Advertentie
Zo’n dertig jaar voer ik al met een mooi klassiek Frans Maas ontwerp. Samen met twee mede-eigenaren onderhielden we het schip en maakten mooie tochten over de Nederlandse en Europese wateren naar Engeland, Schotland, Denemarken, Noorwegen en Frankrijk. Met de kinderen, die al meegingen vanaf hun geboorte was dit een prachtig gedeeld familiebezit geworden, vertrouwd en beladen met herinneringen.
Tekst en foto’s: Michael Gunneweg
Na mijn pensionering was het dan ook een lastig besluit om de gedachte aan een nieuw schip toe te laten, maar mijn wens om grotere reizen op een minder Spartaanse wijze te kunnen maken gaf de doorslag om in 2021 over te gaan tot aanschaf van een Rassy 42 kits. Eindelijk voetruimte in mijn kooi en ook privacy voor de dochters met hun vriendjes!
Nieuwe boot klaarmaken voor de Middellandse Zee
In de zomer en winter kon ik volop aan de slag om de boot klaar te maken om naar de Middellandse Zee te varen. Nieuwe verstaging, plaatsing van een kotterstag, onderhoud motor, alle oude antifouling lagen afschuren, het onderwaterschip opnieuw in 8 lagen primocon zetten en het schoonmaken van de dieseltanks waren werkzaamheden naast de vele andere klussen die dan opdoemen. Daarnaast het nalopen van het lopend want en vervangen van oude vallen. Achterstallig lakwerk en het vervangen van her en der versleten teakdelen kostte ook de nodige tijd. Aan echt zeilen en het leren kennen van de boot kwam ik nauwelijks toe.
Aanschaf van veiligheidsmateriaal, zoals lifelines, Epirb, vuurpijlen, reddingsjoon, keuring van het reddinsgvlot, dat al 10 jaar over tijd was, allerhande spullen, die je aan boord hebt, die een vermogen kosten en waarvan je hoopt dat je die nooit hoeft te gebruiken.
Tenslotte het bedenken van een naam voor de boot; dit werd uiteindelijk Mr Baggins, naar de protagonist van The Lord of the Rings, een boek dat ik sinds mijn jeugd gelezen en herlezen heb. Deze brave hobbit, die liever nooit zijn deur uitkomt gaat ongewild een avontuur aan, waarin hij onvermoede werelden ontdekt, vele nieuwe vrienden maakt en boven zichzelf uitstijgt.
Last minute registratie
Administratief was het tijdig te boek stellen van de boot een grote uitdaging. Kadaster en Inspectie Leefomgeving hebben hier tijd voor nodig en een termijn van een half jaar bleek uiteindelijk krap te zijn. De tip die ik kreeg om dagelijks naar de voortgang van mijn dossier te vragen, was een goede en resulteerde in een last minute registratie.
Een goede registratie blijkt in Portugal en de Middellandse Zeelanden een must te zijn om gedoe te voorkomen; in iedere haven wordt naar alle documenten gevraagd, (eigendomspapieren/ registratieschip, verzekeringspapieren) en worden alle documenten gekopieerd. Ook bij controle op zee blijken deze documenten hun diensten te bewijzen; de buitengewoon intimiderende douanemedewerkers die aan boord stappen, worden na overhandiging direct een stuk vriendelijker en toegankelijker.
Dan natuurlijk de tochtvoorbereiding, aanschaf van pilots en kaarten en alle mondvoorraad, die je denkt nodig te hebben. Blikvoer, crackers, broden, soepen, fruit etc etc. Enorme hoeveelheden, die in het niets verdwijnen als je alles weggestouwd hebt. Mijn bemanning, broer Pieter, zorgde voor een ontelbare hoeveelheid Duitse worsten en Ivo, mijn klasgenoot van de zeevaartschool, zorgde voor genoeg blikjes bier (alleen voor havens).
Standbeeld voor mevrouw Boone
Ik ben nog ouderwets opgevoed, en zonder papieren kaarten wil ik de zee niet op. De elektronica werkte, maar kon de grote databestanden van Raymarine niet aan. Een week voor vertrek wist mevrouw Boone uit Middelburg dit probleem op te lossen. Ik denk dat heel zeilvarend Nederland die met haar van doen heeft gehad, het met mij eens is dat zij een standbeeld verdient. Ik heb haar met een bloemetje bedankt. Zij gaf me wel de waarschuwing mee, dat ik niet verbaasd zou moeten zijn als het systeem midden op Biskaye op zwart zou komen te staan. Misschien zou het toch wel verstandiger zijn als ik mijn tocht zou uitstellen na update van de elektronica, zo gaf ze me mee.
