in de vaart was, mocht ik een keer mee. Ik kende Pier en dat hielp. De meest bijzondere tocht met de palingaak was de reis naar Engeland, Londen om precies te zijn, in 2019. Voor het eerst in 80 jaar lag er weer een palingaak op de Theems. Dit keer niet met 20.000 pond levende paling in de bun, want daar werden palingaken vroeger voor gebruikt. Het waren handelsschepen waarmee levende paling naar Londen werd vervoerd en daar werd verkocht.
Op 5 juni dit jaar gooit de palingaak de trossen los voor een historische reis naar de Oostzee. Toen de vraag naar paling vanuit Londen toenam, konden vissers dat niet vangen in Friesland. Palingaken voeren tussen 1886 en 1936 ’s winters naar de Oostzee om daar paling in te kopen. Dit belooft een mooie reis te worden, waarvoor de palingaak nog wel wat steun kan gebruiken. Kijk op www.palingaakoostzee.nl.
Wat heb jij altijd in je zeiltas zitten?
Ik ben een beetje afgedwaald. Ik houd van houten boten en verzorg voor een aantal stichtingen de promotie. Ik wil graag dat zoveel mogelijk mensen kennis nemen van die mooie initiatieven die ontplooid worden met houten schepen door vrijwilligers. Vooral rond- en platbodems zijn schepen die bij Nederland horen. Voor ondiepe slootjes, vaarten en meren zijn deze boten met zijzwaarden uitstekend geschikt. Ze passen naadloos in het landschap. Erin zeilen is een feest, maar er over schrijven en vertellen ook. Ik heb dus altijd een camera, pen en papier in mijn zeiltas zitten. Als er iets gebeurt dan leg ik dat vast of schrijf ik dat op. Al die kleine voorvallen vinden later hun weg naar een verhaal, artikel of boek.
Wat is een absolute don’t aan boord voor jou?
Niet springen aan boord van een houten boot. En, op klein vaarwater geen luide muziek. Dat verstoort het genieten van rust en ruisend water langs de romp. Springen is uit den boze, omdat constructies ontzet kunnen raken en dat leidt tot lekkage. Zeilen is prachtig, maar water aan boord wil je te allen tijde voorkomen. Geniet van het varen, houd het veilig en wees alert. Als iedereen aan boord zich daarop focust zijn don’ts wat mij betreft niet nodig.
Wie zou jij nog wel eens aan boord willen hebben?
Daar vraag je wat. Geen idee. Ja, wacht, toch wel. Ik zou nog graag een keer een zeiltocht met mijn vader willen maken. Maar ja, dood is dood, dus dat gaat niet meer. Maar mocht iemand daar toch wat op vinden, dan houd ik me van harte aanbevolen.
Op welke klus ben jij het meest trots?
We hebben vijftien jaar een houten vissermanschouw gehad van negen meter. Om het jaar lakte en verfde ik die boot en voorzag ik het onderwaterschip van een nieuwe laag nepteer. We hebben nu sinds 2017 een polyester boot van een metertje langer, maar daar heb ik veel meer werk aan gehad dan aan die houten schouw. De beste ingreep is geweest het veranderen van de leuning van de rondzit naar vierkant (lees dat verhaal hier). Afgelopen winter hebben we het dek en de kuip opnieuw geschilderd en daar is de boot enorm van opgeknapt. Onze Scanmar stamt uit 1985 en was zichtbaar oud. Iets mag best oud zijn -als liefhebber van houten boten is dat ook wel handig- maar het mag er niet aftands uitzien, vind ik.
Heb je nog een gouden tip aan de lezers van zeilwereld?
Nee, geen gouden tip. Geniet van het zeilen op jouw manier. Zolang je boot rechtop blijft en je genoeg water onder de kiel hebt en vrij blijft van de wal, gaat het lang goed. Ik probeer zoveel mogelijk op het water te zijn en te genieten van het gevoel van vrijheid dat zeilen me geeft.
Net als Klaas Smit in de spotlight komen?
Wil jij jouw zeilleven ook met ons delen door het beantwoorden van een aantal vragen? Of ken je een zeiler die wel eens in de spotlight gezet mag worden? Stuur ons een mail via redactie@zeilwereld.nl met een korte introductie en wie weet sta jij over twee weken wel in de spotlight!