Pippin: Groeien als zeilers en reizigers

Petra Mommersteeg zeilt met Pippin, een Hallberg Rassy 43 MKii uit 2007 over de wereldzeeën. Zo'n reis zit bomvol bijzondere gebeurtenissen en emoties.

Door Redactie | 31 augustus 2023

Pippin Hallberg Rassy

Pippin: Groeien als zeilers en reizigers

Door Redactie | 31 augustus 2023

Advertentie

Door: Petra Mommersteeg
Augustus 2023


Pippin, a year in the life

Razendsnel zakt het water. De linehandlers hoog boven ons worden steeds kleiner en de sluismuren hoger. Het water kolkt om ons heen. Geconcentreerd vieren we de lange lijnen en proberen ons vlot van drie boten op zijn plek te houden. Dan rust. De metershoge deuren gaan langzaam open. We zien een klein strookje land. Op Maroro, de grote catamaran in het midden, komt keiharde Mexicaanse muziek uit de speakers. De kinderen dansen op de trampoline. Langzaam varen we de laatste sluis uit. Voor ons schittert de Bridge of the Americas in de zon. Achter ons gaan de sluisdeuren dicht. Er is geen weg meer terug.

Petra Mommersteeg in de spotlight
Petra en Michiel

In de spotlight
Eerder stond Petra op Zeilwereld in de Spotlight.
Om haar beter te leren kennen lees je dat artikel hier:
Petra Mommersteeg in de spotlight

Nieuwe horizon

Het is nog niet eens 100 kilometer die we hebben afgelegd en toch voelt de swingende entree in de Pacific als een rite de passage. Het water is donkerder blauw, de golven zijn lomer en trager maar de zon schijnt even fel en meedogenloos als aan de Caribische kant. Vol verwachtingen en nieuwsgierig hijsen we het zeil. De eerste dag van de rest van onze reis om de wereld.

Wat is er dan anders? Die vraag wordt ons vaak gesteld en het antwoord ligt voor de hand lijkt het. We komen immers in een spannend en uitdagend vaargebied dat nieuwe eisen aan ons stelt. Letterlijk en figuurlijk een nieuwe horizon.

We zijn er klaar voor. We kunnen het aan om op onszelf te zijn aangewezen. We worden steeds handiger en onafhankelijker met onze zonnepanelen en watermaker. We halen zonder enig probleem onze boot in en uit elkaar. Er is geen kabeltje of luikje in Pippin dat we niet kennen We kijken al lang niet meer naar de motor alsof het een hart/longmonitor naast een Intensive Care bed is. We herkennen de cumulonimbuswolk en zijn continue standby op “one-six and seven two”. Roger that. Bijna onopgemerkt leggen we ook steeds langere afstanden af, is de zee ruiger geworden, het weer wisselvalliger, het navigeren spannender en het foerageren uitdagender. Maar is er meer veranderd?

A walk in the park

Het gaat heel geleidelijk met die zeemijlen. Het eerste doel is de Galapagos Archipel. Met je nieuw aangeschafte Panamahoed op zeil je 850 mijl voor de wind. Je viert een feestje op de evenaar en je bent er voor je het weet. Op de Galapagos-eilanden is het puur genieten van alle bijzondere beesten die hun leefsfeer zonder enige gêne met je willen delen. Nou ja, soms dan.

Dan ‘De Oversteek’. Het vertrek naar Hiva Oa. Maar ook die 2980 mijl westwaarts met uitgeboomde fok en grootzeil vliegt voorbij. Soms een rifje, soms niet. De belangrijkste vraag op zeilgebied is: “Gaan we nú gijpen of morgen?” Drie weken lang een gestage passaatwind, zelden harder dan 20 knopen.  En dan, als je aankomt in de Markiezen vind je jezelf een hele Piet. Al twee oceanen overgestoken! De la Mer du Nord aux Marquises, dicht Jacques Brel. En wij zingen vrolijk met hem mee.

Een feestje op de evenaar

Palmbomen op zee

We gaan verder, naar de Tuamotus en de navigatie wordt uitdagender. De eilanden zijn niet hoog en massief zoals de Markiezen maar plat. Het zijn cirkelvormige riffen die je pas kunt zien vanaf zeven mijl. Alhoewel, de eilanden zie je niet. Wat je ziet zijn Palmbomen midden op zee. Navigatie met kaarten, elektronisch of papier maakt hier plaats voor tropical navigation.

