Van Portugal naar de Caribische Eilanden 2

Met twee nieuwe vrienden stapt Jeroen in Portugal aan boord van de Yannou. Een catamaran die ze van Portugal naar de Caribische Eilanden gaan brengen. Drie mannen, zestigers, die elkaar nauwelijks kennen, wekenlang samen op een boot. Jeroen vertelt in dit dagboek hoe dat verloopt. Hierbij deel 2. In deel 1 van de reis van Potugal naar…

Door Jeroen Keers | 23 maart 2020

Portugal naar Caribische eilanden deel 2

Van Portugal naar de Caribische Eilanden 2

Door Jeroen Keers | 23 maart 2020

Advertentie

Met twee nieuwe vrienden stapt Jeroen in Portugal aan boord van de Yannou. Een catamaran die ze van Portugal naar de Caribische Eilanden gaan brengen. Drie mannen, zestigers, die elkaar nauwelijks kennen, wekenlang samen op een boot. Jeroen vertelt in dit dagboek hoe dat verloopt. Hierbij deel 2. In deel 1 van de reis van Potugal naar de Caribische eilanden, lees je over de eerste mijlen richting Madeira waarin de mannen elkaar beter leren kennen en ook last krijgen van zeeziekte. We lieten ze achter op het moment dat ze koers zetten van Madeira naar Tenerife en de zeezieke Victor zijn gezicht weer laat zien boven dek. Lees deel 1 hier.

14 November – Aankomst op Tenerife

We zijn vannacht om 3.00 uur aangekomen in de haven van Santa Cruz de Tenerife. Een maat van Vincent, die hier al lag, had hem eerder een bericht gestuurd dat het geen probleem moest zijn een plek te vinden. Maar aan het eind van de avond kwam het bericht dat de haven vol liep. Inmiddels konden we de marina niet meer bereiken per marifoon. Toen we aankwamen zijn we maar eigenhandig binnengevaren en hebben we aangelegd. We moeten in 48 uur varen toch wat vermoeid geraakt zijn. We maakten, zeker voor ervaren zeelui, een enorme beginnersfout. Niemand van ons stond erbij stil dat we aan de kade aanlegden, in plaats van aan een drijvende steiger. Rond zes uur ’s ochtends worden we gewekt door de havenautoriteiten. Onze boot hangt inmiddels vervaarlijk laag aan de landvasten en een kikker is al half afgebroken. Ik sloop een deel van de binnenkant van het toilet om de schade aan de onderkant bij de bevestiging van de kikker op te nemen. Het lijkt erop dat we enorm geluk hebben en dat de structuur niet is beschadigd. We zetten er een nieuwe kikker op, kitten hem mooi af en doen alsof er niets is gebeurd. De les: ‘Op zee moet je altijd vreselijk secuur zijn. Check alles en recheck jezelf. Wees ook continu bewust van wat je doet!’

17 november – Proviand inslaan

Het is hier koud, nat en bewolkt. Precies niet wat je je voorstelt bij de Canarische eilanden. De stroom in de haven werkt maar af en toe, maar er is wel een lekker warme douche en gelegenheid om een was te draaien. Na drie dagen in de haven beginnen onze zeebenen weer te kriebelen; er wordt volop gefantaseerd over de Cariben, kerst op de Grenadines, helblauwe zee van 26 graden, zon, rum, wijn en gezang! Of, zoals Vincent af en toe debiteert: “Leve onze vrouwen en onze paarden! Op hen die hen bestijgen! Bij Sint George nog aan toe, Leve de cavalerie!” Vandaag proberen we de satelliettelefoon weer te voeden met het juiste abonnement, zodat we onderweg naar Martinique de benodigde weerkaarten kunnen laden. De proviandlijst schaven we verder bij, we inventariseren wat we nog aan boord hebben en bedenken wat we, afgezien van vooral water, verder nog aan boord willen en kunnen nemen voor drie weken op zee. Dat blijkt nog een hele organisatie voor vier man.

