Advertentie
Mijn oom was al een paar weken op stap met de Danielle, een Lemsteraak van 16 meter. Hij was naar Denemarken op en neer geweest. Op een aantal tussenstops werd de bemanning verwisseld van de ene zeilfanaat naar de andere zeilvriend, van het ene familielid naar de ander. Op het laatste stuk vanuit Cuxhaven stapten mijn ouders en ik aan boord van de platbodem om het laatste stuk gezellig mee te varen naar Vlieland.
Toen we aankwamen werden we gelijk uitgebreid gebriefd. “Als iemand van boord valt, dan ben jij de wijzer. Hier ligt het noodroer. Hier liggen de vuurpijlen. Hier ligt een tang om de lijnen van de zeilen mee door te knippen, als het echt moet. Hier liggen de reddingsvesten en hier de brandblusser.” Dit was wel een kleine wake-up call. Het werd geen zon-zeilen-bikini festijn.
Oom Wim liet het rekensommetje zien met de stroming en de getijdentafels. Hij kwam uit op een vertrektijd van 05.15. De wekker werd om 05.00 gezet… Dat stond niet in de folder! Maar goed, zodra we met zonsopgang de zeilen hijsen, zoals ik het zo voor me zag, ben ik vast wel wakker.
La belle bleu
In de haven van Cuxhaven werden we aangesproken door een mevrouw die de boot bewonderde. Ze vertelde dat ze zelf uit Frankrijk zijn gekomen met ‘La belle bleu’, een Contest ’28, die later ‘Label Blue’ scheen te heten maar dan met een Frans accent. Ze waren al vijf dagen gestrand in Cuxhaven vanwege de tegenwind. Ze moest op tijd aankomen in Parijs om nog een paar dagen met haar kleinkinderen te kunnen varen, voordat de schoolvakantie voorbij is.
Om 05.00 opstaan is nog nooit zo snel gegaan
In plaats van m’n wekker werd ik gewekt door de grommer, zoals Wim hem noemt. De motor begon te brullen, tijd om te gaan. Terwijl ik me in mijn zeilpak hees, sprintte mijn nicht voorbij in haar pyjama. Met haar ene arm trok ze een trui over haar hoofd, en met de ander trok ze de boeien los. Hier kan ik nog iets van leren, de vaart zat erin!
Voor ik het wist stroomden we de Elbe af richting de Duitse bocht. Toen we net de hoek om waren troffen we een parade aan toplichten, tot ver in de verte. Dan weet je wel zeker dat je het juiste rekensommetje met de getijden hebt gemaakt. Label blue was duidelijk niet de enige die al een aantal dagen gestrand was in Cuxhaven. Met zoveel boten bij elkaar leek het bijna weer op een zeilwedstrijd. Twee uur later waren we iedereen voorbij. In de verte zagen we onze Franse vrienden nog door de verrekijker. Met de armen hoog in de lucht zwaaiden we elkaar uit.
Het ene bemanningslid na de ander dook het vooronder in voor een dutje. De vroege wekker hakte er toch wel in. Onderweg kreeg ik alles uitgelegd, van waar alle lijnen voor dienen tot de betekenis van iedere boei. Na een stoomcursus van 12 uur kwamen we aan in Norderney.
Het grootzeil, de fok én de kluiver mochten los
De volgende dag herhaalden we hetzelfde riedeltje, maar dit keer hadden we zelfs wind uit de goede hoek! Het grootzeil, de fok én de kluiver mochten los. De motor ging uit, en we gleden soepeltjes over de Noordzee. Op een gegeven moment was het bijna windstil en was het zeilfeestje toch voorbij. De grommer begon weer te brullen, en de zeilen mochten weer omlaag.
Ik keek vol bewondering hoe mijn nicht in het kluivernet hing terwijl we op volle koers door de golven gleden, tot ik zelf ook een paar lijnen in m’n hand kreeg geduwd om haar te helpen met het opbergen van de kluiver. Ik stond met trillende beentjes in het net, terwijl ze er zelf in lag alsof het een soort hangmat was. Het is even wennen voor degene die kleinere boten op het Markermeer gewend zijn…
Deel twee ‘spoedcursus platbodem zeilen’
Deel twee van mijn ‘spoedcursus platbodem zeilen’ stond in het teken van droogvallen. Maar eerst het zeegat door tussen Ameland en Terschelling. Dat is best wel spannend. We moesten een soort van Zwanenhals door. We passeerden de Blauwe Balg, een zandplaat waar het hele jaar door zeehonden liggen. We doken vaargeul de Oosterom in, en gingen opzoek naar een plekje om te overnachten op het wad onder Terschelling.
Het anker ging eruit en voor we het wisten stonden we tot onze enkels in het water. De volgende ochtend lagen we pas echt helemaal droog. Toen ik opstond merkte je pas dat de boot een beetje scheef lag. Dat is gelijk een voordeel van droogvallen, aldus Wim: “Het voelt alsof je aan het zeilen bent, zonder dat je ervoor hoeft te werken”.
Storm op de Waddenzee
Met het laatste stuk van de driedaagse zeilcursus waren de pijlen op Vlieland gericht. Eenmaal los van de grond voeren we van boei naar boei. De stroming en het getij waren goed te merken. Langzaam maar zeker werd het weer wat ruiger. Ik was zelf aan het sturen over het wantij toen de wind opeens omsloeg van 4 naar 24 knopen… Toen we Terschelling voorbij waren mochten de zeilpakken weer aan. We gingen het Schuitegat door, en toen kwamen de hoge golven. Bij iedere golf waar we tegenin beukten stortten bakken zout buiswater over ons heen.
Als doorgewinterde zeilers kwamen we aan bij de haven van Vlieland. De rode vlaggen hingen, oftewel, de haven is dan vol, maar iedere boot die zich meldde mocht toch naar binnen. Buiten de haven met deze hevige stroming en storm was het niet te doen. Met volle vaart jaagde Wim de boot naar binnen. Hij had een zonnebril op, maar we hadden allemaal wel zijn grote ogen willen zien. Onze binnenkomst was een applausje waard! We surfden naar binnen, de mensen die een filmpje aan het maken waren van dit spektakel, mogen zich alsnog bij mij melden!
Lessen
In deze 153 mijl op zee heb ik het volgende geleerd:
- Ik ga met mijn eigen bootje nog niet de zee op.
- Later als ik groot ben wil ik ook een platbodem.
- Doe altijd waar je blij van wordt. Ik ga véél vrolijker terugkijken op deze drie dagen op zee, dan wanneer ik was gaan klussen aan mijn nieuwe appartement 😉