Advertentie
Nadat mijn vriendin Kirsten (22) en ik (Lars, 23) twee jaar geleden voorzichtig naar de Schotse Orkney- en Shetlandeilanden gezeild zijn met Stern, onze Victoire 933, betrap ik mezelf erop dat ik nu weer geregeld op de wereldkaart sta te turen. Mijn oog valt dan altijd op de Faeröer eilandengroep; eenzaam in de winderige Noord Atlantische Oceaan. Ze liggen er zo aanlokkelijk bij; de tweede ‘Stap’ van de ‘Hink-Stap-Sprong’ van Schotland naar IJsland. Het plan voor de zomer ontvouwt zich: we zeilen met Stern naar de Faeröer.
Tekst door: Lars Bosma
Tegenwind
“Gaan we ooit nog richting het noorden komen?” verzucht ik naar Kirsten. We lopen over het strand van Vlieland. De vakantie is net begonnen, de wind lijkt echter maar uit één hoek te kunnen waaien: noord. Mijn vader laat over Whatsapp al vallen dat ‘de Kanaaleilanden ook een leuke vakantiebestemming zijn’. In arren moede steken we halve wind maar over naar Lowestoft; zijn we in ieder geval onderweg. En dan veranderen na een paar dagen opeens de voorspellingen! We vertrekken meteen. Koers noord. De wereld wordt leger, het water steeds kouder en het weerzien met de eerste Jan van Gent is toch een hoogtepunt. Je raakt verknocht aan dat noorden. We varen drie nachten door en komen uiteindelijk via het Schotse Wick aan in Stromness op de Orkney eilanden.
Een winderige start
‘Dit had ik verdomme moeten weten!’ is wat er door mijn hoofd gaat. Het is zes uur ’s morgens, we zijn een half uur geleden vertrokken uit Stromness. Zoals voorspeld, is de zuidelijke wind hard. Deze wordt echter aanzienlijk versterkt in de valwinden die vanaf het hoge eiland Hoy naar beneden razen. De zoveelste drukt de boot uit zijn roer waarna vier leuvers kapotwaaien in het dubbel gereefde grootzeil. Om meer schade te voorkomen sjor ik het zeil naar beneden en zet de werkfok. Het hoost en het buiswater vliegt horizontaal over dek.
Ik ben moe van de zenuwen en dit is geen goed begin van de tocht. “Fuck, die kut Faeröer, we gaan terug,” schreeuw ik boven de wind uit naar Kirsten. Ze weigert. Ik loop nu alweer twee jaar te zeuren over de eilanden. Vier leuvers en een natte onderbroek zijn niet voldoende redenen om nu rechtsomkeert te maken. Twee uur later is het grootzeil gerepareerd, maar de wind weg. De altijd winderige oceaan is tot bedaren gekomen. De resterende 24 uur motoren we bijna onafgebroken door een verlaten wereld. Ik had mij het zeilen naar de Faeröer heel anders voorgesteld.
Verstopt eiland
Laat in de avond van de tweede dag lopen we het zuidelijkste eiland Suðeroy aan. Ondanks dat we op tien mijl afstand zitten, zien we nog niets. Met opmerkingen als: “We zijn gewoon nog ver weg” en “500 meter is toch niet zo hoog?” stellen we onszelf gerust. Plotsklaps zie ik boven de wolken de silhouetten van bergtoppen. Dus toch! De groengele vlekken op het oplichtend radarscherm spreken boekdelen. Die vage horizon is niets dan een dikke deken van mist. Als we die mist invaren wordt de wereld klein. Het is meteen 10 graden kouder.
De schemer valt, op de radar varen we het fjord in. Pas wanneer we er middenin varen, wordt het zicht beter en ontwaren we steile kliffen. Net voor middernacht knopen we vast aan het kleine passantensteigertje bij het dorp met de onuitsprekelijke naam Tvøroyri. Eindelijk kan de motor uit. Als ik de volgende ochtend mijn hoofd door het luik steek zie ik pas goed waar we terecht zijn gekomen. We liggen aan het einde van een U-vormig fjord, nietig tussen 500 meter hoge bergen. De groene hellingen steken prachtig af tegen de blauwe hemel.
Jurken en roeien
Na één dag gaan we alweer door. We willen naar de hoofdstad Tórshavn. Dan zijn we net op tijd voor de nationale feestdag Olavsøka, waarmee traditioneel de start van het Faeröerse parlementsjaar wordt gevierd. Het schijnt een hele happening te zijn. Door het mooie weer zit het op zee wederom potdicht van de mist. Tijdens de 35 mijl lange tocht naar Tórshavn zien we slechts vaag de omtrekken van Lítla Dímun en Stóra Dímun. Wederom doet de radar het werk.