18 november – Verversing van de bemanning

Het is niet bij te benen hoeveel mijn Franse maten kunnen drinken. Vanochtend om 9.00 uur kwam een van de vrienden van Vincent even helpen om het vezelwerk wat te herstellen. Op de vraag of hij wat wilde drinken was het antwoord: Vin Blanc. Als ik vervolgens terugkom van de Shipchandler voor 2 meter net om fruit en groente in te hangen, is het lunchtijd. En dan is het weer ‘Apero’. Nu hebben ze hier verrukkelijke Rioja, maar ik hou het vandaag bij een verse jus. De pasta met groenten en garnalen uit de wok, gefrituurde calamares en rouwe tonijnblokjes op een bedje van avocado, verorberen we met genoegen. We komen er ook achter waardoor Victor af en toe wat gespannen lijkt. Niet door zijn inmiddels ex-vriendin of de zeetocht. Het heeft alles te maken met het feit dat hij zijn fortuin probeert te vergaren via daytrading. Dat dit zijn financiële ondergang kan betekenen, daar wil hij niets van weten. Hij ziet het leven door een roze zonnebril, hoewel hij ook wakker ligt van zijn nu al geleden verliezen. Intussen blijft het weer erg koel voor Tenerife. De wind begint ook te ruimen naar NNO, prima moment om aan de grote oversteek te beginnen. Meer naar het zuidwesten ruimt de wind verder naar ONO, wat betekent dat we het schip voor de wind kunnen leggen om dan met de zeilen vol, achteroverleunend, richting de West te kunnen koersen. Victor gaat niet verder mee, hij pakt morgen het vliegtuig naar huis. Olivier en Yoann komen het team versterken. Dit betekent de volgende ‘human experience’ met vier kerels twee tot drie weken lang, 24 uur per dag op elkaars lip en allemaal dromend dat we onderweg een zeemeermin tegenkomen.

19 november – Voor het eerst in twee weken volop zon!

We zetten Victor vandaag om 10 uur bij de taxistandplaats af, op weg naar het vliegveld. Wij hopen van harte dat hij zijn zaken goed regelt. Wie weet komt hij dan nog over naar de West. Vincent, de captain, stelt mij plompverloren voor om de komende maanden met hem door de Cariben te zwerven en in april/mei samen de terugtocht te maken. Een heel verleidelijk aanbod. “Laten we eerst maar eens samen de overtocht maken en kijken of we daarna nog steeds goede vrienden zijn,” stel ik voor. We gaan het zien. In de middag gaan we naar El Corte Ingles, de grote supermarkt hier. De captain heeft mij gevraagd de inventaris te doen, en de inkoop en het opbergen van de proviand te regelen. Maar bij het boodschappen doen ontstaan al de eerste barstjes tussen ons. Bij letterlijk ieder artikel vraagt hij me of we dat item nu wel moeten meenemen, of we het nodig hebben en of het wel zo lekker is. Hetzelfde gebeurt bij het inruimen in de boot. Op mijn voorstel om de dingen die we niet direct nodig hebben in bakken bij het voordek en in het achterdek te bewaren, komt direct de vraag waarom dat nu weer nodig is. Ook mijn voorstel om te noteren wat we precies aan boord hebben en waar het te vinden is, is volgens Vincent niet nodig. Hij vindt het schijnbaar lastig verandering aan te brengen en wil alles zo laten als het nu is. Ik merk dat hierover irritatie bij mezelf naar boven komt, maar ik druk dat onmiddellijk de kop in. De verdere boodschappen en het inruimen laat ik maar over aan de inzichten van de captain. Het is tenslotte ook zijn ‘huis’ waar hij leeft en ruimhartig de mensen aan boord van laat meegenieten. Dus: respect voor zijn ideeën, wensen en voorkeuren. Genieten is het zeker, de hemel is nog altijd strakblauw, er is vrijwel geen wind en ook het water is helderblauw.

