Advertentie
Deze keer in de spotlight een zeiler die heel veel heeft gevaren in koudere gebieden. Daar waar velen juist afreizen naar de zon, heeft Margo Gonggrijp van Mourik, samen met haar man Joris, juist prachtige zeiltochten gemaakt naar de Noordelijke IJszee en de Barentszzee. Maar ook de Shetlands en Ierland hebben zij bezocht met hun Centurion 32. Ze liggen nu in Schotland. Er worden weer nieuwe plannen gemaakt voor 2021. Wordt het weer richting het noorden, of laten ze zich verleiden om richting de zon te varen?
Hoe oud was jij toen je voor het eerste besefte dat zeilen echt jouw passie zou gaan worden en waarom?
Ik groeide op op de Veluwe, geen water te bekennen. Tijdens mijn studie had ik een vriend die wedstrijd voer met een Waarschip kwarttonner. Met hem ben ik van Muiden naar Stavoren gevaren toen het IJsselmeer nog ononderbroken water was. Straffe wind en best wel spannend. Bij Joris in de familie werd er wel gezeild. Eerst een 16 m2 en daarna de Rasbora, een Dehler 22, in onze ogen de overstap naar een echt kajuitjacht. Daarmee gingen we in 1973 op vakantie in Friesland, ik vond Joris een geweldige schipper. In 1978 verliet Joris de Marine en kon daardoor, aangespoord door die oude studievriend van mij, aanmonsteren bij Dick Zaal, die met Inflexible het hele wedstrijdprogramma IJsselmeer en Noordzee afwerkte; tot 3 keer toe bekroond met de blauwe wimpel. Ik paste op de kinderen en we zeilden af en toe met Rasbora op de Braassemermeer. Die ligt daar nog steeds voor kleine tochtjes.
Alles veranderde toen Joris zei dat ik me moest melden bij Gerda Zaal, die wilde de Ladies Cup varen van de WSV Hoorn en had nog iemand nodig. Zo geschiedde. Gerda leerde me echt zeilen en dat was hard werken op die wedstrijdboot. Ik denk dat de passie ontstond bij die eerste wedstrijd toen ik onverwachts tot voordekker werd gebombardeerd en met het zweet op de rug alles zelfstandig moest aanslaan. Wonder boven wonder ging de spi feilloos omhoog onmiddellijk na de ton, en nog eens en nog eens. We wonnen. We waren zo’n goed team dat we meer wedstrijden gingen varen, waaronder 2 keer de Schuttevaerrace die we in de Ladies Cup de eerste keer ook wonnen.
Toen heb ik in 1988 Joris voorgesteld dat we zelf een boot zouden kopen. Dat werd- natuurlijk- een onverwoestbaar Dick Zaal ontwerp, de Contest 25 die we Irresistible noemden. Een prachtige naam, vind ik nog altijd, maar probeer hem niet te spellen door de marifoon en geen havenmeester die het goed schrijft. Daarmee hielden we de eerste zomerse zeilvakantie met de drie kinderen op het IJsselmeer. Omdat Gerda verhinderd was heb ik met Irresistible met de dames de 3e Schuttevaer als schipper gevaren. We raakten weliswaar een boei, maar zijn wel gefinished.
De drang naar zee en verre kusten zat erin. Ik deed de theoretische kustnavigatie en met Irresistible hebben we in 1989 Londen en de Engelse Oostkust bezeild. Met 3 pubers werd ze echter wel wat erg krap. We zochten dus wat groters.
Wat voor boot heb je en is dit jullie droomschip?
In 1990 voer ik als bemanning mee met Metha Kamminga in de Colin Archer, de eerste vrouwenboot die meedeed. In Larvik legden we aan naast een andere deelnemer met een prachtige rode boot en ik vroeg wat voor schip het was. Antwoord: een Centurion 32 en ze is te koop.
