Advertentie
Op zeil de haven van Oostende uit?! Wie zie je dat nu nog doen. Rony Grooten gaf aan dit juist nog te doen als oefening en zo zijn behendigheid te blijven trainen. Handig als je motor een keer uitvalt. Met zijn prachtig gelijnde Kaskelot, genaamd Oneiros kruist hij de haven uit alsof het een Valkje betreft. Rony heeft heel wat zeemijlen in de benen. Tevens Bestuurslid van de Scheveningen 500 Zeil Race/ Rally, waar hij gepassioneerd over kan vertellen. Leuk dus om Rony nu in de ‘Spotlight’ te hebben.
Hoe oud was jij toen je voor het eerste besefte dat zeilen echt jouw passie zou gaan worden en waarom?
Tijdens mijn studie in Groningen, op mijn 23ste, kwam ik in contact met een zeiler. Hij zocht iemand die kon helpen zijn boot te onderhouden, een Van Gilles stalen S-spant van 7,60 meter, in ruil daarvoor mocht ik ook met de boot zeilen. Startend op het Lauwersmeer en de Friese wateren, greep het zeilvirus mijn vriendin en mij. Ik herinner me nog onze eerste ‘oversteek’ op het IJsselmeer, van Lemmer naar Enkhuizen. Super trots als we waren dat we deze tocht met best een stevige wind goed hadden volbracht.
Oneindig hebben we, inmiddels met 3 kinderen, op het IJsselmeer en de Wadden gevaren. Uiteindelijk hebben we het plan opgevat om met deze boot naar Denemarken te varen. Met gestreken mast door het Küstenkanaal richting Ottendorf en daar via een duiker onder de weg door de Elbe op. Onze eerste tocht via het Kielerkanaal richting Funen was een feit. Wat een weelde. Avonturen bij de vleet. We lagen eens in Denemarken voor anker in een ondiepe baai. Vanaf de boot zwommen drie blonde koppies met droge kleertjes in een vuilniszak achter hun aan zo’n 200 meter naar het strand. Een beeld dat ik niet snel vergeet. De kinderen waren door de rustige opbouw zo met de boot en de zee vergroeid dat er van geen enkele angst sprake was. Boekjes, tekenmateriaal, Duplo en afval langs het strand voor het maken van ‘bootjes’ vormde het spelmateriaal voor onze langere tochten.
Na enkele jaren zijn we overgestapt op een Grinde, Jonas genaamd, een boot uit de reeks van de family of the Whales ontworpen door de Denen, Per en Peter Bruun. Zij waren in de jaren ’70 hun tijd flink vooruit met hun eigenwijze van walvisachtigen afkomstige ontwerpen: snel, zeer zeewaardig en met een dito praktische inrichting. Met de Grinde hebben we – met ons vijven – jaren de oost en westkust van Zweden bevaren. Natuurlijk ook menig oversteek naar Engeland.
Op Isle Whight ontmoetten we tijdens de Cowes Week in 2002 de Commodore van de Chichester Yachtclub. Hij kwam spontaan aan boord en herkende de (zeker in het Verenigd Koninkrijk uitzonderlijke) boot van zijn ouders, waarbij tijdens de Cowes Week in het verleden prijzen zijn gewonnen. We hebben hem later in Chichester opgezocht met een foto van de Grinde van zijn ouders aan de muur, geweldig leuke avond gehad.
Wat voor boot heb je en is dit jullie droomschip?
Gestimuleerd door onze vrienden Pim en Ankie Salters, zijn we in 2003 overgestapt op onze huidige Kaskelot. Een geweldig schip voor op zee en lange vakantietochten. Onder álle omstandigheden blijft de Kaskelot zeilen.
Wat je tegenwoordig vaak ziet, is dat zeilers met 40-voeters en groter bij veel wind stoppen met zeilen en gaan motoren. Net zoals het opdoeken en inrollen van de zeilen ruim vóór de haven. Wij zeilen als het even kan met beide zeilen of anders met grootzeil alleen de haven in. We hebben eigenlijk nooit last van de deining of branding bij binnenlopen van een ondiepere haven.
Hier toont zich de kwaliteit van de Kaskelot. Deze boot met een fabelhaft onderwaterschip en skeg voor het aangehangen roer wil graag recht uit en is super goed te trimmen.