In Tórshavn komen we vrienden tegen. Ostara met Peter en Sanne en hun tweejarige dochter Bente is er ook. Peter is solo en non-stop met de boot vanaf Vlieland gaan zeilen naar de Faeröer. Samen bekijken we de traditionele optocht. Iedereen is in klederdracht. De heren met muts en maillot, de dames in lange met zilver afgezette jurken. Iedereen heeft jonge kinderen. In ons zeilerskloffie vallen we een beetje uit de toon. ’s Middags zijn er in de buitenhaven roeiwedstrijden in traditionele open boten. Het is prachtig weer. We pompen de rubberboot op en liggen daarmee op de eerste rij tussen de juichende supporters.
Groene eilanden
In de daaropvolgende dagen verkennen we vanuit de Tórshavn de eilandengroep. Een huurauto valt, met prijzen vanaf 120 euro per dag, niet in het budget. Daarentegen maken we gebruik van de bus en liften we veel. Het is een leuke manier om in contact te komen met de bevolking. Regen, wind en kou. Dat is wat we verwachtten, dat is waar we ons op voorbereid hadden. We krijgen echter prachtig weer. Ik zweet me te pletter in mijn trui en lange broek, Kirsten loopt zelfs een dag in haar zomerjurk. Het voelt als een cadeautje. Toch merk je dat je noordelijk zit. Het zeewater is koud. Dat heeft grote invloed op de temperatuur in de boot. ’s Avonds staat meestal de kachel aan.
Dertig uur later spoelen we met tien knopen tussen het eiland Unst en Yell door en omgeven door dolfijnen varen we het laatste stuk naar Lerwick
Het landschap is ronduit schitterend. Boomloos. Hoog. Steil. Pittoreske dorpjes met kleurige huizen. En altijd in verbinding met die eeuwige oceaan. Een steenrijk land ook. Het ruimhartige socialistische systeem zorgt dat de visopbrengsten, die afhankelijk van de visstanden streng gereguleerd worden, aan ieder toekomen. De huizen ogen rijk, de auto’s zijn nieuw en de infrastructuur is ontzettend uitgebreid. Met behulp van tunnels is werkelijk ieder minuscuul dorpje bereikbaar. Het lijkt wel dat hoe hoger je komt, hoe indrukwekkender het landschap wordt: waar de Orkneys lage en glooiende heuvels hebben, zijn de kliffen op de Shetlands alweer een stuk hoger en ruiger. De Faeröer gaan daar weer een stap verder in.
Een gouden kans
Het nadeel van varen is dat je weer terug moet. Elke avond zit ik daarom uitgebreid naar weerkaarten en gribfiles te kijken. We krijgen een gouden kans: 48 uur lang met lichte noordoostenwind, ruimend naar oost. Geen depressies, geen fronten, niets. Zodoende vertrekken we na tien intensieve dagen ’s avonds laat uit Tórshavn. We houden het eiland Nólsoy ten zuiden en varen koers zuidoost richting de Shetlands. Zoals voorspeld komt rond middernacht de verwachte wind en met een knik in de schoot lopen we met 5,5 knoop de goede kant op. De volgende dag is het schitterend weer. Het is zeezeilen uit de boekjes. Windvaan Gerrit stuurt. De wereld is leeg. Dertig uur later spoelen we met tien knopen tussen het eiland Unst en Yell door en omgeven door dolfijnen varen we het laatste stuk naar Lerwick. Terug op de Noordzee. Het voelt als thuiskomen.
Scharellen rond de Orkneys
‘Een windhol’, dat is mijn beschrijving van het stuk water dat je over moet van de Orkneys naar de Shetlands. In mijn ervaring waait hier altijd. Nu weer. Met noord hard en met stroom mee leggen we de 90 mijl van Lerwick naar Pierowall op Westray in een dagtocht af. In het piepkleine haventje liggen we drie dagen verwaaid. We spreken de jonge havenmeester Jacob. Enkele jaren geleden is hij vanuit Engeland naar Westray gekomen. “Hier is het lekker rustig.” Hij werkt in de krabverwerking. Alle vangst gaat naar China. Het gaat echter niet goed. Te veel schepen en steeds minder krabben.
“Volgens mij heb ik echt iets!” mompelt Kirsten verbaast. We liggen aan een mooring in de Eday Sound. Het zit er vol leven. Jan van Genten zijn continu aan het vissen, we hebben al een school dolfijnen gezien en ook een zeehond steekt geregeld zijn kop boven water. ‘Hier moet vissen toch lukken,’ denk ik hardop als ik de hengel weer eens opdiep. Geregeld waag ik op een ankerplaats een poging, maar iets vangen doe ik nooit. Ook nu sta ik mijn best te doen. Als ik na een uur mopperend de hengel aan Kirsten geef heeft zij in vijf minuten beet. Het leven is niet eerlijk. Een mooi visje komt omhoog. Een kwartier later ligt hij in de pan.