Zo is het gekomen. Het is ons droomschip omdat we er nog steeds in varen. Het is een ontwerp van Holman & Pye, door Wauquiez gebouwd in 1974. Het Franse antwoord op de Contessa 32. Ze is een s-spant geheel gericht op zeilen, waterlengte 7.32 meter en breedte 3.00 meter met een mooi geveegd smal kontje. Soms wens ik haar wat groter, maar we staken met 5 volwassenen over naar Schotland, telkens 2 mensen buiten op wacht en dan heb je naast de voorpunt nog 4 zeekooien als je de tafel laat zakken. Iedereen slaapt comfortabel. Elk jaar verbaast de bergruimte me opnieuw, elke centimeter is benut en we hebben als het moest, eten meegenomen voor 3 tot 4 weken.
Welke aanpassing zou je graag nog doen aan jullie boot?
In 2010 is er een rolfok op gekomen, lazy jacks bij het grootzeil en selftailing lieren. Daarmee werd ze 60+ en dat blijkt nog goed te werken. Ze heeft een windvaan, een stuurautomaatje voor windstil weer, radar, CARD, AIS. Ik zou graag buiten in de kuip een dieptemeter willen zodat ik niet steeds naar binnen hoef te springen om de ouderwetse dieptemeter van 100 op 20 meter te zetten. Hij is ook niet zuiver afgesteld, maar Joris is eraan gehecht en heeft hem met een touwtje een beetje scheef getrokken zodat je er vanuit de kuip beter op kunt kijken. Het zal nog wel even duren.
Elektrische ankerlier zou ook wel handig zijn. Nu trekken we zonodig met z’n tweeën.
Wat is de naam van de boot, en heeft deze nog een speciale betekenis?
We noemden deze rode boot na veel discussie aan de eettafel waar de kinderen over alles ketchup goten: CatchUp.
Hoeveel dagen per jaar ben jij aan boord?
Zomervakanties waren in het begin 4 tot 5 weken. We lieten haar vaak ook in de winter in het water voor winters zeilplezier. Noorwegen, Schotland, Faroer, Shetland waren in de zomervakanties net haalbaar. Omdat we graag de Ierse westkust wilden bezoeken heeft CatchUp eerst in 1999 in Crosshaven aan de zuidkust van Ierland overwintert. Het jaar daarop in Oban omdat we ruim kans wilden hebben om St. Kilda te bezoeken. Gelukt en een aanrader. Nog 2 winters daar omdat de Schotse westkust en het nabije Ierland een fantastisch zeilgebied vormen. Ook in voor- en najaar zeilden we daar.
Dat werd anders toen we in 2003 overstaken naar Noorwegen en CatchUp in Kristiansund overwinterde op weg naar de Lofoten. In de Lofoten, op weg naar Tromso, kwamen we een Belgische 32-voeter tegen die net was teruggekeerd uit Spitsbergen. Dat opende nieuwe perspectieven! ‘Jullie hebben alleen een betere kachel nodig’, was hun advies. Dat kon geregeld in Tromso en in 2005 bezochten we Spitsbergen. Een unieke ervaring, een wereld waar je wordt geduld. Omdat we vanuit Tromso vertrokken hadden we bijna een maand de tijd.
We besloten een, enige jaren daarvoor gehouden unieke Kustzeilersexpeditie (de eerste buitenlandse zeilers door het verboden Rusland), na te varen: naar Archangelsk en dan door Ruslands meren en kanalen naar Petersburg, een andere route naar huis. Omdat de contacten al waren gelegd konden we in 2006 CatchUp achterlaten in Archangelsk na een schitterende eenzame tocht via de Noordkaap, de verlaten Noorse noordkust, de Miljoenenstad Moermansk en de Witte Zee. Nadat alles goed was geregeld in Petersburg keerden de politieke winden en kregen we in 2007 geen toestemming meer.
Helaas, een onvergetelijke ervaring rijker voeren we terug naar Tromso en besloten dan maar een tweede bezoek aan Spitsbergen te brengen, de noordkust hadden we nog niet kunnen bezoeken. Dat lukte wel in 2008, tot boven de 80 NB en met vier ijsberen in het zicht. We voeren in 2 jaar terug naar Nederland en in 2010 kreeg CatchUp een welverdiende refit en een opnieuw sprankelende rode romp.