20 november – Verveling begint toe te slaan

Vandaag komen Yoann en Olivier rond 17 uur aan boord. De supermarkt heeft alle proviand, verpakt in dozen, keurig aan de steiger afgeleverd en alles is over de diverse plekken op de boot verdeeld. De diesel- en watertanks zijn afgevuld, een plekje aan de boot is bijgewerkt -ontstaan bij een lichte aanvaring met de kade bij het tanken- en we hebben gedoucht. Nu is het nog even de vraag wanneer we precies afvaren. Het beetje wind dat er nog is, zwakt steeds verder af. Langzaamaan begint de verveling toe te slaan en is het weer tijd voor verandering. Gelukkig komt de nieuwe crew, leven in de brouwerij!

21 november – Laatste voorbereidingen voor vertrek

Het moment van vertrek komt dichterbij en dat is maar goed ook. Na bijna een week in de haven van Santa Cruz de Tenerife is het wel welletjes. De twee verse matrozen zijn vanochtend met Vincent nogmaals naar de supermarkt gegaan en hebben voor nog eens ruim 500 euro ingeslagen. Met name de wijn wordt hier van groot belang geacht. Met 21 liter rood, 15 liter wit en 80 blikjes bier zullen we in ieder geval niet van de dorst omkomen. Daarnaast is er voor zes maanden aan pistachenoten, cashewnoten, borrelhapjes, worsten, kaasjes en nog meer borrelhapjes gehaald. Volgens Vincent is het voldoende om alleen maar maaltijden van rijst, aardappelen, linzen en pasta te nuttigen. De rest van de voedingsstoffen worden via de ‘apero!’ ingenomen. Mooi moment om weer eens wat af te vallen dus; in boter drijvende spaghetti is niet helemaal mijn ding. Het vooruitzicht om twee á drie weken van de buitenwereld afgesloten te zijn is heerlijk. Vandaag werd ik nog gebeld door de verzekering, de polis voor het huis in Montavliet dat ik vorig jaar winter gebouwd heb, moest nog betaald worden. Ook zoon Jochem kreeg nog geld. Het is prettig om dat nog even geregeld te hebben voor we vertrekken. De weersomstandigheden voor de komende dagen zien er voor een vertrek vanaf Tenerife niet geweldig uit, bar weinig wind, rond de 10 knopen. Maar wanneer we eenmaal op het treintje van de passaatwind zijn gekomen, is het achterover leunen: minimaal twee weken voor de wind met een kracht van 10 tot 20 knopen. Het zou mooi zijn wanneer we een gemiddelde halen van vijf á zes knopen voortgang. De eerste etappen voeren we met een gemiddelde van 7,2 knopen, maar toen hadden we ook tot 30 knopen wind. Onze eerste stop wordt Marie Galante, ten zuidoosten van Guadeloupe. De kerstdagen willen we doorbrengen bij Grenada. Ofwel: een sprookje.

22 november – Dolfijnen langszij

Rond 12.00 uur varen we af, alle vier zijn we opgetogen en kijken we vooruit naar de verre horizonten op weg naar Marie Galante, Caraïben. Na een klein uurtje varen zien we voor het eerst tijdens deze reis dolfijnen. Het is een enorme groep die vóór, achter en naast de boot zwemt. Af en toe geven ze een klap op het water met hun staart, springen ze met een boog uit het water en onder water draaien ze om hun as waardoor je de prachtige witte buiken ziet. De groep blijft een minuut of tien rond de boot hangen. Als wij op de voorplecht van de catamaran liggen kunnen we ze bijna aanraken! Alle vier staan we als kleine jongens te springen en te joelen. Het lijkt werkelijk of de dolfijnen er ook veel lol in hebben. Maar even plotseling als ze verschenen, zijn ze ook weer verdwenen. Deze eerste avond buitengaats neem ik de avondmaaltijd voor mijn rekening. Spaghetti met saus van ui, knoflook, champignons, tomatenpuree en soja. De captain gruwelt alleen al bij de gedachte aan soja en weigert ook maar één hap van de saus te nemen. Uiteindelijk halen we hem over toch een klein beetje saus te nemen en na een paar minuten is zijn bord zo goed als leeg. Ik loop twee wachten, maar na de tweede gaat het mis. Bij het opstaan word ik acuut kotsmisselijk, en dat blijft de komende twee dagen zo.

23 november – Een natte kooi

Ik word wakker met een werkelijk betoverende zonsopkomst tussen de paars-oranje wolken en een evenzo indrukwekkende hoofdpijn. De hele dag ben ik zo ziek als een hond, ik krijg angstvisioenen dat dit zo drie weken doorgaat en ik ergens onderweg in het diepe spring. Het nummer: “The great black sea waits for me me me, thé great black sea waits forever….” van Lou Reed zit in mijn hoofd. Matroos Yoann probeert de captain erg te pleasen. Hij vraagt honderduit en wil, net als Olivier en ik, overkomen als een gelauwerd zeeman. De captain loopt hem een beetje af te knijpen, wat hij de eerste week ook bij mee deed. Zo wordt Yoann aan het werk gezet om het dek te zwabberen, maar vergeet hierbij één essentieel onderdeel: checken of alle dekramen goed afgesloten waren. Gevolg: mijn bed zeiknat. Na een uurtje besluit ik maar eens te informeren bij Yoann wat we van plan zijn met mijn natte brits. “Oh, wil je ruilen van kooi?” is de respons. “Niet per se, maar het is misschien een idee om een en ander te drogen te hangen, of we nu ruilen of niet.” Uiteindelijk vertel ik hem maar dat ik het op prijs stel als hij de boel buiten hangt. De volgende dag krijgen we voor de tweede keer dolfijnen op bezoek. Eerst komt er één, vervolgens een tweede en niet lang daarna komen ze van alle kanten richting onze boot. De ochtend begint al met een magistrale zonsopkomst tussen de paarse en oranje wolken door. Die is bijna net zo magistraal als mijn zeeziekte die met gemak de ergste kater overtreft die ik ooit heb gehad. De rest van de dag breng ik dan ook contemplatief en in stilte door. ’s Avonds ga ik vroeg te kooi, waar blijkt dat ook het dekbed zeiknat is. Het kan me helemaal niets schelen, ook als mijn kooi onder water stond was ik er zo ingekropen. Ik neem een zeeziekte- en een slaappil, vervolgens slaap ik de hele nacht door, heerlijk.

25 november – De eerste barsten ontstaan

Helaas kun je je niet tegen zeeziekte inenten, of word je immuun voor de ziekte zodra je het hebt gehad. Maar vandaag voel ik me veel beter dan gisteren. Ik ontbijt met een kiwi, halve mango en een handjevol notenmix. Rond lunchtijd komt de eerste fles wijn alweer op tafel. Ik heb zelf al een paar dagen geen alcohol genuttigd en doe ook nu niet mee met het middag bacchanaal. De bemanning spreekt zijn zorgen uit over de proviand, begrijpelijk gezien de hoeveelheden die weggestouwd worden tijdens het snacken. De captain geeft aan dat we ons geen zorgen hoeven te maken, hij heeft het uitgerekend en er is nog genoeg pasta aan boord. Volgens mij heeft hij geen idee, maar hij weet dat goed te maskeren. We zijn vier dagen onderweg richting Kaapverdië. Volgens de captain is dit vier tot vijf dagen varen, maar zoals we nu varen gaat het minimaal acht tot negen dagen duren. Er wordt toch besloten, nu zo midden op zee, te inventariseren. Nu gebeurt er wat we voor vertrek hadden moeten doen, maar wat de captain niet wilde omdat hij alles zo precies wist. Olivier weet alles van diëtetiek en rekent uit wat er aan calorieën aan boord is. Captain blijft volhouden dat er genoeg pasta- rijst- en linzenmaaltijden zijn om iedereen te voeden. Het vooruitzicht om twee weken lang alleen maar koolhydraten te eten is niet erg aanlokkelijk. Zo ontstaan langzaam de eerste barsten in het gezelschap. Ook tussen mij en Yoann gaat het contact niet vlekkeloos. Nadat hij eerst mijn bed onder water zette, geen excuus hierover maakt en niet van plan was om zelf de boel uit te hangen, weigert hij nu mijn verzoek om alsnog van kooi te wisselen. Hij ligt bakboord voor, ik bakboord achter. In mijn kooi is het een teringherrie met de autopilot vlak achter mijn kussen. Daar komt bij dat ik hem, tijdens onze gezamenlijke wacht van drie uur, ruim twee uur heb laten slapen. Vervolgens vond hij het na 40 minuten wachtlopen genoeg en wilde hij terug naar zijn kooi. Ik zeg hem dat we toch echt van kooi gaan ruilen en dat we ook de minder leuke dingen dienen te delen. De snotneus vraagt vervolgens of ik niet vind dat ik hem een beetje agressief bejegen. Kielhalen die hap.

26 november – Via Kaapverdië?

Afgelopen nacht heb ik bijna niet geslapen, gelukkig zie ik rond 10 uur kans een dutje te doen op de voorplecht. Yoann negeert mij volledig, hij doet net of hij mij niet hoort of ziet en loopt continu achter de captain aan. Als hij morgen nog zo is ga ik maar eens met hem praten om de lucht te klaren en eventueel hinderlijke obstakels te verwijderen. Tijdens de ‘apéro’ die weer om 11.50 uur start, word ik aangekeken alsof ik zwaar ziek ben als ik om een glas water vraag in plaats van alcohol. We hebben het erover hoe heerlijk het zou zijn als we een tonijn vangen aan de hengel die inmiddels twee uur uitstaat. Precies op dat moment begint de molen van de hengel met een razende snelheid te draaien. Helaas blijkt de lijn te dun en zwemt er nu ergens in de Atlantische Oceaan een arme vis rond met 100 meter lijn aan zijn bek. Ik zet er een nieuwe, veel sterkere lijn op met nieuw aas, nu maar hopen dat die het houdt. De captain oppert de mogelijkheid om via Kaapverdië te gaan. We wachten een bericht van zijn schoonzoon via de satelliettelefoon af, hij moet ons de beste koers geven om zo snel mogelijk de passaatwind op te pikken. Helaas, de reis van vier tot vijf dagen naar Kaapverdië dreigt een dag of negen te worden, dus zien we van dit idee af.

27 november – Een goede dag

Nog nooit heeft kerst zo ver weg geleken. De temperatuur is hier 24 graden, het water 23,7 graden. De wind is inmiddels gekrompen naar een standvastige vier knopen, we varen schuin voor de wind met een slordige twee knopen. De dagen beginnen zich inmiddels aaneen te rijgen, net als de uren. Gemiddeld slapen we drie tot vier uur per dag vanwege de nachtwachten. We worden dagelijks getrakteerd op prachtige zonsondergangen die geen Nederlandse schildermeester had kunnen bedenken. Vandaag zien we de horizon uiteenlopen van feloranje, tot dieprood en paars. Op een gegeven moment lijkt de lucht helemaal beplakt te zijn met bladgoud. Nog nooit heb ik zo’n schouwspel meegemaakt. Vandaag ook weer een aanvaring met Yoann. Hij begint, geheel ongevraagd, op de knoppen op het instrumentatrium te drukken terwijl ik aan het roer zit. Ik neem de gelegenheid en vertel hoe ik denk over zijn handelen en het weigeren om ook in een minder prettige kooi te liggen. Hij ontkent alles, dat mondt dus uit in een fikse woordenwisseling. Uiteindelijk besluiten we deze woordenwisseling met het opentrekken van een paar biertjes en bestempelen we elkaar tot nieuwe vrienden. Meer goed nieuws, voor het eerst werpen we de hengel uit met sleepaas en prompt haalt Vincent een Coryphen uit de golven. Een prachtige vis die ons ook prima smaakt. Tenslotte slaap ik voor het eerst deze etappe heerlijk, alsof we in de haven liggen: vrijwel geen wind en geen golfslag.

