Advertentie
Na jarenlang meevaren zeilt zoon Sam opnieuw met zijn vader mee, nu als jongvolwassene. Zijn nieuwe rol is als actief bemanningslid, niet als passieve puber. Hoe ervaren vader en zoon dat, ook nog eens in vreemde wateren? En wat als zijn vader overboord valt?
Tekst en beeld: Michiel en Sam van Straten
‘Man over boord’, zeg ik. ‘Nee hé?!’, reageert Sam. Met een verhoogde hartslag legt mijn zoon op de motor de boot stil, nadat hij de grootval losgegooid heeft. Tijdens het opdoeken van het grootzeil kijkt hij voortdurend over zijn schouder naar het wateroppervlak. Sam, later: ‘Hier had ik enorm tegen op gezien.’ Ondanks dat het om een oefening gaat vindt hij het toch spannend. Tja, er worden ineens andere dingen van hem verwacht dan vroeger.
Spannend
Ons vaarplan begint in de haven waar onze huurboot ligt: San Vincenzo, aan de Italiaanse westkust. We willen in een week wat toeren via nabijgelegen havens. Zes liggen er binnen bereik. Tenminste, als het weer dat toelaat. Ik wil niet ‘solo’ varen, maar wil dat mijn zoon actief meedoet. Dat wil hij ook. Maar hoe zal hij dat ervaren?
Sam: ‘Het was spannend om op een nog onbekend zeiljacht te gaan varen. ‘s Avonds hadden we de route uitgestippeld voor de volgende dag, en we wisten dat het een regenachtige dag zou worden met flinke wind. Dit bezorgde me wat extra spanning, omdat dit ons ervan weerhield om de boot rustig te leren kennen. De eerste keer hijsen van het grootzeil ging mis; de leuvers bleven niet netjes in de rails in de mast zitten, maar de helft van het zeil wapperde los van de mast. Mijn vader bleef aan ‘t stuur, ik ging het dek op om het zeil zo snel mogelijk weer op te doeken, en dit met hoge golven. Dat maakte het wel een beetje eng om zo de week te beginnen.’
‘De route uitstippelen, het weerbericht in de gaten houden en overleggen over de mogelijke bestemmingen heb ik nooit hoeven doen, aangezien ik lekker lui meevoer op ons eigen bootje, waar m’n ouders al deze dingen deden. Hier moest ik dat wel doen. Gelukkig had ik vaak meegekeken, dus was ‘t niet helemaal nieuw. Wel merk ik het navigeren allemaal in m’n eentje zou moeten doen, ik toch nog redelijk wat te leren heb. Zoals ook vooruitkijken met de weersverwachting en daarmee een vaarplanning maken en aanpassen.’
Nieuwe horizonnen
We praten over overnachten achter het anker of in een haven; ik geef de voorkeur aan het laatste, Sam lijkt ankeren wel speciaal. ‘Nieuwe horizonnen’, zegt hij terecht. Want daarom zijn we samen hier. Hij is begin twintiger – hij staat op de drempel van een ander leven, er doemen nieuwe vergezichten voor hem op. En dus ook voor zijn vader. We zien deze week daarom een beetje als gezamenlijk avontuur, op weg naar die nieuwe perspectieven. Deels letterlijk, deels figuurlijk.
‘Het voelde direct vertrouwd toen ik voet op het dek zette, aangezien we, mijn ouders, mijn broertje en ik, tot een paar jaar geleden vaak met onze eigen boot zeilden. Het was wel weer wennen aan alle namen voor de lijnen en het jargon in het Engels, merkte ik bij de uitleg van de verhuurder over wat er allemaal aan boord was. Iets waar m’n vader geen moeite mee had.‘
‘Er was een moderne elektronische kaart aan boord. Daarop kon je kaarten tot in detail kon bekijken, een route uitzetten, en ook de automatische piloot bedienen. Dus weg met die papieren kaarten! De jeugd moest zich er maar over ontfermen, ontdekken hoe dat ding werkte, zei de verhuurder lachend. Dus ik heb er wat mee zitten spelen, zodat ik snel doorhad hoe het allemaal werkte. Onwijs handig. En verbazingwekkend betrouwbaar. Wat ik zelf in de toekomst zou gebruiken? Beide, papier en elektronica. Dat laatste kan wel uitvallen namelijk.’
