Roel’s tips: Zeiltrim voor toerzeilers

Roel neemt ons deze keer mee in de wereld van de zeiltrim. Hij legt uit hoe hij zijn zeilen trimt tijdens het zeilen, handige tips voor de minder ervaren zeiler!

Door Roel Slob | 29 juli 2020

trimmen

Roel’s tips: Zeiltrim voor toerzeilers

Door Roel Slob | 29 juli 2020

Advertentie

Roel Slob is al drie jaar onderweg met zijn catamaran. In Spanje heeft hij deze opgeknapt en is vervolgens naar Griekenland gezeild. Van daaruit ging de tocht door naar Gibraltar en momenteel zit hij in de Caribbean. Op zijn persoonlijke website houdt hij zijn avonturen bij, hier kun je bijvoorbeeld lezen waar hij zich momenteel bevindt. Op Zeilwereld heeft hij vanaf nu een plek om de meer technische kant van zijn verhaal te laten zien. Zo zal hij hier bijvoorbeeld uitweiden over het zelf maken van een watermaker, installatie van elektriciteitssystemen en het trimmen van zeilen. Hierbij deel 4 waarin Roel vertelt over de zeiltrim voor toerzeilers.

Het trimmen van een zeilboot is met veel mystiek omgeven. Trimmen heeft alles te maken met snelheid en, wees eerlijk, het is nooit leuk om voorbij gezeild te worden. Mij gaat het niet in eerste instantie om snelheid, maar om veiligheid en comfort. Als cruiser zeil ik bijna altijd alleen. Dan zijn veiligheid en comfort uiterst belangrijk. Comfort, omdat je goed wilt kunnen uitrusten als je dagen onderweg bent. Veiligheid omdat je op zee plots voor onaangename verrassingen kunt komen te staan.

Ik zeil vaak met een enkel rif. Dit doe ik op voorhand, zodat het zeiloppervlak in ruige omstandigheden voor mij hanteerbaar blijft. De genua is een zeil op rol en deze staat meestal vol uit. Met deze zeilvoering trim ik het schip op balans. Dit betekent dat de boot een ietsje loefgierig is. Gereedschap hiervoor zijn de voor- en achterstag. Daarna ga ik zeilen over beide boegen om te testen of de boot zich over beide boegen gelijk gedraagt.
Soms draai ik de genua een enkele slag in als ik het gevoel heb dat er meer wind komt. Die eerste slag is vaak bij harde wind het lastigste te doen. Dat moment ben ik het liefste voor en het zeiloppervlak verandert daardoor nauwelijks.

Het kan tot flinke paniek leiden als de genua ‘klem’ zit. Er zijn hierdoor ook al veel genua’s gesneuveld. Plots een flinke wind en de genua staat te klapperen. Dat hoeft maar een paar minuten te duren voordat hij begint te scheuren. De eerste slag om de stag kan dan helpen. Bedenk ook dat het schip flink schudt op de golven en de winddraaiingen. Zet de rollijn van de furler flink strak en loef een beetje op. Je zult zien dat door het schudden van de boot de genua begint in te draaien. Geen paniek, maar geduld helpt enorm.

Verstaging

Allereerst de zij stagen. Zijn ze nog goed? Dat is lastig te beantwoorden, want dit is eigenlijk niet te beoordelen. Behalve roestaanslag en beschadigingen kun je weinig zien. Ook experts bevestigen dit. Dat betekent dat je na een bepaalde periode ze gewoon moet vervangen. Meestal wordt 12 tot 15 jaar door verzekeraars aangeraden. De zijstagen moeten op een juiste spanning staan. Officiëel is dit 15% van de breeksterkte voor toerzeilers. Wedstrijdzeilers gaan tot wel 35%. Een tuiger kan advies geven dat past bij de tuigage van de boot en heeft gereedschap om de spanning te meten.

Te weinig spanning op de verstaging gaat niet alleen ten koste van de balans en de prestaties van je boot: ook de stagen, terminals, mast en romp hebben te lijden door onderbelasting. Ernstige schade en zelfs mastbreuk kunnen het gevolg zijn. Het verstellen kan soms heel lastig gaan. Haal daarom de spanning van de stag door de giek er naar toe te draaien. Je kunt ook nog iemand op het uiteinde laten zitten. En, belangrijk, doe aan beide kanten precies hetzelfde! Bij diamantverstaging geldt simpel, heel strak. De voorstag blijf je in de regel vanaf, tenzij de boot niet in balans is. De achterstag kun je verstelbaar monteren als je geen topgetuigd schip hebt.