28 november – Toch te weinig proviand?

Vandaag laten we het idee varen om de passaatwinden op te pikken, want we besluiten toch maar een stop maken in Mindelo, Kaapverdië. De proviand gaat er namelijk snel doorheen, met name tijdens de diverse apéro’s. Daarbij hebben we de afgelopen 48 uur nog geen 100 mijl afgelegd. Ter vergelijking: in de eerste week schoten we met twee vingers in de neus in diezelfde tijd 350 mijl door het water. De gesprekken gaan inmiddels alleen nog maar over wind, koers, positie, proviand, drank en vrouwen. Niet noodzakelijk in die volgorde overigens. Het weer zorgt ervoor dat we steeds meer uiltjes kunnen knappen. Zo lag ik vanmiddag ook lekker soezend op de trampoline, toen ik gewekt werd door Yoann. In een soort smeekbede houding begon hij excuses te maken, hij had het echt niet expres gedaan, maar hij had wederom een emmer water door mijn dekraam gegooid. Weer zonder eerst te checken of ze allemaal dicht waren. “Yoann, ik begrijp dat je dólgraag met mij van cabine wilt ruilen, maar daar was deze actie écht niet voor nodig; je had het gewoon kunnen vragen.” Ik begon een beetje medelijden met hem te krijgen, dus liet het verder maar bij een glimlach en zeg hem dat zulke dingen gebeuren. Vervolgens ging hij, uit zichzelf, de boel te drogen hangen. Nadat het weer tijd was om de spullen, droog of niet, naar binnen te halen weet hij het volgende te bazelen: “Vincent wil liever dat je het matras rechtop laat staan in je kooi zodat het verder kan drogen. En ook je dekbed is nog niet helemaal droog”. Dit niveau van denken, of juist het gebrek eraan, is nieuw voor mij en ik opper, voorzichtig, dat het misschien toch een idee is om van kooi te ruilen. Dit keer gebeurt het ook echt, hoewel Yoann met een ernstig pruilende lip zijn spullen verplaatst. De rest van de dag blijft de wind constant, vrijwel afwezig. Het wordt een rustige nacht met twee keer drie uur wachtlopen met Olivier. We kletsen gezellig en speculeren over het moment van aankomst in Mindelo.

29 november – Mindelo lonkt

Vanochtend heb ik eigenhandig mijn eerste Coryphen naar binnen gehengeld. Wat een mooi beest! Vrij snel daarna wordt er nog een Coryphen gevangen en maakt Yoann een heerlijke ceviche. De Coryphen op de bakplaat samen met de gisteren gevangen inktvis. Zolang we genoeg water, sojasaus en wasabi hebben, mogen we van mij best zonder proviand komen te zitten, wat een heerlijke maaltijd. Het is inmiddels 18.50 uur, de wind is opgelopen naar 9 knopen en het grootzeil staat ook weer. En dus: ‘apéro!’. Ik word inmiddels voor niet toerekeningsvatbaar versleten, want iedere keer tussen 11.00 en 14.00 uur, wanneer iedereen aan de wijn of het bier gaat, kies ik voor water. Mindelo lonkt! Dit was deel 2 van de reis van Portugal naar de Caribische Eilanden. Benieuwd of de mannen op Kaapverdië genoeg proviand voor de rest van de tocht weten in te slaan? Binnenkort meer fragmenten uit het dagboek van Jeroen!

Lees ook:

Lees ook deze nieuwe Zeilwereld Verhalen:

Vond je dit mooi? Deel dit verhaal dan met je vrienden:

Laat een reactie achter





Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Schrijf je in op de nieuwsbrief

!
!
Vinkje voor de algemene voorwaarden is vereist.
Er is iets misgegaan. Controleer je invoer en probeer het opnieuw.

Uitgelicht:

Nieuw in Toerzeilen:

Laat een reactie achter





Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.