Hoe verstandig dit advies ook was, ik realiseerde me dat een boot nooit klaar is en dat een vertrek nooit plaatsvindt als je niet gewoon vertrekt. De boot was zeewaardig, de tuigage was goed, alle apparatuur werkte en ik bedacht dat een vertrek nog niet hoefde te betekenen dat ik ook per se op de gedroomde eindbestemming zou moeten aankomen; gewoon gaan en handelen naar bevind, was het motto.
Vertrek richting de Middellandse Zee
Uitgezwaaid in Numansdorp op 2 juni voeren we met een mooie zonsondergang naar Stellendam, waar we de volgende ochtend om 6.00 uur door de sluis gingen. Met een goede noordoosten windkracht 4-5 op weg naar Cherbourg, als eerste pleisterplaats. Een wachtschema van overdag 3 uur op en 6 uur af en s’ nachts 2 uur op en 4 uur af, zou voldoende slaap moeten betekenen, zo voeren we met een mooie snelheid richting kanaal. Eindelijk varen en eindelijk ruimte!
Alle inspanningen en stress verdwijnen als sneeuw voor de zon, als je eindelijk op weg bent en merkt hoe geweldig de boot vaart, zich onverstoorbaar door de golven een zekere weg baant; rustig en statig bewegend. In mijn oude boot hoorde je binnen alles kraken en ieder geluid werd versterkt alsof je in een klankkast van hout zat; nu, volledige rust, geen enkel geluid. Alleen aan het zingen van de schroefas kon je binnen horen dat de boot met flinke snelheid voortging.
In de loop van de volgende dag nam de wind toe tot een forse 6 en af en toe 7; plat voor de lap, zonder bezaan en met de uitgeboomde genua deels ingerold en een rif in het grootzeil, bleek de kotterfok goede diensten te bewijzen om het gieren te minimaliseren. Bij zo’n toename van wind ben je beducht op alles, de beweging van de boot, helling, golven die achterop lopen en hoe alles zich houdt en hoe het voelt. Meer reven? De snelheid liep soms op tot 10 knopen, wat ik sensationeel vond, maar wat geen probleem opleverde. Gewoon, lekker doorvaren; Mr Baggings en bemanning waren in hun sas. Zo voeren we de onstuimige en donkere nacht in.
Ouderwets inklaren
In de vroege ochtend van 5 juni arriveren we in het schemerdonker in Cherbourg; de laatste uren is de wind draaierig geworden om tenslotte op te gaan in een lichte drizzle.
Omdat de wind helaas naar het zuiden draait, is Brest een lastig doel geworden, en besluiten we hink stap sprong die kant op te gaan; dus eerst Guernsey. Gebruik makend van de neer vlak onder de kust van Cherbourg, komen we een heel eind. Guernsey is inmiddels geen EU meer en dat betekent een ouderwetse inklaring met een drietal douanebeambten aan boord, een beleefd kruisverhoor en administratieve rompslomp; eigenlijk zoals het 30 jaar terug ook gebeurde.
Wachtsysteem wordt aangepast
Na een tussenlanding in Roscoff en met een vooruitzicht voor een paar dagen Noordoostenwind, maken we 12 juni de sprong naar Coruna. Dit worden een paar prachtige zeildagen, waar je slechts van kunt dromen. Een mooie lopende wind die niet harder wordt dan 6, volle maan die de zee s’ nachts sprookjesachtig verlicht, dolfijnen en zelfs -in de verte- de fonteinen van een paar walvissen.
Het wachtschema voor de nacht passen we aan van 2 uur op 4 uur af, naar 3 uur op en 6 uur af; 4 uur af blijkt te weinig rust te geven, ook omdat het voor iedereen verleidelijk blijkt te zijn om van het zeilen en de gezelligheid te genieten en niet alle rust te pakken die mogelijk is. De stemming aan boord is optimaal, broer Pieter zorgt voor een onafgebroken stroom van hapklare maaltijden, zodat de hoeveelheid Duitse worst langzaam afneemt en onder het motto van Ivo, het hoeft niet lekker te zijn, als het maar genoeg is, worden al grappend en grollend de mijlen afgelegd.
