Pride of the Fleet: Op pad met Victor Vandersmissen
Door Riemer Witteveen | 23 september 2020
Advertentie
Eerder interviewden we Victor Vandersmissen al over het opknappen van de Pride of the Fleetboot. Nu werden we gevraagd om mee te zeilen met de Pride of the Fleet tocht, Victors eerste wedstrijd.
De start is al over 20 minuten en we zijn nog niet los. Blikken Bonduelle en andere onnodige zaken verdwijnen op een geheim plekje onder de steiger. Ik zie het al. Victor is een fanatiekeling. Als Victor de lijnen begint los te maken en op de hand de boot uit de box wil trekken, herinner ik me opeens dat Pride of the Fleet helemaal geen motor heeft. Aan alle kanten schieten hulpvaardige mensen te hulp maar Victor wijst alle hulp vakkundig af. Hij wil dit zelfstandig doen.
Een lijn grijpt een roeidol en na een subtiele plons zinkt deze prompt naar vier meter diepte. En nu? Vraag ik mij af. “Balen,” zegt Victor. “Die was net nieuw. Dat wordt wrikken.” Oh ja, dat kan ook nog. We verhalen de boot en met een zetje van de kant begint het spel. Volleerd wrikt Victor de boot de haven uit. Ik ben net een paar minuten aan boord en heb geen idee wat er moet gebeuren en wat waar zit. Victor stopt met wrikken en hijst de zeiltjes.
“Ehh Victor, dit gaat niet goed!” Ik zie een groot anker van een motorboot akelig dichterbij komen. Zonder iets te zeggen maakt Victor de grootzeilval vast en springt hij behendig naar het achterdek om daar nog een paar slagen flink te wrikken. Het lukt. We zijn de haven uit.
Power!
Het lijkt lekker te waaien, maar vlak voor de start kijken we elkaar aan. “Is dat eerste rif wel nodig?” vraagt Victor. Ik heb geen idee wat de boot kan. Ruime wind voelt het prima, maar hoe gaat dat aan de wind? Zo’n oud Engels bootje kan vast niet aan de wind zeilen. “Shit, de start is over vijf minuten!” Snel haalt Victor het rif eruit en meteen voel ik de extra power in het bootje.
Nog net op tijd komen we aan bij de startlijn en we spurten weg. “Zie je die grote groene,” vraagt Victor, “dat is een snelle. Die moeten we in de gaten houden.” We kruisen op richting een ton waarvan ik geen idee heb waar hij ligt. Victor pakt z’n iPhone erbij. “Kijk!” Hij wijst naar z’n telefoon en legt uit dat we mooie slagen maken naar de boei. Ik vraag me af of we het goed doen, maar de vele boten in de verte doen vermoeden dat het niet slecht gaat. Die Pride of the Fleet is zo’n gek bootje nog niet!
Frustratie
De stroom werkt niet mee. Over stuurboord gaan we voor het gevoel als een speer. We zien we de twee andere Drascombes die dezelfde route hebben genomen langzaam richting de horizon zakken. Over bakboord komen ze weer dichterbij. Het frustreert. Wat doen we verkeerd? Wat kan er anders?
Gelukkig blijven we ze voor. “We gaan over die ondiepte” zegt Victor resoluut, “dat is korter”. Doorgaans zeil ik met meer dan twee meter diepgang op het Wad dus ik heb geen idee wat me te wachten staat. De concurrentie zit verder zuidelijk en hoopt zo wat stroom uit het geultje vanuit het Amsteldiep mee te krijgen. Victor staat op scherp. Plots komt hij in actie. “We gaan overstag!” Hij sjort de talie van het zwaardje aan en we varen over de andere boeg verder. “We zaten aan de grond,” grinnikt hij. Ik had niets door.
Te vroeg
Met onze slag over de bank lopen we nog iets verder uit. Met een iets gunstiger koersje zetten we door. Overmoedig verlaten we de ondiepe wateren en beginnen we aan onze oversteek van de geul richting de T-Scheer. De ebstroom slaat genadeloos toe en zet ons keihard richting het westen. Shit. Die groene ton gaan we zo nooit halen. Dan maar weer overstag.
Als we weer richting de ondiepte zeilen zien we op de plotter dat we wel heel dicht op onze koerslijn van de vorige slag zitten. Weggegooide meters. De nummers twee en drie lachen zich rot en hebben ons alweer onderschept. Met z’n drieën maken we een slag over bakboord en we halen nu alle drie de ton. Onze aandacht is even verslapt en we liggen ineens derde. De groene Wadrover is langer en heeft meer zeil en loopt rustig uit.
Nog niet gestreden
Na een tijdje merken we dat de Drascombes voor ons niet meer uitlopen. Victor en ik kijken elkaar aan en we hervinden ons fanatisme. Als we om de benedenboei zijn en weer een slag omhoog maken hebben we Wadrover al ingehaald. Ik ga buiten de boot hangen en houd mijn balans door de fokkeschoot in mijn hand. De zeilen zijn oud en we kunnen minder hoog, maar hard gaan we zeker. Onze achterstand verdampt en we liggen weer op één. De grijns komt terug op Victors gezicht. “Dit gaat ons lukken!” Maar de strijd is nog niet gestreden en we zetten door.
Winst!
Als we de bovenboei hebben gerond kan er weinig meer fout gaan. Met een rotvaart zeilen we naar de haveningang. “Hoe hard gaan we nu?” vraag ik Victor in een surf. “8,9!” schreeuwt hij blij terug. Onder zeil varen we de haven in en zonder moeite leggen we motorloos aan. De Pride of the Fleet wint de wedstrijd, hoe kan het ook anders De mooie Pride of the Fleet-wisselbokaal is voor de 80 jarige schipper Frans Zegers aan boord van zijn Drascombe Coaster Skua.
Meer lezen:
Wil je meer weten over Pride of the Fleet? Luister dan de podcast en lees HIER het interview met Victor over het opknappen van de boot.
Beeld: Riemer Witteveen, tenzij anders aangegeven.
Met dank aan Menno Onnes en Bernard Proot