Advertentie
Dit is het vervolg op ‘Vakantie in de Spaanse Ria’s deel 1: Vilagarcía-Cíes. Heb je die nog niet gelezen? Klik dan hier! Dit keer varen we richting Baiona, een Spaans havenstadje vlakbij de Portugese grens.
“Goed geslapen?” vraag ik Rik als ik vanuit de voorpunt naar achter kijk en zie dat hij al wakker is. “Niet echt. Die verrekte deining! Ik heb amper een oog dicht gedaan.” Ik kijk naast me en zie dat Aranka langzaam ontwaakt. “Goed geslapen?” vraag ik ook aan haar. “Ja hoor,” mompelt ze.
Het mooie weer van gister heeft zich even teruggetrokken. Het is grijs buiten en vrij fris. Ik voel me verre van fris en besluit daar verandering in te brengen en spring het water in. Dat is pas wakker worden. Vanuit het water zie ik de eerste veerboten vol dagjesmensen al aankomen. Ik klim uit het water om te ontbijten. “Als we de stroom mensen een beetje voor willen zijn, moeten we zo ontbijten en die kant op!” zeg ik. Rik en Aranka zijn me al voor en zitten al klaar met het ontbijt voor hun neus.
Naar de Vuurtoren
De waterflesjes zijn gevuld en de boterhammen gesmeerd. Rustig peddelen we richting het strand. Het is 10:00 uur ’s ochtends, maar zelfs op dit mistige uur zitten er al een paar koppige Spanjaarden in badkleding in het zand. Hun plaats is alvast geclaimd, mocht de zon er ooit nog zin in hebben vandaag.
Op het wandelpad trekken we onze schoenen aan en bekijken we een kaartje. Cíes bestaat eigenlijk uit drie eilanden, waarvan de twee noordelijke eilandjes aan elkaar vastzitten middels het beroemde strand. Het derde zuidelijke eiland, Illa de San Martiño biedt een paar matig beschutte ankerplaatsen, maar mag niet betreden worden. We kiezen ervoor om het eerst een klim naar een vuurtoren te maken. Het Noordelijke deel ziet er wat mooier uit, en ook wat boomrijker. Als we eerst de klim doen, nu de zon nog niet heel hoog staat, kunnen we daarna met meer schaduw het noordelijke deel ontdekken.
De wandeling begint naast een bomvolle camping. We kijken elkaar aan en alle drie hebben we één opgetrokken wenkbrauw. De Spanjaarden staan met hun Decathlon tentjes zo dicht op elkaar gepropt dat we er met een grote boog omheen lopen, en onze mondkapjes nog even extra goed om ons gezicht heen trekken. Afstand houden doen de Spanjaarden niet, maar mondkapjes dragen ze vrijwel altijd.
Privéstrandje
Nadat we ons bammetje hebben verorberd zijn we wel weer klaar met de drukte en lopen we weer naar beneden. Helaas is er maar één pad en loop je dezelfde weg terug. Doordat de mist weg is getrokken zien we ineens een stuk meer van het eiland en de omgeving en de truien worden weggestopt in de rugzak. Als we beneden zijn aangekomen zegt Rik dat hij het voor gezien houdt. Zijn door deining verpestte nacht gaat hij even goedmaken met een flinke siësta. Aranka en ik lopen verder.
We zijn verbaasd. Dit deel van Cíes is eigenlijk veel mooier. Door de vele bomen lopen we uit de zon en uit de wind. Het is heerlijk wandelen. Dit deel van het eiland is vrijwel uitgestorven en slechts af en toe komen we iemand tegen. Ik spot een groene parelhagedis, maar die weet zich uit de voeten te maken voordat Aranka of de camera een kans krijgen om hem ook te spotten. Jammer. We lopen verder en plots houdt het pad op. We treffen twee jonge zeilsters die allebei aan boord wonen en solo op pad zijn. Een Belgische van 27 en een Duitste van 24. “Willen jullie ook nog zwemmen” vraagt de Duitse. Over het antwoord hoeven we niet na te denken. “We hebben een strandje onderweg gezien. Zonder mensen!”
Na een onverantwoorde klimsessie van een half uur komen we tot op het bot bezweet aan bij het strandje. Vijf Spanjaarden waren ons voor. Stomverbaasd kijken ze ons aan en ze wijzen lachend naar boven om een prima paadje aan te wijzen. Wisten wij veel.
Aan boord van de 30 voeter van de Belgische drinken we nog een borrel en dan is het echt weer bedtijd. Met Rik bespreken we nog kort de plannen voor de volgende dag. “Waar willen jullie overmorgen op de trein stappen,” vraagt Rik. Ik vind alles best, maar als Rik het stadje Baiona beschrijft, geef ik toe dat dat leuker klinkt dan een grotere stad.
