Advertentie
50 maanden zwerven over de wereldzeeën
Kun je alles daadwerkelijk loslaten als je de trossen losgooit voor een jarenlange reis? Mariska Woertman hoopte van wel, toen ze van wal stak met haar man Tjaart en jonge dochters Linde en Berber.
Elke zeiler weet dat het zeilen niet altijd leuk is. Stress, slecht weer, een planning die in de soep loopt, noem maar op. Maar elke zeiler weet ook dat je de negatieve aspecten van het zeilen aan wal weer zo vergeten bent. En dan lonkt de zee weer. Als je meer dan vier jaar op zee zit, vergeet je niet zomaar alles en worden juist de worstelingen met de realiteit een bijna dagelijkse bezigheid.
Mariska en haar gezin zeilen met Zouterik, een Koopmans Jantine IV van 42 voet, via de Kaapverdische Eilanden naar de Carieb. Vervolgens varen ze door naar Panama. Daar gaat de wereld ook voor hen op slot als corona toeslaat. Zo’n wereldreis is op zichzelf al een uitdaging, maar een pandemie maakt het allemaal nog een stuk moeilijker. Uiteindelijk zetten ze hun reis voort en belanden ze via Frans Polynesië en Hawaii in Alaska. Een niet alledaagse route, die nog minder alledaags wordt als ze Zouterik over de weg naar de andere kant van Canada laten vervoeren, om vervolgens de Atlantische Oceaan wederom over te steken, dit keer van west naar oost.
In oktober 2022, na 50 maanden op zout, komt het gezin aan op Texel. Het is gedaan met de reis. Aan boord van Zouterik zijn vier mensen, maar niet diezelfde mensen die in 2018 vertrokken. Na terugkomst schrijft Mariska een boek over de bijzondere reis. Het boek ‘Los van Alles’ is inmiddels klaar en is te koop. Het is een openhartig verhaal, maar niet per se een reisverslag zoals je dat wellicht zou verwachten. Mariska: “Het boek gaat over mijn innerlijke reis en de inzichten die ik tijdens de reis heb verkregen. Inzichten over alledaagse thema’s: Hoe gaan we om met werk en alledaagse stress? Hoe verwerken we in ons dagelijks leven uitdagingen en tegenslagen? Hoe verhouden we ons tot de natuur, de klimaatverandering? Welke rol spelen ontmoetingen met andersdenkenden en de waarde van andermans inzichten in ons eigen leven? En hoe geven we dat een plek binnen ons eigen gezin en onze eigen familie?”
Hier lees je een deel van dat boek. Een boek dat je in de boordbieb wilt hebben ter inspiratie, maar ook ter herinnering dat niet alles je komt aanwaaien als Nederland eenmaal achter de horizon is verdwenen.
Tekst en beeld: Mariska Woertman
GROTE OCEAAN, ONDERWEG NAAR HAWAII
30 maart 2021, twee dagen onderweg
Elke keer opnieuw is een oversteek wennen. Aan het eeuwigdurende gevecht met de zwaartekracht als je door de boot beweegt. De continue strijd met jezelf. Het helpt om veel buiten te zijn. Ik probeer elke zonsopkomst en elke zonsondergang helemaal in me op te nemen. Elke dag is de hemel gevuld met pastelkleuren. ’s Nachts staar ik over de maan beschenen oceaan.
Berber is de eerste dagen erg zeeziek. Daar had ze vroeger nooit last van maar nu spuugt ze aan een stuk door. Ik loop af en aan met het teiltje, glaasjes water en soms een stukje cracker. De oceaan is onrustig, we koersen net iets scherper dan halve wind in een flauwe bocht via het oosten naar Hawaii. Linde slaapt voor het eerst in al die jaren een paar dagen op de bank in de kajuit. Anders vliegt ze voorin letterlijk tegen het plafond. Hoewel we tot weinig komen, vliegen de dagen voorbij. We proberen zoveel mogelijk te slapen en ondertussen lezen we, doen we spelletjes en ik probeer zo goed en kwaad als het gaat elke dag iets lekkers te koken. Gelukkig gaat het na de eerste dagen altijd beter. Er is iets meer energie om over die zoute wereld uit te kijken. Om een brood te bakken, een paar bladzijden te lezen of een spelletje te doen.
GROTE OCEAAN
1 april 2021, vier dagen onderweg
Het is mijn ochtendwacht, de zon komt op. Het wordt opnieuw een zinderend hete dag. Ik open de antenne van de satelliettelefoon om de e-mail binnen te halen. Tot mijn grote ontsteltenis lees ik dat een oud-collega en vriendin is overleden. Precies op dat moment duiken er wel honderd dolfijnen op naast de boot. Wat een mooi eerbetoon, toeval bestaat niet. Ik laat mijn tranen de vrije loop en bewonder de dolfijnen. Alsof de natuur aanvoelt wat je nodig hebt.