In geen geval ga je de verstaging uitgebreid onder zeil. Staat de verstaging aan de lijzijde te klapperen, dan kan een kleine correctie helpen, maar zet de boel niet strak terwijl er spanning op je tuig staat.

De Wind

De wind wordt door de zeilen afgebogen en dat levert de voortstuwing op. De schijnbare windrichting wijkt af van de daadwerkelijke windrichting, doordat de boot snelheid heeft. Er komt ‘rijwind’ bij. De schijnbare windrichting is dus de richting waarin voorlijk van genua en grootzeil moeten staan. ‘Telltales’ zijn daarbij onontbeerlijk. De wind wordt door deze juiste hoek met zo weinig mogelijk weerstand opgevangen. Door de bolling van de zeilen wordt de wind vervolgens afgebogen. Dit levert de eerste voortstuwing op.

Er is ook een tweede kracht aanwezig. Dit is het verschil in luchtdruk aan loef- en lijzijde. De wind is niets anders dan een grote luchtmassa die zich verplaatst. De afbuiging door onze zeilen is maar een minuscuul gedeelte van die totale massa. Aan de lijzijde maakt de lucht een langere weg dan aan de loefzijde en de lucht aan lijzijde zal dus gaan versnellen om weer gelijktijdig samen te kunnen voegen.

Hou de gedachte van die grote massa lucht even vast. Dan snap je direkt dat luchtdeeltjes bij elkaar willen blijven vanwege de viscositeit. De omringende luchtmassa zorgt daarvoor. Deze versnelling geeft de tweede voortstuwing.

De genua en grootzeil werken hierin samen. De versnelling van de wind achter de genua, A, komt nu terecht aan de lijzijde van het grootzeil, B. De wind van B wordt nu door C nogmaals versneld. Het grootzeil wordt hierdoor nog effektiever. Deze samenwerking wordt verbroken als de genua ver wordt ingerold. Dus bij reven begin je bij het grootzeil.

De Overloop

Er is nog een zeer krachtig gereedschap om de zeilen te trimmen en dat is de overloop. Veel mensen laten deze mooi in het midden staan en regelen de stand van de zeilen met de schoten. Maar bedenk dat de hoek van schoot en zeil hierdoor verandert. Dit beïnvloedt de bolling van het grootzeil. Haal je nu de overloop aan in plaats van de schoot, dan verandert er op dat gebied helemaal niets.

De overloop. Hier op een catamaran.

Meer bolling betekent meer wind vasthouden. Je zet het zeil ‘dicht’. Dit doe je bij weinig wind. Bij harde wind zet je het zeil vlak en dus ‘open’. De boot kan hierdoor meer wind hebben. De schoot regelt dus de bolling van je zeil. Zet de overloop naar lij en de zeilschoot strak bij harde wind. En precies andersom bij weinig wind. De genuaslede heeft hetzelfde effect.

Dit is uiteraard een heel summier overzicht, want daarnaast zijn er nog de lekwind, de twist, barberhaulers, etc. Teveel om op te noemen. Er zijn veel goede sites met uitgebreide specialistische informatie, zoals bijvoorbeeld de site van North Sails.

Lees ook deze nieuwe Zeilwereld Verhalen:

Roel Slob is al drie jaar onderweg met zijn catamaran. In Spanje heeft hij deze opgeknapt en is vervolgens naar Griekenland gezeild. Van daaruit ging de tocht door naar Gibraltar en momenteel zit hij in de Cariben. Volg zijn avonturen via zijn eigen blog: sailingellena.nl.

Vond je dit mooi? Deel dit verhaal dan met je vrienden:

Laat een reactie achter





Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Schrijf je in op de nieuwsbrief

!
!
Terms and Conditions checkbox is required.
Something went wrong. Please check your entries and try again.

Uitgelicht:

Nieuw in Toerzeilen:

Laat een reactie achter





Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.