Van de Kaskelot zijn er maar 40 gebouwd, wij bezitten nummer 2. De mal bestaat helaas niet meer. Wij hebben het oude tuig compleet vernieuwd met ook een hogere mast. Hiervoor hebben we Peter Bruun in Hornbæk, in de buurt van Kopenhagen, opgezocht en om advies gevraagd. Geen enkel probleem om de mast van de Kaskelot te verhogen naar 16.80 m en 18,5 m doorvaarthoogte, hij vond dat ze in die tijd wat te conservatief tuigden, al was het een 34-voeter. Hij had gelijk, we zijn dik tevreden met de zeilperformance.
Welke aanpassing zou je graag nog doen aan jullie boot?
Binnen in de boot is op het houtwerk – typisch Scandinavisch blank – nog zwaluwstaartverbindingen toegepast, erg degelijk. Met de huidige inzichten had het wat minder zwaar uitgevoerd kunnen worden en hier en daar wat gedateerd, maar het is goed zo en zeker voor een boot van 47 jaar in topconditie. De inrichting van de boot is volledig ingericht op ruwe zee. Goede handgrepen overal, degelijke sluitingen en handige vakken in de kombuis, in ons geval met een langskeuken.
We hebben geen boot met voor iedere gast een eigen afsluitbare kooi, toilet en douche. Voor ons geen enkel probleem. Als je met ons meevaart dan slaap je in één van beide loodskooien, waar onze volwassen kinderen met partner net in passen, mits je van elkaar houdt of in je eentje op de bank met slingerschot. Wij slapen samen in een midscheepse kooi vlak voor de mast, een prima plek in de boot, ook bij ruw weer. Ook deze kooi is wat smal voor twee, maar met een verbreding over het gangpad redden we ons er prima mee.
Wellicht in de toekomst als we echt strammer worden is een aanpassing van onze kooi wenselijk.
Wat is de naam van de boot, en heeft deze nog een speciale betekenis?
De boot heet Oneiros en betekent in het Grieks ‘droom’ of ‘God van de dromen’. We zijn de derde eigenaar en we hebben de naam van de boot bij overname niet veranderd, het was immers ons ‘droomschip’. Ik ben helemaal lyrisch over de ontwerpen van Per en Peter Bruun, van Flipper, Marsvin, Spækhugger, Grinde tot de Kaskelot. Dit virus is ook bij onze kinderen overgeslagen grappig genoeg.
De naam van ons schip geeft over de marifoon wel varianten. In het Engels spreekt men van <Oneeros> en een jonge Griekse die we in Lerwick ontmoetten sprak van <Óniro> in het nieuw Grieks. Wat dat betreft zou ‘Jonas‘ internationaal duidelijker zijn, maar menig Grinde is al naar deze vredesduif en profeet vernoemd en Oneiros geeft aan wat ze voor ons betekent.
Hoeveel dagen per jaar ben jij aan boord?
In principe varen we elk weekend en als het kan in de zomer vier tot zes weken met in het voorjaar en najaar langere tochten. Alles bij elkaar zo’n 150 dagen per jaar waarschijnlijk. Ik houd persoonlijk minder van een uurtje avondzeilen, behalve als we met de club, Jachthaven Schelde in Vlissingen, wedstrijdjes ‘zomeravondzeilen’. Een tochtje van 5-6 uur de zee op kan mij het meeste bekoren. Dat is voor ons enkele reis Vlissingen-Oostende. Op de Westerschelde bij stevige westelijke wind, en dus wind tegen stroom, nabij Zeebrugge is dat geen sinecure overigens. Onder die omstandigheden bewijst onze boot wel haar kwaliteiten.
In de zomervakantie varen we meestal tussen de 1000 en 2000 mijl. Ik heb het gevoel dat we binnen een straal van 500 mijl rondom Nederland praktisch alles wel hebben gezien wat we met onze bijna 2 meter diepgang kunnen bezoeken. Al hoorden we deze zomer dat ook Ameland nu ineens na uitdiepen bij gering tij tot de mogelijkheden hoort. Door Covid-19 zijn we deze zomer niet verder gegaan dan de Duitse Kust en hebben we toch nog nieuwe plekjes ontdekt op de Duitse eilanden Sylt en Amrum nog net voor de Deense kust. Zeer de moeite waard voor deze actieradius.