Naar huis
De volgende ochtend roeien we in onze bejaarde bijboot naar de wal. We trekken de boot op de steiger bij het ‘Carrick House’. Over de geschiedenis van dit huis hadden we gelezen in het prachtige boek ‘The Scottish Islands’. Als we na een wandeling terugkomen ontmoeten we de eigenaar. Middelbare leeftijd. Groene kaplaarzen. Hoed. Stereotype landlord. Net Hugh Bonneville uit Downton Abbey. Heel beleefd en in voor een praatje. “The house has been in my family for more then 200 years.” Hij laat ons het optrek zien. Het gras is perfect gemaaid. Er staat een Land Rover voor de deur. The Union Jack waait fier. Via het eiland Rousay varen we uiteindelijk door naar Kirkwall. De vakantie begint op zijn eind te lopen. We willen naar huis. Als er na een paar dagen een geschikte wind is, vertrekken we ’s avonds voor de tocht terug naar het zuiden.
Het noorden blijft trekken. IJsland klinkt gaaf. De Lofoten schijnen ook prachtig te zijn. Wij zijn in ieder geval nog niet uitgezeild.
Met je vader op de Noordzee
“Stern, Stern hier de A2B Spirit” komt er krakend over kanaal 16. We zijn een paar uur geleden vertrokken uit Blyth voor de terugtocht naar Vlieland. Het is grijs weer. Zelfs door de marifoon herken ik de stem van mijn vader. Hij vaart aan boord van een containerfeeder tussen Rotterdam en Blyth. Onze routes kruizen toevallig. Ze draaien bij. Even later schuift er 100 meter staal op een scheepslengte afstand achter ons langs. De scheepshoorn klinkt. Vanaf de brugvleugel wordt er door een heel bekend gestalte uitbundig teruggezwaaid.
De wind trekt aan en het wordt een stevige dag varen. Pas ’s avonds neemt de wind af en kunnen de reven eruit. Vol tuig varen we vlot een prachtige laatste nacht in. Onder een miljoen heldere sterren varen we ten noorden van het gigantische in aanbouw zijnde Hornsea Project One windpark. De Noordzee is toch echt een werk-zee; een plek met heel veel plannen en waar het ieder jaar weer iets drukker wordt. Veel zeilers klagen over het toenemende gebrek aan ruimte. Persoonlijk ben ik vooral geïmponeerd door de schaalgrootte. Wat een menselijk vernuft. Na een tocht van twee dagen komen we midden in de nacht aan op Vlieland. De volgende ochtend varen we terug naar thuishaven Lemmer. Het Wad voelt klein aan. Het IJsselmeer is een plasje. Met varen heb je de wereld binnen handbereik, terwijl je ook een goed beeld van de grote van de aarde krijgt. Het noorden blijft trekken. IJsland klinkt gaaf. De Lofoten schijnen ook prachtig te zijn. Wij zijn in ieder geval nog niet uitgezeild.
De avonturen die Lars en Kirsten beleven met Stern zijn te volgen op Instagram: @Sailing_Stern
Victoire-club
Dit reisverhaal waarin Lars en Kirsten zeilen naar de Faeröer, verscheen kortgeleden in het clubblad van de Victoire-club. De club is zo’n 300 zeilers groot en voor 30 euro per jaar biedt het leuke evenementen, kennisuitwisseling en vier keer per jaar het clubblad. Op het web is de club te vinden via www.victoireclub.nl.
Beeld: Lars Bosma en Kirsten Schoen
Lees meer zoals dit:
Vond je dit mooi? Deel dit verhaal dan met je vrienden:
3 reacties
Laat een reactie achter
Schrijf je in op de nieuwsbrief
Uitgelicht:
Nieuw in Toerzeilen:
3 reacties
-
Leuke verhalen
Vaar zelf in de winter in de caribean
Nu in carantaine op B. eiland guanaja
Honduras
Steeds Veel wind al. Weken in carantaine
Hoop nog voor hurrycain seizoen in guatemala Rio Dulche terecht te kunnenGr. Wil en diana
Ps. Heb net een nieuwe garmin inreach
Mini gekocht voor al over the world
Weer berichten te ontvangen
via GPS systeem
abonnement
20 € in de mnd opzegbaar per mnd
En zonder kosten weer operationeel
Te maken -
We een leuk stuk om de lezen. Goed geschreven, erg inspirerend. Ik hoop dat jullie nog veel mooie tochten zullen maken en daar verslag van willen doen.
-
Bedankt voor de reacties! Het is een mooie reis geweest.
-
Leuke verhalen
Vaar zelf in de winter in de caribean
Nu in carantaine op B. eiland guanaja
Honduras
Steeds Veel wind al. Weken in carantaine
Hoop nog voor hurrycain seizoen in guatemala Rio Dulche terecht te kunnen
Gr. Wil en diana
Ps. Heb net een nieuwe garmin inreach
Mini gekocht voor al over the world
Weer berichten te ontvangen
via GPS systeem
abonnement
20 € in de mnd opzegbaar per mnd
En zonder kosten weer operationeel
Te maken
We een leuk stuk om de lezen. Goed geschreven, erg inspirerend. Ik hoop dat jullie nog veel mooie tochten zullen maken en daar verslag van willen doen.
Bedankt voor de reacties! Het is een mooie reis geweest.