Advertentie
Het oversteekseizoen is begonnen en ook mijn eerste grote oversteek komt eraan. Een moment waar ik al jaren naar uitkijk. Wie weet vind ik het oceaanzeilen wel helemaal niets en kan ik de refit van mijn eigen boot staken, of maak ik er een 13 in een dozijn vakantieboot van. Maar hoe kan het dat ik er al zo lang naar uitkijk, maar geen flauw idee heb wat ik mee moet nemen? Wat voor kleding heb ik nodig als ik in een week of drie van Lanzarote naar Sint Maarten vaar?
Verschillend per situatie
Het liefst loop ik de hele herfst door nog in een korte broek. Liever een trui met een korte broek, dan een lange broek met een t-shirt. Ik kan goed tegen kou, maar aan boord, wanneer de vermoeidheid z’n tol begint te eisen, kan ik het nog wel eens goed koud krijgen. Als dat eenmaal gebeurt, is warm worden lastig en wordt het zeilen onplezierig.
Ik heb geleerd om te luisteren naar m’n lijf aan boord. Zo drink ik ook vrijwel geen koffie meer op langere tochten, omdat ik daar m’n vermoeidheid mee uitstel en dus ook geen symptomen kan herkennen. Als je het koud hebt, ben je sneller moe, en andersom. Goede kleren zijn belangrijk en verschillend per situatie.
Gelukkig heb ik een hoop zeilers in mijn vrienden- en kennissenkring en kan ik de nodige mensen aan hun zeiljasje trekken. Hun antwoorden sluiten gelukkig goed op elkaar aan. Ik vraag vier zeilers om advies: Sanni, een jonge wereldzeilster; Zeilwereld-collega Herco die op het punt staat om naar Kaapverdië te zeilen; Bojan, een ervaren oceaanzeiler, en Noortje die al eens van de Canarische Eilanden naar Kaapverdië voer.
Over zeilkleding lees je ook:
– Zo houd jij het warm deze winter
– Trotseer de Nederlandse winter in je Dinghy
– Een zeilbroek van de Decathlon, is dat wat?
– Zhik Seaboot 900: De perfecte zeillaars?
Sanni: “Neem zeker een zeilbroek mee”
Een jaar geleden spreek ik Sanni over haar Atlantische tocht. Via social media laat ze zien hoe haar leven op het water is. Tijd om eens bij te praten en haar om advies te vragen.
Hoe westelijker je komt, des te warmer het wordt. Als je in de golfstroom terecht komt, wordt het water zo’n twee a drie graden warmer. Dit geldt ook als je zuid vaart. Bij gematigde wind zijn de nachten echt warm en bovendien ga je in de meeste gevallen downwind en heb je dus niet heel veel wind over dek. Een zwaar zeilpak is dus niet nodig, maar als het kan zou ik het wel meenemen.
Bij vertrek is het alleen nog niet zo warm en is de luchtvochtigheid nog heel erg hoog. Het kan dan snel flink afkoelen. Je hebt waarschijnlijk voldoende aan een lichte zeiljas. Maar een broek zou ik zeker meenemen. Ik had geen zeilbroek mee en heb er een moeten delen met een ander bemanningslid. Die broek was me veel te groot, maar dat zat juist wel fijn! Bij aankomst kocht ik meteen een veel te grote zeilbroek voor mezelf.
Het hangt ook af van hoe lang je wachten ’s nachts duren. Bij een lange wacht moet je jezelf wel warm houden. Als je het eenmaal koud hebt, ben je ijskoud aan het einde van je wacht. Daarom wilde ik het altijd zo warm mogelijk houden. Een zeiljas en zeilbroek kun je altijd uitdoen of er minder kleren onder aandoen, zodat ze alleen de wind van je lijf houden, maar je niet per se opwarmen. Mijn schipper droeg zelf ’s nachts gewoon zijn shorts, dus het hangt natuurlijk ook van de persoon af.
Sanni zeilt de wereld rond zonder eigen boot.
We interviewden haar vorig jaar over haar avonturen. Ze is nog lang niet uitgezeild en inmiddels zit ze heerlijk op de Pacific.
Het interview lees je hier:
Bootloos rond de wereld zeilen met je duim omhoog
Herco: “Een trui is wel erg lekker”
Zeilwereld-collega Herco ligt op Gran Canaria klaar voor de eerste etappe van de ARC+, naar Kaapverdië. Eerder dit jaar vertrokken hij en zijn vrouw uit Nederland en al weken zitten ze in het kortenbroeken weer.