Ik herinner me een gesprek met mijn moeder, bij haar thuis in Hellendoorn, een maand of wat voor ons vertrek. ‘Mam, als we eenmaal onderweg zijn naar Frans-Polynesië, zijn we misschien wel zes weken op de oceaan. Er komt dan een moment dat we te ver weg zijn om op tijd thuis te zijn als er iets ergs met je gebeurt.’ Ik stikte bijna toen ik die woorden uit m’n mond perste. Ik herinner me dat ik verwoede pogingen deed om mijn tranen weg te slikken. Dat gesprek moest gevoerd worden. Niet alleen vanwege de hartaandoening van mijn moeder; ik wilde niet dat er iets onuitgesproken zou blijven tussen ons. Mijn moeder sloeg haar arm om me heen en terwijl ze over mijn rug wreef, antwoordde ze: ‘Mijn lieve dappere dochter, ik ben nog lang niet van plan jullie te verlaten. Maar als mij toch iets overkomt, moet jij je niet schuldig voelen. Jij volgt je hart en mijn hart reist door al jullie verhalen met jullie mee. Ik ga jullie enorm missen maar ik houd altijd van jullie.’
We zijn inmiddels Polynesië alweer uit en onze reis zit er nog lang niet op. Volgens mensen thuis zijn wij het enige minuscule stipje op Marine Traffic op dit immens lege stuk van de Pacific. Gelukkig is mijn moeder er nog steeds. Maar de herinnering aan ons gesprek komt altijd weer bovendrijven als er iets gebeurt met iemand thuis. Het helpt mij ook nu weer, na dit verdrietige e-mailbericht, om me te bedenken dat je altijd meer spijt krijgt van de dingen die je niet hebt gedaan dan van wat je wel hebt gedaan. Herinneringen verzamelen is zoveel mooier dan bezit vergaren.
“Kan ik nog met droge ogen werken voor een multinational die vooral aandeelhoudersbelang voor ogen heeft en niet een duurzame toekomst van de aarde?”
GROTE OCEAAN, NOORDELIJK HALFROND
9 april 2021, twaalf dagen onderweg
We schieten op. Nog veertienhonderd mijl te gaan. Eergisteren staken we voor de tweede keer in een jaar de evenaar over. Dit keer van het zuidelijk halfrond naar het noorden. Wie zeilt er nu twee keer in z’n leven over de evenaar? Laat staan in één jaar? Beleefde ik het daarom dit keer intenser dan de eerste keer? Is ’t het besef dat we nu echt iets aan het doen zijn dat weinig anderen doen? Zijn het de prachtige herinneringen die we op het zuidelijk halfrond hebben gemaakt? Of is het de belofte van de thuisreis die we nu eigenlijk hebben ingezet?
Linde en ik praten er regelmatig over hoe het zal zijn straks. Welke school ze zal bezoeken, waar we gaan wonen, hoe we er weer tussen passen. Het zijn dagen van verwachting. Wat gaan de komende anderhalf jaar tot thuiskomst nog brengen? Met elke mijl groeit mijn overtuiging dat ik straks een ander leven wil leiden. We hebben zoveel gezien en meegemaakt, zoveel inzichten gekregen en te delen. Hoe geven we dat een plek in ons nieuwe leven thuis? Passen mijn inzichten nog bij opdrachten in de marketingwereld? Kan ik nog met droge ogen werken voor een multinational die vooral aandeelhoudersbelang voor ogen heeft en niet een duurzame toekomst van de aarde? Kan ik nog directies adviseren die zichzelf verrijken ten koste van de toekomst van de wereld? Kan ik omgaan met mensen die niet verder kijken dan de grenzen van hun eigen leven? Onze reis voelt steeds meer als een spiegel, waarin ik alles wat ik voor waar hield tegen het licht kan houden. Nu is mijn kans om opnieuw te beginnen.