De regels zijn simpel. Zorg dat je aankomt rond het middaguur, dan staat de zon boven je hoofd. Zorg dat je door de pas gaat met dood tij en bij voorkeur met laag water. Als je dan vastloopt, kun je misschien loskomen met het opkomende water. Kijk naar de kleur van het water, die vertelt je hoe diep het is. Draag een goede zonnebril en vertrouw dan pas op je eigen ogen. En probeer je vooral niet te laten imponeren door de brekende golven op het rif. Dat lukt ons nog steeds niet. Net als je denkt dat je er weer goed doorheen bent gezwijnd, wacht in de lagune een nieuwe uitdaging. De bommies, bollen van koraal, net onder het wateroppervlak. Staan niet op de kaart.

Geen zee te hoog?

Ook de schaal van Beaufort geven we steeds meer ruimte. Als we wegvaren uit Nuku Hiva richting Raroia staat er een stevig wind. Ik herinner me nog dat ik wilde omdraaien vanwege de “swell” die het oncomfortabel maakte. Als ik in het logboek terugblader heeft het niet harder dan 20 knopen gewaaid, windkracht 5.

Ongemerkt krijgen we hoe verder we de zuidelijke Pacific invaren steeds meer wind. We denderen door de Tonga-pas in de Western Laugroup (Fiji) met een “strong breeze”, zoals de Engelsen het formuleren. Nog net geen 30 knopen. Met deze wind vertrekken we ook voor de 110 mijl van Port Resolution naar Port Vila in Vanuatu. We weten dat we ‘s nachts een paar uur 30 -35 knopen, (windkracht 8, near gale) krijgen met steile, hoge golven om de zes seconden. Maar het weer zou nog slechter worden dus we moesten wel gaan en we deden het ook. Daarom wisten we dat wij onze laatste oversteek over de Coral Sea naar Mackay ook aankonden. 1150 mijl met een wind tussen de 15 en 35 knopen. En ja, ook wind tegen stroom. Geen gemakkelijke tocht dus. Sterker nog, hij komt in onze top vijf “worst passages” zelfs binnen op nummer één.

Het was zeven dagen zeilen in een wasmachine. Maar we waren goed voorbereid en zijn geen moment in de problemen gekomen. Ja, op het laatst toen ik een stootwil in het water liet vallen voordat we de haven van Mackay binnenvoeren. Maar onze man-overboord-manoeuvre in het pikkedonker was weer vlekkeloos. Was het leuk? Hmm. Maar opnieuw is er een grens verlegd en opnieuw was ik nog nooit zo blij dat we er waren.

We worden lid van de Yacht Club op Niue waar de schoolmeester ook de commodore is,
en niemand van de 1600 inwoners een boot heeft.

Petra Mommersteeg

Avonturen in de Stille Zuidzee

Ik droom al van de Pacific sinds ik als kind de Bob Evers serie verslond. Het zijn verhalen over drie jongens op een onbewoond eiland, een goudschip, muiters en piraten. Het is natuurlijk anders. Vaak zijn we een van de eerste boten die deze eilanden weer bezoeken na COVID. En dat maakt het onverwacht aandoenlijk en ook emotioneel.

Met de dinghy naar het paradijs waar een warm onthaal wacht

Veel eilanden waren de afgelopen twee jaar volledig geïsoleerd en in een aantal gevallen ook verstoken van voedsel, zoals Tonga en Fiji. De bevoorradingsschepen kwamen gewoon niet meer. De verhalen zijn soms hartverscheurend. Er vloeien veel tranen als onze ankerketting ratelt, want toeristen zijn belangrijk, en daarom zijn er vuurdansen op Hiva Oa. We lunchen ook in Daniels Bay (Nuku Hiva) spontaan bij een gezin en we worden lid van de Yacht Club op Niue waar de schoolmeester ook de commodore is en niemand van de 1600 inwoners een boot heeft.