Flaneren in het Spaanse
Vroeg in de ochtend van 15 juni varen we Coruna binnen. Coruna is een prachtige stad die veel te bieden heeft. Kleine steegjes, eettentjes, mooie pleinen en natuurlijk de overweldigende Spaanse uitstraling met palmen, zon en flanerende mensen. In Coruna kijken we de motor na, die volgens Ivo een te lage temperatuur aangeeft. Thermostaten blijken goed en ook de meter zelf is oke, dus we nemen aan dat het waarschijnlijk de temperatuursensor is. De pakking van het expansievat van de koelvloeistof is aan vervanging toe en nadat ik na een dag wandelen naar alle uithoeken van Coruna met een rol pakking aan boord kom, blijkt Ivo een nieuwe pakking geïnstalleerd te hebben van de achterkant van een schrijfblok.
Na een kort bezoek aan Santiago de Compostella vertrekken we op 16 juni einde dag met als bestemming Camarinas of Muros, afhankelijk van wind en voortgang. Het wordt tenslotte Muros, een prachtig authentiek gebleven plaatsje in een van de noordelijke Rias van Spanje. Daar aangekomen, vraag ik me af of ik wel verder moet varen; de omgeving is schitterend, het klimaat is prettig, het is rustig en het zeilgebied met alle Rias biedt voor jaren zeilplezier.
Ons verblijf in Muros valt samen met de lokale viering van een Mariafeest. Ter voorbereiding op de processie zijn alle vrouwen van het dorp twee dagen lang bloemenblaadjes aan het plukken waarmee ze de straten versieren met prachtige tableaus. Op de kerktrappen van het lokale kerkje spreken we 2 landgenoten die met een 25 voeter vanuit Nederland op weg waren naar de Azoren en halverwege Biskaye voor de komende depressie naar Muros zijn gevlucht; voor een van hen is het zijn eerste zeiltocht, de ander is steeds zeeziek; van enige zorg of bekommernis over het welslagen van hun tocht is echter geen sprake. Waarom naar de Azoren? Gewoon een mooi doel, zegt de schipper. Toffe gozers.
Tussen twee depressies door vertrekken we 19 juni in de avond met als bestemming Vilamoura, (Zuid-Portugal) waar broer Pieter weer naar huis zal vertrekken. We houden rekening met een verwachte swell van 2 tot 3 meter en flinke wind. Gelukkig valt het mee, al geeft de swell het gevoel dat je in een achtbaan op de kermis zit.
Zoektocht naar een lek midden in de nacht
In de nacht van 21 juni schrikken we van water op de kajuitvloer; omdat we met een forse helling varen en de boot af en toe behoorlijk beweegt denk ik in eerste instantie dat de wc is overgeklotst. Ivo heeft dan al tijdens zijn wacht de bilge leeggepompt en tot zijn geruststelling geconstateerd dat er geen nieuw water bijkomt. Alle mogelijkheden vervolgens nalopend, controleer ik in mijn wacht tenslotte de roerkoning en zie dat er daar een kleine lekkage is die de boosdoener is. Na het aandraaien van de vetpot houdt het lekken op. Het geeft wel een surrealistisch gevoel, in deze onstuimige zwarte nacht op de Atlantic kruipend over de vloer van de boot, op zoek naar een mogelijk lek.
Op 22 juni varen we de haven van Vilamoura binnen. Een goed georganiseerde haven in het zuiden van Portugal, volledig omgeven en gedomineerd door toeristische barretjes, eettentjes en stromen Engelse en Duitse toeristen. Na de vredigheid van Muros valt dit alles wel koud op het dak, al amuseren we ons wel om de zangers en zangeressen in de karaokebars.
In Villamoura vertrekt Pieter weer naar huis (Vliegveld Faro is vlakbij) en komt als surprise Annemiek, de vrouw van Ivo voor een lang weekend aan boord. Ze valt met de neus in de boter, want in warm en heerlijk weer zeilen we met een flinke wind in de rug in 24 uur naar Gibraltar. Daar volgt natuurlijk weer de administratieve rompslomp; voor de Engelsen die ik spreek geldt hetzelfde, maar dan in iedere EU-haven waar ze binnenkomen en zijn dit inmiddels zo zat, dat ze besluiten om de Middellandse Zee te verlaten.
Voor mijn verjaardag trakteert Ivo me op een toeristisch tripje naar de top van de rots van Gibraltar. Dit is verrassend mooi en geeft een waanzinnig uitzicht over de straat, met zicht op Marokko in de verte, Spanje in het achterland en Gibraltar zelf aan de voet van de rots.
Zondag 26 juni is jammer genoeg de laatste dag met Ivo en Annemiek aan boord en zeilen we met vliegende vaart naar Benaldamena (dichtbij vliegveld Faro). De volgende dag vertrekken zij naar Nederland en laten Mr Baggins en mij achter voor onze verdere tocht naar Griekenland.
Lees meer zoals dit:
We konden geen vergelijkbare berichten vinden.