Verschillen
Op onze derde vaardag laat ik hem de haven uitvaren. ‘Neem jij de leiding maar’, zeg ik voordat we losgooien. Zo moet hij zich wel verdiepen in wat er allemaal bij komt kijken. Hoe staat de wind? Welke landvast gooien we eerst los, welke als laatst? Werkt de schroefwerking mee of tegen? Hij plant. Toch moet ik hem vlak voordat hij weg wil varen nog even wijzen op het snoer van de walstroom dat nog vastzit op de wal.
‘Ja, ik ben nog geen 25, de verbindingen in mijn hersenen zijn nog niet allemaal volgroeid hè?’ zegt hij lachend. Hij is op de hoogte van de moderne herseninzichten. Dan vaart hij onze Beneteau de haven uit. Zorgvuldig. Als we voldoende vrij zijn van de pier is het tijd om het grootzeil te hijsen. Na een paar minuten werk staan de zeilen er mooi bij. De stuurautomaat doet de rest, zou je bijna zeggen. De zon schijnt, en na een tijdje blijkt het zelfs een korte-broeken-koers te zijn. Met onze favoriete muziek uit de boxen en een koele drank erbij raken we helemaal in de vakantiemodus. We praten over muziek, films, walvissen en het getal 42 als antwoord op alles. Maar ook over relaties, studie en werk.
Al na de eerste dag is Sam volledig ontspannen. Ik ben dat niet. Teveel bezig met weersverwachtingen, niet alleen voor de komende dag maar vooral voor het eind van de week. Ik ben voortdurend in mijn hoofd actief met de omstandigheden en wat er mogelijk mis kan gaan: slecht weer, lijn in schroef, motor valt uit, enzovoort, en dat allemaal vlak bij lagerwal.
Ik herinner me van lang geleden een eerste tocht op de Middellandse Zee, toen ik met een ervaren zeiler meevoer en zelf vrijwel onervaren was. De ontspanning die Sam nu heeft herken ik van toen. Het is een mate van relaxed zijn die voortkomt uit onwetendheid. Alle ervaren zeilers die ik in de loop der jaren heb gesproken vertelden me dat ze altijd alert zijn, dat het erbij hoort om je geestelijk voor te bereiden op wat er kan gebeuren.
MOB
Tja, met z’n tweeën aan boord. Ik heb thuis vaak solo gezeild, zou de boot wel in mijn eentje kunnen varen. Maar hoe zit het met de veiligheid als mij iets overkomt? Sam, weet je het noodnummer nog dat we kunnen bellen? Dat weet hij. De marifoon weet hij ook te bedienen. De hamvraag is vooral: weet hij wat hij moet doen als ik onverhoopt overboord zou vallen? Tijdens een rustig stuk motorzeilen moesten we daar maar eens bij stil staan, vind ik.