Wij lopen al weken, eigenlijk vanaf het moment dat we op de Canarische Eilanden zijn, in een korte broek en een t-shirt. Soms is een dun regenjasje wel lekker bij een buitje, maar op zee zitten we veel onder de vaste buiskap zitten we dus enigszins droog. Als je overvallen wordt door een squall, dan is een regenjack wel fijn. We hebben dunne zeiljacks aan boord en die zijn voor mij toereikend. Zware oceaanpakken zijn niet echt nodig, maar een regenjasje en -broek wel.
In de nacht kan het flink afkoelen en dan is een goede trui wel erg lekker. Een lange, makkelijk zittende broek zou ik wel meenemen, maar vooral voor ’s nachts. Overdag is het alleen maar korte broeken en t-shirts. We slapen al weken alleen onder een dekbedhoes. ’s ochtend is een extra dekentje erbij nog wel eens lekker, maar ook voor onderweg zou ik geen dikke donsslaapzak meenemen. Een lichte slaapzak en een lakenzak is misschien wel het beste.
Update: Na een zeiltocht van een week van Gran Canaria naar Kaapverdië appt Herco me. “Fantastische ervaring. In de nacht vonden we het nog best wel koud.” Die warme trui (of twee) gaat dus zeker mee!
Lees ook:
Herco mijmert over het zeilersleven en wat voor geluk het vertrekken brengt.
verpeinzing: Ik ben een geluksvogel
Bojan: “De wedstrijdzeilers adviseer ik om wat meer mee te nemen”
Met enige regelmaat is Bojan op de oceaan te vinden. Het liefst op een comfortabele catamaran. Na vele deliveries heeft hij duidelijk voor ogen wat voor hem de juiste set kleding is.
Het hangt er een beetje vanaf hoe je wilt zeilen. Als je de passaat opzoekt heb je vrijwel niets nodig. Wil je sneller zeilen, dan moet je ook wel eens wat hardere wind opzoeken en dan ben je zo maar een paar dagen aan het kruisen. Een goedpak om droog te blijven is dan wel erg prettig. Je hoeft niet veel warms mee daarnaast. Een lekker waterdicht windjack is prima, misschien een simpel regenbroekje voor de zekerheid. Voor de wedstrijdzeilers en ‘hardcore onderwaterzeilers’ zou ik toch adviseren om iets meer mee te nemen.
Zowel overdag als ’s nachts is het vaak meer dan 20 graden. Naar het einde van de oversteek toe zit je zelfs rond de 30 graden. De eerste dagen is het dan ook wel lekker om iets te hebben waar je in of onder kunt slapen, maar dat kan prima een dun dingetje zijn.
Noortje: “Je zonnebril vergeten is het domste wat je kunt doen”
Noortje zeilde met haar vader Erick een etappe mee met ‘Ya’ de duurzame zeilboot van Peter Hoefnagels. Vanaf de Canarische Eilanden zeilden ze naar de Kaapverden. Veel wind en geen wind, van alles kwam voorbij.
Een week na vertrek liep ik al in bikini op de boot en zat ik ’s nachts in een t-shirtje. Als het iets frisser werd had ik daar een sweater overheen, maar dat was het wel. Je hoeft sowieso niet je dikste zeilpak mee te nemen. Twee pyjamabroeken deden dienst als lange broek. In de frissere nachten was dat prettig, maar ze zijn ook fijn om in te slapen. Slapen deden we in een lakenzak en als het koud was ging daar een fleecedekentje overheen.
Een goede tip is van die multipacks met ondergoed. Ik kocht die bij de HEMA en nam die in de verpakking mee. Die verpakkingen nemen maar weinig ruimte in en zo heb je toch schoon ondergoed onderweg, ook al is wassen niet echt mogelijk. Om jezelf te kunnen wassen zijn die vochtige wegwerpwashandjes of -handdoekjes echt een uitkomst.
Vergeet ook een hoedje of pet niet. Wij hadden een belachelijk goedkope pet van de Decathlon met zo’n flap in je nek mee. Dat was erg fijn. Ik had mijn zonnebril vergeten en dat is het domste wat je kunt doen!
Conclusie
Het is fijn om beter te weten wat me te wachten staat qua temperaturen. Omdat ik met het vliegtuig naar en van de boot reis is het geen optie om alles maar uit voorzorg mee te nemen. Dat ik geen zwaar zeilpak mee hoef te nemen, maar voldoende zou hebben aan een lichtweerpak, stemt me vrolijk. Meer plek voor extra shirtjes (douchen is niet echt een optie), een lekkere trui en wellicht wat souvenirs!
Tip: Heb je een lichte huid die snel verbrandt? Neem dan luchtige t-shirts mee met lange mouwen. Het scheelt smeren en onderweg wil je niet verbranden. Bijna elk outdoor- of zeilmerk heeft wel een lijn met uv-werende shirts.