Vikingroute Etappe 5: Shetlands, Orkneys, Edingburgh, Den Oever
Door Redactie | 30 december 2023
Advertentie
Met ons vertrek op vrijdagochtend begint voor Ton de laatste etappe terug naar huis. Hans en Paul L. komen vrijdag aan boord en Walter volgt zaterdag. Ook stond zaterdag de sail out van de Tall Ships op het programma. Door potdichte mist ging dat spektakel helaas niet door. Later op de dag trok de mist op en kon men onder luid getoeter alsnog vertrekken.
Tekst: Paul Hanraets
Lees de eerdere delen van de Vikingroute:
- Vikingroute etappe 1: Inverness, Oban & Stornoway
- Vikingroute etappe 2: Stornoway, Faeroër Eilanden, Reykjavik
- Vikingroute etappe 3: Rondje IJsland
- Vikingroute etappe 4: Reykjavik, Vestmannæyar, Faeröer, Shetlands
De start van etappe 5 van de Vikingroute
Voor Equinoxe staat Aith Voe als eerste bestemming op de agenda om daarna door te varen naar Sumburgh, het zuidelijkste punt van de Shetlands waar ook het vliegveld ligt. Bij Sumburgh was het plan om de jachthaven in te varen, maar voor de haven lag onderwater een barrière. Wanneer de dieptemeter terugloopt naar 1,30 meter en onderwater de rotsen duidelijk zichtbaar worden, motiveert dat niet om verder te varen. Plan B was de steiger van de ferry die er op dat moment toch niet was. De volgende dag voor aankomst van de ferry uit Fair Isle vertrekken we die kant op, een mooie tocht van slechts 25 mijl.
Fair Isle staat bekend als broedplaats van Jan van Genten. Na aankomst en het aanmeren aan een bouwvallige steiger, zonder voorzieningen, maken we een stevige wandeling over het eiland. Helaas zien we hierbij geen Jan van Gent. Wel worden we uitgenodigd voor een muzikaal optreden.
Op naar de Orkneys
De Orkneys liggen anderhalve dag varen verder. Na een voorspoedige tocht met 20 knopen wind zet de stroming Equinoxe op koers naar het eiland Stronsay. Ook daar liggen we niet bepaald prettig aan een rotte vissersboot met 30 knopen wind op de kop. De volgende dag zeilen we verder naar Kirkwall. Het kan daar aardig stromen. Dat merken we als de kaartplotter een koers van 160 graden aangeeft en het kompas 340 graden. Dat betekent dus dat we achteruit gaan.
Met de motor op vol vermogen bereiken we na enkele uren ploeteren Kirkwall. Eindelijk weer een normale jachthaven met fatsoenlijke voorzieningen, een pub en een goed restaurant. Ook de noordelijkste kathedraal van het Verenigd Koninkrijk is de moeite van een bezoek waard.
Van daaruit gaan we door naar Wick. Er staat geen wind, dus we doen dit stuk alles op de motor. Er hangt storm in de lucht. In winderig weer bekijken we de omgeving, maar helaas ademt alles de sfeer van vergane glorie. Dan door naar Peterhead. De haven hier is goed aan te lopen en ook de voorzieningen zijn prima. Vanwege de jarige Walter gaan we uit eten. Er is een beperkte restaurantkeuze tussen Fish and Chips of een Indiaas restaurant. We kiezen voor het laatste en eten hier uitstekend.
Wind helpt niet mee deze etappe
Edinburgh is het volgende reisdoel, maar op de motor vol tegen de wind in hebben we er bij Aberdeen genoeg van. Hier is geen jachthaven, maar alleen een industriehaven met bijbehorende tarieven. Dat komt neer op 40 pond havengeld en een beveiligd gebied waar we officieel niet uit kunnen. Toch is het gelukt om een onofficieel biertje met pizza in de lokale pub te nemen. Wanneer ’s avonds de wind inzakt besluiten we door te varen naar Edinburgh. De havendienst laat de industriële beroepsvaart wachten tot het zeiljacht Equinoxe veilig de haven heeft verlaten. Toch nog een waardig afscheid van Aberdeen.
Granton, de jachthaven van Edinburgh, hebben we met veel tegenwind op de motor bereikt. Hier vinden we geen walstroom. Normaal is dat geen probleem, maar ’s nachts blijkt de accu leeg te zijn. Zondag overdag gaan we op zoek naar de oorzaak. Het blijkt een defecte dynamo te zijn. Een reparatie hieraan is mogelijk in het 40 mijl verderop gelegen Eyemouth. We slaan het historische centrum van Edinburgh over en vertrekken. De motor start gelukkig nog! De aanloop bij Eyemouth is bijzonder spannend bij nacht, zonder maan en met 25 knopen wind. De geleidelichten wijzen ons de weg terwijl Walter uitkijkt houdt.
Speurtocht naar een dynamo
De dynamo blijkt niet repareren en een nieuwe dynamo is hier niet te krijgen. Wel hebben we de accu’s aan de walstroom gevuld. De rest van de zeiltocht gaan we nu plannen van walstroom naar walstroom met intussen een speurtocht naar een nieuwe dynamo.
De volgende ochtend om 4.00 uur is het vertrek net zo spannend als de aankomst in de nacht. Zonder havendienst moeten we in het pikkedonker goed uitkijken voor ander verkeer. Er is niemand te zien, tot er bij het verlaten van de haveningang een visser zonder AIS op zo’n 200 meter afstand opduikt.
We varen nu voor de wind zuidwaarts, tot de wind na 11.00 uur weer wegvalt en we op de motor verder moeten. Onderweg doen we een aantal telefonische pogingen om een dynamo te vinden. Zonder succes. We besluiten naar Hartlepool te varen. Via een authentieke sluis komen we in een goed uitgeruste jachthaven waar, zo blijkt, al jaren een dynamo op Equinoxe ligt te wachten. Wel moeten we hem zelf nog monteren. Vreugde alom, de accu’s laten weer op!
Hierna is het tijd voor de laatste 240 mijl naar thuishaven Den Over. De wind zou van zuidoost naar noord toe draaien, maar hij blijft in de zuidoost hoek hangen. Dat betekent dat we toch een flink stuk op de motor pal tegen de wind in moeten varen. Op het einde van de tocht draait de wind alsnog naar zuidwest en kunnen we nog een stuk zeilen. Met de wind en vloedstroom (springtij) mee halen we op het laatste stukje nog een snelheid van 8 knopen over de grond.
Na ongeveer drie en een halve maand meert Equinoxe weer aan in haar thuishaven Den Oever en zit de reis voor Ton en alle mede opvarenden erop.