Advertentie
‘Een reddingsvlot,’ zegt een havenmaatje, ‘daar klim je zomaar niet in vanaf het water!’
Ik weet genoeg, word nieuwsgierig naar datgeen wat hopelijk nooit nodig gaat zijn. Paul en ik gaan mee met het uitje van de watersportvereniging. Een ankerweekend met zes andere boten voor de Mosselbank bij Bruinisse.
Vier gedoneerde vlotten, klaar om overboord te gaan. Allereerst word ik geconfronteerd met de vraag waar je het vlot bewaart. Daar waar het al gauw dertig kilo wegende pakket snel en makkelijk over boord kan en niet wordt afgedekt door een eventueel grootzeil bij bijvoorbeeld een mastbreuk. Bij Quelinda ligt de container op het achterdek. Ik kan er eenvoudig bij. Er bewust over nagedacht heb ik niet, het was gewoon al zo. Ook betrap ik mezelf erop dat ik niet meer weet hoe de sluiting in elkaar zit. Zal het makkelijk los gaan? Heb ik een mes nodig? Is de bevestigingslijn lang genoeg? Wat erg. En dat gaat op wereldreis.
Hoe groter, hoe beter een misvatting
Stuk voor stuk gaan de ongekeurde oudgedienden het water in. Hoe we met man en macht ook aan het touw van het eerste vlot trekken, er gebeurt niets. Je zult erop rekenen. De tweede doet het. In mum van tijd drijft er een zwart, oranje tentje. Voor vier personen staat erop. Het oogt klein. Hoe groter, hoe beter een misvatting. Je kiest naar bemanningsgrootte. Juist dan zorgt het voor stabiliteit, comfort en warmte.
Hier wil ik maar één keer inzitten
Kom ik erin? Ik laat mezelf achterover van de bijboot vallen en zwem er naartoe. De rand is veel hoger dan gedacht. En dat in kalm water. Stel je voor in heftig weer. Ik moet er niet aan denken. Ik pak de stevige luchtkamer beet, zwiep mijn been over de rand en kom terecht op wat aanvoelt als een ongestabiliseerd waterbed. Dit lijkt me onmogelijk met ook nog een opgeblazen reddingsvest aan. In mijn nek kriebelt iets. De regenwateropvangzak. Ik absorbeer alles wat ik zie. Hier wil ik maar één keer zitten en dat is nu.
Slaat het vlot om? Kan ik het dan keren? Ik probeer het, volg het markeerpunt aan de onderzijde en pak de treklijn. De crux is de luchtfles die het vlot op druk houdt, aan de kant van mijn voeten te houden om het zware metaal niet tegen mijn hoofd te krijgen. Ik zet mezelf af en trek aan het touw van de tegenoverliggende zijde. Het lukt! Minder zwaar dan gedacht.
Reddingsvlot
Het derde vlot spat letterlijk open van de nattigheid. Er komt zo’n zure, rotte lucht uit dat niemand van ons dichterbij durft te komen. Het belang van keuren wordt weer bevestigd. De laatste steelt de show. Als nieuw, compleet met aandachtstrekkers, lijnen, peddels, spons en een plakset.
Met een biertje, chips en een emmer Zeeuwse oesters proosten we op deze middag. De BBQ gaat aan. Het was waardevol en ben er ook stil van. Een aanrader voor iedereen die kennis en ervaring wil vlottrekken. Ik moet denken aan een vraag die een collega stelde. ‘Wat als de boot zinkt, hebben jullie dan een reddingsvlot?’ Te luchtig, te onwetend heb ik dit altijd beaamd. Nu pas heb ik ondervonden hoe het werkt, aanvoelt. Dat keuringen niet voor niets zijn. En dan nog alleen maar in gecontroleerde omstandigheden. Zonder rampspoed, angst, adrenaline en de hoop dat het je redding gaat zijn.
Meer Quelinda
Quelinda is het schip van Charlotte Dorren en haar man, Paul. In 2022 willen ze een wereldreis maken met deze Northwind. Veel is nog nieuw voor Charlotte, zij kwam pas vier jaar geleden in aanraking met zeilen. Hier schrijft ze over alledaagse belevenissen in haar zeilwereld. Bijzondere momenten, klein en groot en lang niet altijd rozengeur en maneschijn. Gewoon zoals het leven is!
Lees Charlotte’s eerdere verhalen hier
Volg Quelinda ook via hun eigen website en social media: