Advertentie
Eerst zwaaide ze op afstand. Eenmaal dichtbij pakte ze mijn hand. En nu sta ik gebukt bij haar. Ik maak een opmerking over haar snoepje. Een felgroen zuurtje wat ze onder mijn neus houdt om te ruiken. Voorzichtig plukt ze het plakkerige papiertje er met beide handjes af en steekt het in haar mond. Het zit nu overduidelijk in haar linkerwang. Een jaar of vijf moet ze zijn. Gitzwarte, grote ogen en twee kroesknotten tekenen haar gezichtje. Ze ziet er keurig uit in schooluniform. Wit bloesje, donkerblauwe jurk en zwarte schoenen. Ik lach. En dan, uit het niets, spreidt ze haar armpjes en vraagt me:
´Can I give you a hug?’
Ik smelt. ‘Of course you can.’ Ik val op mijn knieën en geef een knuffel.
Zomaar een korte ontmoeting bij de basisschool van Chateaubelair op St. Vincent. Dit soort ontmoetingen zijn heel belangrijk voor mij. Net als vorige week voordat we hiernaartoe voeren. Ik wist dat die me zouden kunnen ontdoen van mijn rotgevoel en veroordelingen die ik had. Laat ik je vertellen hoe dat gebeurde.
Niet veel goeds
We hadden een fantastische zeiltocht achter de rug van Martinique naar St. Lucia. De wind speelde hide and seek achter het eiland maar eenmaal de zuidpunt voorbij werden het stabiele 15 tot 20 knopen. De oceaandeining kwam schuin van voren in en met zeilen halve wind was het gewoonweg genieten. Eilandhoppen in dagtochten bevalt ons heel goed.
Eigenlijk zouden we St. Lucia overslaan en rechtstreeks naar het zuidelijker gelegen St. Vincent doorzeilen maar medezeilers benadrukten dat we de beroemde Pitons niet mochten overslaan. En dus wilden we alsnog een paar daagjes voor anker. Ik weet nog dat Paul het me vroeg:
‘Heb je de reviews van de baai gelezen?’
‘Ja, heb ik. Hoezo?’
‘Nou, ik had op z’n minst verwacht dat je er iets over zou zeggen.’
‘Want?’
‘Ze zijn niet zo best.’
Ik werd stil. Had ik verkeerd gekeken? Snel had ik mijn telefoon erbij gepakt en Navily® geopend. De app waarmee we inzicht krijgen in ervaringen over jachthavens en ankerbaaien. Er werd inderdaad niet veel goeds over de ankerplaats gezegd. Blijkbaar had ik me vergist en over een andere baai gelezen. Hier in Soufrière waren mensen beroofd en boatboys opdringerig. Zeilers voelden zich onveilig. Meermaals werd het als meest onplezierige ankerplaats ooit bestempeld en zelfs opgeroepen tot een boycot. En precies daar lagen we, met hulp van Eddy en zijn boot Cool runnings, aan een mooring. Eddy, onder invloed van sterk spul, was vriendelijk en behulpzaam geweest en had ons graag meer willen verkopen. De tour naar de watervallen sloegen we af maar de grijze armband gemaakt van gemberzaad kon ik niet weerstaan. Opdringerig was hij niet geweest. Hij deed vooral zijn best.
‘Ik geloof niet dat ik op deze baai zou hebben aangestuurd als ik dit geweten had’, zei ik tegen Paul.
‘Dat dacht ik al, maar kijk nou eens om je heen! Het is hier prachtig!’
En dat was ook zo. We waanden ons in een scène van jurassic park met uitzicht op de beloofde Piton, wat piek betekent. De kleine en grote Pitons zijn ontstaan uit vulkanisch, opgestuwd gesteente en immens. Toch was ik onrustig, hoe mooi ook.
Gretig naar de wal
Wat was wijs? Zelf oordelen zonder naïef te zijn besloten we en dus maakten we schoon schip. Quelinda was nog nooit zo kaal geweest aan dek. De fenders, zwemkleding, flippers, pikhaak en vishengel, alles werd opgeborgen in afsluitbare bakskisten. Inklaren mocht alleen de schipper volgens de autoriteiten en dus bleef ik aan boord. Ik keek hoe Paul in plané wegvoer, genoot van het uitzicht en was verbaasd dat hij een half uurtje later alweer terug was. Door de douane kan zomaar een paar uur in beslag nemen.
‘We zijn ingeklaard. Niets aan de hand hoor, allemaal heel vriendelijk.’
Aan de mannen die het geld voor de mooring kwamen innen legde ik voor wat ik gelezen had. Was het waar wat ze zeiden? Ze wisten precies waar ik het over had, vertelden dat de beveiliging was aangescherpt en het nu beter ging. Toch sliepen we die nacht voor het eerst met het luik op slot.
De volgende ochtend was ik gretig om naar de kant te gaan. Ik wilde gevoel krijgen bij deze plek. We slenterden op Caribisch tempo door het stadje en kochten brood en passievruchtensap. De vrouw vertelde trots dat haar dochter het vanochtend al vroeg geperst had en zo een zakcentje bijverdiende. We vervolgden de kustweg langs hout getimmerde huisjes en vissersboten waaraan gewerkt werd. Verflucht vermengd met mest van een dik varken in de schaduw en een barbecue met gegrilde kip die alweer brandde, gingen over in de geur van overrijpe mango’s. De goede raapten we ertussen uit voor mangochutney. We bezochten de Piton watervallen waar het zo rustig was dat we het hele bad voor ons alleen hadden.
Rondlopen met open armen
Die dag hadden we minstens honderd keer goedendag gezegd, drie keer Gods zegen ontvangen en twee joints aangeboden gekregen. Elke nieuwe plek is zoeken, ontdekken. Mijn rotgevoel was gebaseerd op reviews, ervaringen van anderen. Ik velde een oordeel zonder zelf te ervaren en dat voelde verkeerd. We hebben een aantal dagen heel fijn op deze plek gelegen. Daarmee wil ik niets wat gebeurd zou zijn onder het tapijt vegen. Noch wil ik mijn ogen sluiten voor de armoede en problematiek die we om ons heen zien. Ook binden we niet de kat op het spek door met flappen te wapperen, in dure kleding rond te lopen of de dinghy zonder slot te laten drijven. Wat ik wel wil zeggen is dat rondlopen met open armen veel beter bevalt.