Wat is je allermooiste ankerplek of haven waar je bent geweest en waarom is deze plek je zo bijgebleven?
Wij hebben toch wel hele mooie herinneringen aan de oostkust van Zweden. Ankeren aan een ‘eigen rotseiland’ in Västervik, in de buurt van Kalmar blijft voor ons heel speciaal. Onze eerste tochten in de jaren rond 1990 met onze drie kinderen in deze omgeving hebben een onuitwisbare indruk achtergelaten. We waanden ons als enigen in deze omgeving, zochten wilde vruchten en stookten kleine vuurtjes en grilden onze eigen gevangen makreel. Niks goed geoutilleerde jachthaven, geheel onszelf bedruipend en zwemmend in het heldere water van 12 graden.
Wat is het mooiste vaargebied waar je ooit hebt gevaren?
We hebben reeds enkele malen de Shetlands en Fair Isle bezocht. Een voor mij ultiem vaargebied, hoewel het ook moeilijk kiezen is tussen de hogere Skandinavische- (Finland, Zweden en Noorwegen) en Schotse vaargebieden (Oost en West).
De Shetlands vind ik extra speciaal, omdat deze eilanden, op afstand en soms pas dichtbij, ineens opdoemen uit de zee, vol met mystiek, zonder bomen en met een ogenschijnlijk oneindig aantal Jan van Genten, Papegaaiduikers en Sea Wildlife et cetera. Op een Orka op afstand na hebben we nooit walvissen langs de boot gehad, maar het kan in deze zeilomgeving wel! In dit gebied ben je echt op jezelf aangewezen en de zee, zo op de grens van de Oceaan en de Noordzee, stelt eisen aan boot en bemanning, daar houd ik van.
Heb je nog plannen voor een droomreis?
Sinds enkele jaren woont onze jongste zoon in het zuiden van Portugal. Ik heb altijd een keer de Atlantische Oceaan over willen steken, maar daar is tot nu niets van gekomen. Een halfjaar of langer via de Azoren richting mijn Zoon in Estoi nabij Faro en weer terug lijkt me een mooi alternatief.
Wellicht vaar ik door ná de wedstrijd van de Scheveningen 500 naar Plymouth die start op 17 juli 2021, uiteraard in Scheveningen.
Wat vind jij nu echt een handige accessoire in het zeilen die je veel gebruikt?
Digitaal zijn we helemaal bij met natuurlijk AIS wat naar mijn idee serieus bijdraagt aan de veiligheid op druk bevaren delen van de zee. Een Epirb ontbreekt ook niet en dubbele GPS staat standaard aan, maar sinds het ongeluk met Frans Maas en een deel van zijn bemanning voor de Belgische kust hebben we twee handheld waterdichte (dsc) marifoons standby, één in de Grab Bag en één aan een lijntje in een bakje aan het hek, zodat we in alle gevallen over de mogelijkheid beschikken contact te leggen met de kustwacht of andere schepen om onze situatie en positie door te geven.
Veel zeilers varen nog onder internetbereik, maar dat wordt richting de Shetlands wel minder. Dan bewijst onze SSB Marine Receiver/Navtex FMD 21 – met zelfs nog printmogelijkheid – nog steeds uitkomst. Die zou ik dan ook niet willen missen.
Heb je nog een gouden tip aan de lezers van Zeilwereld?
Een tip aan de lezers van Zeilwereld zou zijn om eens met je boot zonder motorgebruik weg te varen of aan te leggen. Het geeft vertrouwen in je schip en eigen kunnen en wellicht hoef je dan bij een onverwachte motor niet meteen de hulpdiensten op te roepen. Wat dat betreft gedraagt een 40-voeter zich niet anders dan een Valkje of vergelijkbaar.
Voor mensen die graag nog meer ervaring met zeilen op zee en wat langere tochten willen opdoen zou ik graag de website van Scheveningen 500 aanbevelen.
Ook zeiler in de spotlight worden?
Ben jij net als Rony Grootens gek op zeilen en wil je ook eens op deze plek in de spotlight staan? Of ken je een zeiler die best een in de spotlight mag komen? Stuur jouw contactgegevens naar redactie@zeilwereld.nl, of vul het formulier onder deze link in.
Andere spotlight artikelen lezen op Zeilwereld? Kijk op deze pagina!