GROTE OCEAAN
12 april 2021, vijftien dagen onderweg
Het is een rommelige tocht. Dat geldt voor het weer, de staat van de zee én voor mijn gemoed. Al weet ik inmiddels dat die drie onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. We varen een aandewindse koers, zoeven op één oor naar het noorden. Er zijn veel squalls waar ineens dertig knopen wind in zit. Pijlsnel reven we dan de genua en houden de windmeter scherp in de gaten. Als we een tijdlang constant vijfentwintig knopen wind hebben, varen we enkel op de kotterfok, gereefde bezaan en dubbel gereefd grootzeil. We liggen zo schuin dat het water in de gangboorden staat. Ineens spuit er water naar binnen in de naad tussen het dak en de wanden van het dekhuis. Om de elektrische instrumenten te beschermen, lijnt Tjaart zich aan om met vet-band de kier aan de buitenzijde tijdelijk te dichten.
Ik herinner me niet dat we eerder zo in beslag werden genomen door onze zeilvoering, de boot op koers houden en het voor ons allemaal zo aangenaam mogelijk te houden. Hoewel we goede zeilers zijn die geen risico’s nemen, betekent de onvoorspelbaarheid van weer en oceaan dat je met weinig anders bezig bent dan maar gewoon doorgaan. De enige weg naar land leidt letterlijk door dit ongemak heen. Als je er te veel over nadenkt, wordt het afzien. Want ik voel me zeeziek, onze benen doen zeer van het hele dag schrap zetten, we hebben overal blauwe plekken, en vooral Tjaart en ik zijn doorlopend moe want ook tijdens de hazenslaapjes van enkele uren ’s nachts maken we elkaar regelmatig wakker om te helpen met zeilen reven of van koers veranderen. Het is een tijdelijke staat die vraagt om een hele basale vorm van het dagelijks leven het hoofd bieden. Je redeneert puur vanuit noodzaak en functie. Al het andere valt weg. Tegelijkertijd geeft het een enorme boost aan je geest, je mentale staat, om zo gefocust te zijn op dat ene doel: aankomen.
GROTE OCEAAN
17 april 2021, twintig dagen onderweg
Vreemde wezens die opduiken uit de oceaan, ’s nachts uit bed worden gehaald door onzichtbare handen, de thuiskomst op Texel, elfjes in het bos, vliegende vissen in ons bed. Zomaar een greep uit de dromen die ’s nachts Zouterik bezoeken. Is het de zilte zeewind die onze dromen doet ontwaken? Zijn het de doorwaakte nachten? Is ’t het besef dat we ons in niemandsland bevinden? Een blauw vacuüm als onzichtbare luchtbel om een oceaan vol geschiedenis, verhalen en voorstellingen? Komt het door de maan en sterren die we op zee honderd maal zo helder en intens beleven en die onmiskenbaar hun aantrekkingskracht op de oceaan en dus ook op ons uitoefenen?
Ik lees Berber voor uit De GVR, de Grote Vriendelijke Reus, van Roald Dahl. Over de aimabele gigant die weigert kindertjes op te eten zoals zijn soortgenoten, maar in plaats daarvan kinderdromen vangt. De gekste, wildste, meest onvoorstelbare dromen lees ik voor. In dromen kan immers alles. Ik geloof dat onze dromenactiviteit in deze weken op
zee een teken is van verwerking en verwachting. Kauwen op wat achter ons ligt, beleven in het hier en nu, en vooruitkijken naar Hawaii en wat daarachter ligt.
Elke reis kent in essentie dezelfde dynamiek. Zo ook onze weken op de oceaan. De eerste dagen zijn altijd onwennig. We voelen weemoed om wat we achterlaten. Zoveel moois, bijzonders en liefs. Dat gaat gepaard met onrust, onzekerheid, kribbigheid. We zijn in onszelf gekeerd, alleen met onze gevoelens en gedachten. Na een week komt de berusting. Het ritme van de oceaan bepaalt onze emotie. Nu eens gelijkmatig, dan weer onstuimig, maar de focus ligt op het hier en nu, ons leven op zee. Het verleden verdwijnt als een eiland bij zonsondergang uit het zicht. We voelen ruimte voor reflectie. Er is lucht en licht, vrijheid en verdraagzaamheid. En dan begint in ons navigatieprogramma de eta-klok te tikken. Nog zeven dagen tot aankomst, nog vijf dagen. Met het aftellen begint het vooruitkijken, de verwachting. Energie begint te stromen. Een nieuwe horizon. Er komt een e-mail binnen van onze Amerikaanse vrienden op Moorea die al een jaar op Hawaii rondvaren. Ze wachten ons op en barsten van de plannen. We praten, filosoferen en bedenken hoe het zal zijn op Hawaii, welke avonturen op ons wachten.
——–
Wil je verder lezen? Koop dan het boek ‘Los van Alles’. Het boek is in de boekhandel en via Bol.com. Wil je een gesigneerd exemplaar? Ook dat kan. Stuur een mailtje naar syzouterik@gmail.com.