Advertentie
Michael Gunneweg is met zijn dochters onderweg van Portugal naar Griekenland. Samen met dochter Jet beschrijft hij zijn avonturen met Mr Baggins, een Hallberg Rassy 42. In de vorige twee delen van deze reis zeilde Michael naar Portugal, waar zijn dochters aan boord kwamen. In dit derde deel neemt hij weer afscheid van zijn dochters en zet hij zijn tocht richting Griekenland alleen voort.
Tekst & foto’s: Michael & Jet Gunneweg
Verslag Jet:
Zondag was het weer zo ver: onze 2e grote overtocht. Ruim 180 mijl en helaas weinig wind voorspeld. Om 7 uur ging de wekker voor ons alle vier en vergezeld door de enorme aantallen springende vissen in de haven zijn we uitgevaren. Na het hijsen van de zeilen konden Luc en ik ons bed weer in en begonnen we weer met het wachtschema. Papa en Sophie hebben de eerste paar uur heerlijk kunnen zeilen en de boot spoot met ruim 8 knopen door de golven.
Toen Luc en ik de wacht overnamen was de wind helaas al ingezakt en moest de motor gestart worden. Wat deze overtocht zwaarder maakte was dat er een stevige swell stond en zonder wind ligt de boot dan enorm te rollen door de golven. Dat in combinatie met het continue gebrom van de motor maakte het niet de meest ontspannen overtocht die we hebben gemaakt.
Gelukkig waren de prachtige uitzichten er niet minder om. Afscheid nemen van een steeds kleiner wordend Sardinië met haar prachtige landschappen die er wederom sprookjesachtig uitzagen. Naast genieten van de prachtige omgeving houden we ons overdag bezig door spelletjes te doen, te zonnen, te lezen & podcasts luisteren. Als we wacht hebben letten we op andere boten (vaak op mijlen afstand of helemaal niet aanwezig) en turen naar de apparatuur om te kijken of de wind al weer genoeg is aangetrokken.
We hebben een apparaat, de AIS, waar we andere schepen in de buurt op kunnen zien varen. Het is soms lastig in te schatten hoe hard grote tankers varen, maar de AIS geeft ons informatie hoe groot een ander schip is, hoe hard het vaart en of we elkaar kruisen (en op welke afstand). Tijdens de avondwacht is het ook een goede manier om wakker te blijven door een beetje door te klikken op alle boten die mijlen uit de buurt zijn.
De laatste uren konden we gelukkig weer zeilen en genieten van Sicilië dat voor ons verscheen. Het is een compleet ander landschap vergeleken met Sardinië. Sicilië is vulkanisch en heeft weinig begroeiing, dus dat is wel even een overgang van het dicht begroeide, broccoli achtige landschap dat we de laatste tijd hebben gezien. Om 2 uur arriveerden we in Trapani, een redelijk groot havengebied van Sicilië. We liggen voor een haventje voor anker in een ommuurd kommetje met een oude muur en een verlaten gebouwtje. De rest van de middag hebben we lekker gezwommen & gechillt!
Vrijdagochtend konden we het toch niet laten om de dag te beginnen met een heerlijke duik. Wat verslavend om zo van je eigen bootje in zo’n prachtige warme zee te kunnen springen. We maakten ons op voor een spannend stuk varen: vandaag zouden we tussen Scylla en Charybdis de straat van Messina invaren. Dit met in het zicht de Stromboli (de meest actieve vulkaan van Europa).
De onvoorspelbare straat van Messina
De straat van Messina is een straat die al werd beschreven door Homerus (leuk om op te zoeken) en staat bekend om de vele schepen die daar vergaan. Doordat er van noord en zuid zeeën met een ander zoutgehalte binnenstromen, weet het water niet goed hoe het zich moet gedragen. Zo kunnen er draaikolken ontstaan, stroming tot 7 knopen tegen of mee en daarnaast ook nog een grote kans op sterke valwinden door het tunnel effect van de smalle straat. Echt iets om naar uit te kijken dus!
Gelukkig hadden wij een geweldige kapitein aan boord, die precies had uitgerekend wat de beste tijd was om binnen te komen varen. De hele boot klaar gemaakt voor de wildste wateren, maar gelukkig bleef het rustig en zijn we veilig doorgevaren.
Wel kon je goed zien hoe raar het water deed. Het leek op sommige plekken alsof het van 2 kanten naar elkaar toeliep, dus een hele vreemde golfslag. Ook wordt er in de straat van Messina veel op zwaardvis gevist. Dit gebeurt op bootjes met een hoge mast, waar vier mannen boven op de uitkijk zitten naar de vissen. Sommige bootjes hadden ook nog een super lange boom voorop (zelf net een zwaardvis) waar ook iemand op zat. We waren nog even bang dat ze ons zouden gaan spietsen in plaats van de zwaardvissen.
Laatste avond
Aan het eind van de dag hebben we halverwege de straat aangelegd in een klein haventje bij Reggio Calabria. Echt een mooie eindlocatie was dit helaas niet. Het lag helemaal aan de buitenwijk van de stad, waar we niet eens normaal boodschappen konden doen omdat we dan over de snelweg moesten lopen. Uiteindelijk vond Sophie een soort geheime gang/tunnel onder de weg door en hebben we toch nog wat avondeten en een borrel kunnen scoren voor een gezellige laatste avond! Vanochtend hebben we afscheid genomen en is Mr Baggins met zijn kapitein om 8:30 uitgevaren om de tocht naar Griekenland voort te zetten.
En wat hebben we een reis gemaakt! Ruim 800 zeemijlen in 20 dagen. We hebben super bijzondere dorpjes en stadjes ontdekt die nog prachtig authentiek waren, en de geweldige uitzichten over de Middellandse Zee lijken op dit moment wel normaal geworden voor ons. Bijna elke dag zwemmen in de zee, overtochten van ruim 180 mijl en heel veel spelletjes spelen. Ik heb ieder geval ontzettend genoten en vond het super bijzonder om deze reis te maken.
Solo verder zeilen
Het is een bijzonder winderige ochtend als ik uitvaar en de kinderen gedag roep vanaf de boot. Als ik de haven uitdraai, verdwijnen ze achter de havenmuur en vaar ik met een knoop in mijn buik de straat van Messina op. Met genua alleen loop ik 7.5 knoop, dus het grootzeil heb ik niet nodig. Als ik bij Spartiventi de zuidelijkste punt van Italië rond, draait de wind 180 graden en valt snel geheel weg.
Mijn tocht brengt me naar Rocella Ionica, waar ik de leukste havenmeester van Italie leer kennen, die me opvangt en de lokale bezienswaardigheden bijbrengt. Vandaar naar la Castella en Crotone. Bij het aanlopen van Crotone aan lagerwal met harde wind en flinke golven is het een worsteling om het grootzeil ordentelijk naar beneden te krijgen en alles klaar te hebben voor een fatsoenlijke aanleg.
Gelukkig staan er medezeilers op de steiger klaar om me op te vangen in het winderige lagerwal hoekje dat ik toegewezen krijg. Over het algemeen is het regel in Italië dat de havenmeester een plek aanwijst via de marifoon en aangeeft wanneer je kunt binnenlopen. Dan staan er altijd een of twee mensen klaar om de boot op te vangen, je meerlijnen te pakken en de ankerlijnen aan te reiken, die met een dunne lijn aan de kant vast zitten en waarmee je het achterschip op spanning brengt zodat de punt niet tegen de wal komt. Of, als je achterwaarts inparkeert, het voorschip. Crotone is een prachtig oeroud stadje, gesticht zo’n 700 jaar voor Christus. Rondom de haven is een enorm aantal viskramen met een variëteit aan vis. Jammie!
Het eerste Griekse eiland
De dagen daarop laat de wind het weer behoorlijk afweten, zodat ik vooral motorend of motorzeilend naar Leuca vaar, en vandaar van Italië oversteek naar Orthonoi, het eerste Griekse eilandje. Voor anker bij Orthonoi zie ik in de verte de bergachtige kust van Albanië. De kust van Orthonoi is rotsachtig en ruig; in de vallende duisternis ziet het eiland er onbewoond en ongastvrij uit; tezamen met een harde wind en bijhorende swell voelt het allemaal wat unheimisch aan.
Ik had gerekend op beschutting, maar de golven draaien net om de kaap het baaitje binnen, dus het wordt een onrustige nacht. Pas tegen 5 uur in de ochtend wordt het rustig en de volgende dag loopt het baaitje vol met andere zeilers, die daar voor anker gaan. Wat in de avond en nacht zo spookachtig leek, is nu opeens een idyllisch zomers tafereel geworden.
In het baaitje van Lakka op Paxoi anker ik zo’n beetje in de ingang van het kommetje, zo druk is het met andere zeilers, die op diverse manieren ankeren; sommigen met een anker, anderen met een anker en een lijn naar de wal vanaf het achterschip; weer anderen met een anker achter en een anker voor. Een tiental gelukkigen heeft een plekje aan de wal gevonden. Wat mij betreft een beetje (te) druk, maar blijkbaar ben ik dit niet gewend, want naarmate de middag verstrijkt komen er steeds meer boten bij. Ik pomp bijbootje Sam op en zet voor de eerste keer voet aan Griekse wal! Gelukkig spreken de Grieken meestal goed Engels en hoef ik niet terug te vallen op het oud Grieks van Homerus.
Als ik de volgende ochtend het anker binnenhaal, hijs ik ook onbedoeld het anker van een naburige boot op, die later voor anker was gegaan en blijkbaar zijn ankerketting over de mijne had gedrapeerd. Gelukkig is het windstil en kan ik rustig alles klaren, zonder problemen voor mij of voor de buurman.
Einde van de tocht Portugal naar Griekenland
In de loop van de middag arriveer ik in Preveza, waar een plaats op de wal voor Mr Baggins klaar staat. Na ruim 3000 mijl zit deze mooie tocht erop. Volgend jaar kan ik de Griekse of Kroatische wateren gaan verkennen!