Een waar feestmaal

In Tonga, waar Corona pas echt om zich heen greep toen er na orkaan Gabrielle besmette hulpverleners op het eiland kwamen, worden veel biggetjes geroosterd. En telkens weer wordt God in tranen bedankt voor we aan tafel gaan. In Fiji nodigt het stamhoofd van bijna elk eiland ons uit voor Sevusevu, een ceremonie waarbij cava gedronken wordt en waarmee wij zeilers toegang krijgen tot hun land en water.

Het meest raakt mij het bezoek aan Port Resolution op het eiland Tanna, waar de complete school uitloopt om ons zingend te bedanken voor de spullen die we hebben meegenomen. Zeilen, schoten en landvasten, keukengerei, kleren, schoolboeken, schriften, lampen op zonne-energie, messen en leesbrillen worden door de vijf stamhoofden eerlijk verdeeld op vijf grote stapels. Ook hier woedde Gabrielle meedogenloos zij aan zij met COVID. De mensen zijn gewend aan orkanen, maar niet aan besmettelijke virussen. Maar wat kunnen ze doen. Als altijd, uithuilen en opnieuw beginnen.

Kinderen van de school op Tanna. De Zweede en Mexicaanse kinderen va de ARC-boten zijn hier naar school geweest

Het is beter om te geven

Hoe meer eilanden we bezoeken hoe duidelijker het wordt dat de mensen ook in “normale tijden” al weinig hebben. Alles moet worden aangevoerd. Dat duurt soms maanden. Maar hoe weinig de mensen zelf hebben, toch krijgen we tassen vol sappig fruit op Nuku Hiva, een kopje thee en een pompoen in Loma Loma. Op de markt in Tonga krijg ik zomaar een paar ananassen in mijn mand geduwd. In Niue krijg ik twaalf eitjes van onze gids. Ik weet niet waar ze ze vandaan haalt want al vanaf de Galapagos eilanden zijn eieren een schaars goed. Iedereen wil met je praten, helpen, is vriendelijk, gastvrij en belangstellend. En geeft. “Hier een paar avocado”s. “Wil je een zak limoentjes?” Dus ook ik schraap iedere keer alles wat ik maar kan missen bij elkaar. Tassen vol suiker, meel, boter, olie en koffie vinden een nieuwe bestemming op een eiland in de Stille Zuidzee.

Vers fruit!

Mensen zijn soms zo blij met afwasmiddel of zeep dat het gênant is. De pennen, kleurpotloden en schriften zijn allang weg. De nagellak en make-up-setjes die ik nog uit Colombia heb, zijn daarbij vergeleken zo luxueus en daardoor waardeloos dat ik ze bijna niet durf te geven. Maar als ik ze tevoorschijn haal gaan de meisjes in Daliconi Village bijna uit hun dak en ook dat is heerlijk om te zien.

Gegroeid

Als ik er langer over nadenk zijn de eilanden misschien wel het minst veranderd sinds het begin der tijden. Natuurlijk heeft de westerse beschaving veel gebracht maar het leven speelt zich uiteindelijk toch dicht bij de natuur af. En de oceaan? “Die klotst zoals altijd voort, “in eindelooze deining”. De grootste verandering is wat deze reis met ons heeft gedaan. Wil je, als zeiler, verder komen moet je grenzen verleggen en nieuwe uitdagingen aangaan. Michiel en ik vinden allebei dat we zijn gegroeid als zeilers maar meer nog als reizigers. We hebben kennis mogen maken met de vele verschillende inwoners in het Stille Zuidzee gebied en hebben kunnen leren van hun houding ten opzichte van het leven en het lot. Het was een prachtig avontuur dat ons in alle opzichten veel, onnoemlijk veel heeft gegeven. Het doet mij oprecht pijn dat wij over een paar weken deze prachtige oceaan met al zijn verschillende eilanden en stammen gaan verlaten. “Thank you too much,” zeggen ze in Vanuatu. Miblongyu. Vrij vertaald zoiets als ‘Ik hou van jou’.

Foto: Privé-archief Petra Mommersteeg

De zeilers aan boord Pippin

Lees meer zoals dit:

Vond je dit mooi? Deel dit verhaal dan met je vrienden:

Laat een reactie achter





Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Schrijf je in op de nieuwsbrief

!
!
Vinkje voor de algemene voorwaarden is vereist.
Er is iets misgegaan. Controleer je invoer en probeer het opnieuw.

Uitgelicht:

Nieuw in Toerzeilen:

Laat een reactie achter





Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.