In 2012 en 2013 lag ze weer in Oban. In 2014 werd ik pensionada en konden we ongelimiteerd varen, meestal tegen de 3 maanden. Via de Hebriden, Orkney en een uitgebreid bezoek aan Shetlands westkust overwinterde CatchUp in Lerwick. In 2015 vertrokken we naar IJsland. Via de oost- en noordkust wilden we naar Jan Mayen. Het weer was daarvoor ongeschikt; er is maar 1 open ankerbaai aan de noordkust van Jan Mayen en je wilt een paar rustige dagen om de kant op te kunnen. Wel hadden we alle tijd voor de prachtige Hornstradir, het geheel verlaten fjordengebied in de noordwestelijke hoorn boven Isafjorden waar CatchUp overwinterde.
In 2016 konden we Jan Mayen wel bezoeken en het voldeed geheel aan de oude gravures: tamelijk laag, heuvelachtig, onherbergzaam en aan de noordoostpunt ineens de besneeuwde 2.277 meter hoge puntige vulkaan, de Beerenberg. Adembenemend. Daarna alle Westfjorden en een overwintering in Stykkisholmur. In 2017 langs Reykjavik en de zuidkust met de Westmann eilanden naar de Faroer en terug naar Lerwick. In 2018 vonden we een plekje in Tighnabruich, in de noordwesthoek van de Clyde. Sindsdien verkennen we van daaruit de Ierse noordkust, de Ierse zee en het eiland Man. 2020 is de eerste zomer waarin we CatchUp niet hebben gezien en Nederland hebben verkend met Rasbora. Terugkeer naar de Shetlands ligt in het verschiet.
Wat is je allermooiste ankerplek of haven waar je bent geweest en waarom is deze plek je zo bijgebleven?
- Village Bay op St. Kilda, geheel open op de zuidwestelijke oceaandeining. Op Hirta de unieke resten van de nederzetting die tot 1930 werd bewoond. St. Kilda archipel telt 60.000 paren Jan-van-Genten waarvan er 14.000 verzameld zijn op de 170 m hoge Stack Lee. Oorverdovend.
- Kvalrossbukta Jan Mayen, altijd willen zien, deze verlaten plek met twee monumenten voor de 7 tijdens de overwintering 1633-1634 omgekomen Nederlandse walvisvaarders.
- Shiant Islands in de Minch, ten oosten van Harris, Outer Hebrides. In het goede seizoen vol papegaaiduikertjes.
- Alle baaien in de Hornstradir. Overweldigende natuur rondom.
- Rathlin Island boven noordoostpunt van ( Noord) Ierland. Pub en nu zelfs een kleine marina. Grote vogelkolonie op de westpunt.
Wat is het mooiste vaargebied waar je ooit hebt gevaren?
- West Schotland biedt met zijn talloze eilanden en baaien ongekende mogelijkheden en nog steeds zijn er plekken waar we nog willen ankeren.
- West Ierland kent eveneens heel veel ankerplekken en naast vissershavens ook steeds meer marina’s; het onberekenbare weer vraagt tijd om verwaaid te kunnen liggen.
- IJsland met zijn overweldigende natuur. Met een snel rondje mis je te veel.
- Spitsbergen is een once in a lifetime ervaring.
Heb je nog plannen voor een droomreis?
De dromen richten zich op de bemanning van 5 kleinzonen.
Heb je een product aan boord, dat je maar bij weinig zeilers zal aantreffen, maar die voor jouw echt helemaal top is?
De windvaan brengt ons overal met losse handjes. Een kleine aggregaat kan je uit de problemen helpen als de motor dienst weigert vanwege (te) lege accu’s. Kwam zeer van pas toen we met een kapotte motor uit Spitsbergen kwamen om toch stroom te hebben voor de marifoon en de radar.
Heb je nog een gouden tip aan de lezers van Zeilwereld?
Vergroot je vaargebied en de mogelijkheden de kust en de binnenlanden te verkennen door je boot aan het eind van de zomer ergens te laten overwinteren.
Sta jij de volgende keer in de spotlight?
Ben jij net als spotlight Margo gek op zeilen en wil je ook eens op deze plek in de spotlight staan? Of ken je een zeiler die best een in de spotlight mag komen? Stuur jouw contactgegevens naar redactie@zeilwereld.nl, of vul het formulier onder deze link in.
Andere spotlight artikelen lezen op Zeilwereld? Kijk op deze pagina!