Jurassic Parc
Het is maar een klein stukje varen vanaf de ankerplaats naar Baiona. We zien vrijwel geen hand voor ogen als we in de ochtend het anker ophalen en de zeilen zetten. Navionics helpt ons een beetje op weg en ik vertrouw erop dat de zon net als gister de mist snel weg weet te branden. De zon houdt zich ook aan die afspraak en als we uit de luwte van de eilanden vandaan komen steekt er een heerlijk briesje op vanaf de oceaan. We tikken zelfs even de vijf knopen aan. Die had ik deze vakantie nog niet eerder gezien!
“Daar ligt Baiona” zegt Rik wijzend. Vanaf een afstandje zien we een muur opdoemen die zich als een rups om een uitloper van het land beweegt. We varen zo de geschiedenis in. Als we langs een andere landtong varen moet ik denken aan Jurrasic Parc. Ik verwacht dat er elke moment een Brachiosaurus uit de struiken tevoorschijn komt. Maar helaas. Zelfs de dolfijnen houden zich gedijst.
Aston Martin
Met een grijns van oor tot oor stuurt de oude-gebouwen-minnende Aranka de boot de hoek om richting de haven. Een veld mooringen ligt voor ons. We doen alsof onze neus bloedt en laten het anker op peddelafstand van het volle strand zakken. Tijd voor lunch en een biertje. Op z’n Hollands, met een vleugje Spanje eten we gebakken aardappelen met rode bieten en chorizo. Onder de zonnetent is het nét uit te houden, maar toch weten we ons na het eten zover te krijgen om de burcht maar eens van dichtbij te bekijken.
“Tickets zijn één euro,” zegt een oud mannetje in uniform voor een grote poort. Maar, voegt hij er aan toe, “dat kun je in het hotel boven terugkrijgen als korting op een drankje!” We kopen drie tickets en starten een wandeling over een uitgestorven verdedigingsmuur. Het Atlanische briesje is meer dan welkom.
Bij het hotel aangekomen wordt al snel duidelijk dat we hier voor een simpel kopje koffie toch écht aan het verkeerde adres zijn. Ik heb zelden zoveel luxe sportauto’s bij elkaar gezien, en hoewel ik niets om auto’s geef, sta ik toch even verlekkerd te kijken bij de glimmende Aston Martin. We lopen snel verder. Een biertje in het oude stadje klinkt eigenlijk ook beter dan koffie.
Idyllische straatjes
Als we eenmaal het stadje inlopen valt nogmaals op hoeveel Portugezen er rondlopen. Op het water en in de haven hadden we al gezien dat er veel boten een Portugese vlag voeren, maar pas als ik een blik op Google Maps werp weet ik waarom. Baiona ligt op slechts 10 kilometer van de Portugese grens. En in noord Portugal is het echt niet zo leuk zeilen als hier.
Baiona blijkt de plek te zijn waar het eerste schip van Columbus’ vloot weer aan wal kwam na het ontdekken van America. Vele mozaïken verspreid door het stadje benadrukken dit historische feitje. De straatjes zijn leuk en je kan er heerlijk verdwalen als je je neus volgt. De restaurantjes volgen elkaar in rap tempo op, maar we zijn bijna overal te laat voor een late lunch. De deuren gaan dicht en pas in de avond weer open.
Aan boord steken we een dikke sigaar op en trekken de laatste biertjes open. De sigaren kochten we voor vertrek in Vilagarcía en de avond is perfect. Jammer genoeg is het alweer onze laatste avond in de Spaanse Ria’s en wat mij betreft blijf ik. Ik denk na over wat ik allemaal nog aan mijn eigen boot moet doen voordat ik hier kan liggen. ‘Nog maar een paar jaar,’ beloof ik mezelf. We checken hoe laat we de volgende dag de bus richting Vigo moeten hebben, pakken onze spullen en gaan te kooi.
Douchen
De volgende dag roeien we rond het middaguur bepakt en bezakt voor de laatste keer in de kleine dinghy naar het strand. Het is nog aan de vroege kant om te lunchen, maar dat betekent wel dat we gemakkelijk een plek kunnen vinden. Voor de laatste keer verorberen we met smaak een hele Pulpo alla galega, en voor de laatste keer drinken we een Estrella Galicia. Als we om drie uur met volle magen bij de bushalte staan bedenkt Aranka alvast aan wat ze gaat doen als ze thuis is. “Eindelijk weer douchen!” zegt ze opgewekt. Ik heb vrijwel elke dag gezwommen en ben vergeten wanneer ik voor het laatst heb gedoucht. Bij nader inzien blijkt dat een week geleden te zijn. Thuis, in Nederland. Ik heb de douche niet gemist.
Lees meer zoals dit:
Vond je dit mooi? Deel dit verhaal dan met je vrienden:
1 reactie
Laat een reactie achter
Schrijf je in op de nieuwsbrief
Uitgelicht:
Nieuw in Toerzeilen:
1 reactie
-
Het was geweldig om jullie mee te hebben Riemer en Aranka! Altijd van harte welkom 🙂
Het was geweldig om jullie mee te hebben Riemer en Aranka! Altijd van harte welkom 🙂