‘We voeren op de motor en de genua, met heel rustig weer, toen m’n vader vroeg wat ik zou doen als hij op dat moment overboord zou vallen. Een beetje lacherig reageerde ik hierop met: motor in zijn vrij zetten, zeil naar beneden en omkeren om hem op te pikken. Oh nee, wacht, eerst de reddingsboei overboord. Niet alleen voor steun, het maakt ook beter zichtbaar waar hij is. Daarna dus boot stilleggen, zeil naar beneden en omkeren. Dit alles terwijl ik hem in de gaten zou moeten houden. Vanaf het zwemplatform zou ik hem dan oppikken.‘
‘Nadat ik dit verteld heb zegt hij: klinkt goed – nu voor ’t echie. Mijn vader gooide een stootwil overboord, iets wat ik wel een beetje had verwacht maar waar ik enorm tegenop zag. Dit omdat ik alles in mijn eentje zou moeten doen en ik toch het gevoel kreeg dat het om een persoon ging. Zoals ik gezegd had legde ik, met verhoogde hartslag, de boot stil en de motor in z’n vrij.‘
Sam zet de motor met een flinke dot gas in zijn achteruit. We liggen direct stil. Tijdens zijn handelingen kijkt hij regelmatig naar achteren, waar de ‘drenkeling’ is. Dat is een niet te onderschatten (lastig) onderdeel van een man-overboord-situatie. Voor je het weet is iemand uit zicht verdwenen. ‘s Nachts gaat dat helemaal dramatisch snel. En elke seconde is er één, gezien het koude water.
‘Telkens over m’n schouder kijkend gooide ik de grootval los, waarna ik het grootzeil opdoekte. Gelukkig waren er bijna geen golven, dus kon ik de stootwil goed in de gaten houden. Ik voer rustig achteruit maar kwam niet goed uit. Dus weer vooruit en nog eens proberen.‘
Sam manoeuvreert de boot met een draai richting de stootwil. Nu moet hij de boot nog achteruit richting drenkeling zien te krijgen, zodat deze zich hopelijk zelf op het zwemplatform kan hijsen. Het is te hopen dat het slachtoffer dat dan nog kan, want zonder verdere hulp heeft Sam zijn handen vol aan het besturen van de boot. Die heeft in zijn achteruit last van een flinke invloed van de schroefwerking op de koers: stuurboord uit gaat alleen met een flinke vaart. En die wil je niet, als je op een drenkeling afvaart.
‘Terwijl ik dit alles aan het doen was stond m’n vader vrolijk foto’s te maken. Hij hielp me niet, aangezien hij “in het water lag”. Dit is het engste wat ik ooit op een boot heb moeten doen. Waarom? Omdat ik voor me zag dat hij écht in het water lag. Dat maakte het wel realistisch, en ook eng dus. Ik hoop een man-over-boord situatie nooit in het echt mee te maken.’
Uiteindelijk lukt het Sam na een paar pogingen om de stootwil schuin achter de boot te krijgen en hem er met de pikhaak uit te hijsen. Operatie geslaagd, stootwil gered.
Ontspanning
Zou Sam de boot solo kunnen varen? Ik vraag het hem. ´Met rustig weer zou ik het wel kunnen, denk ik´, zegt hij, ´maar niet met het weer van de eerste dag’. Dat soort nieuwe horizonnen lonken wel, maar zullen dus nog even op zich moeten laten wachten.
‘Het mooiste van zeilen voor mij is de rust. Of je op de open zee vaart, op een meer of gewoon in de haven ligt, alles klotst en schommelt een beetje. Deze week heb ik geheel zonder zorgen doorgebracht. Geen stress voor school of werk. Normaal heb ik ook veel moeite met in slaap komen, maar door het schommelen van de boot en het klotsende water viel ik supersnel in slaap, en heb hierdoor ook heerlijk geslapen.’
Dat laatste gold na de eerste twee nachten gelukkig ook voor mij. Spanning en ontspanning. Het lijkt me een combinatie die onlosmakelijk verbonden is met het in zicht krijgen van nieuwe horizonnen.
Route
Lees meer zoals dit:
Vond je dit mooi? Deel dit verhaal dan met je vrienden:
1 reactie
Laat een reactie achter
Schrijf je in op de nieuwsbrief
Uitgelicht:
Nieuw in Toerzeilen:
1 reactie
-
Mooi verhaal. Ik herkenning de spanning van Sam. Alles tegelijk en dan keuzes moeten maken.
Mooi verhaal. Ik herkenning de spanning van Sam. Alles tegelijk en dan keuzes moeten maken.