Heerlijke sfeer, overal muziek en mooie bevolking: Jamaica is een aanrader voor zeilers
Door Redactie | 07 augustus 2024
Advertentie
Dianne en Robert van SV Zeerob zijn onlangs aangemeerd in Jamaica én Cuba. Twee bijzondere zeilbestemmingen. Robert schrijft over hun avonturen aan land en geeft direct tips aan zeilers die ook van plan zijn zeilbestemming Jamaica en Cuba aan te doen.
Tekst en foto’s: Robert van der Plas
Comfortabel inklaren in Jamaica
Vanuit Panama, Shelter Bay Marina, zeilen we met een stevige aan de windse wapper de 650 mijl naar Jamaica. We varen zo hoog mogelijk richting de oostpunt van Jamaica, dan kunnen we eventueel naar Port Antonio. Maar met vier dagen flinke dwarsstroom verlijeren we zodanig dat we precies bij de westpunt van Jamaica aankomen.
In de haven van Montego Bay kunnen we inklaren. Je kunt kiezen uit een ankerplek of een mooring voor je je aanmeldt in het havenkantoor. Wij kiezen een mooring. In het havenkantoor worden we door de manager aan een tafeltje in het restaurant gezet waar de volgende drie uur allerlei instanties aanschuiven om ons ‘in te klaren’. Wij laten dit allemaal gebeuren onder het genot van een punch.
Maar na een half uur komt een Jamaicaan rennend op ons af, Zeerob is op drift. Blijkbaar had onze mooring een rotte lijn waardoor de boot tussen alle boten naar de haven drijft. De Jamaicaan zet mij snel aan boord van Zeerob en samen pikken we een andere mooring, en zetten voor de zekerheid ook het anker. We geven de mannen een biertje – we betalen hier 28 dollar voor vier blikjes bier – waarna het leven weer gewoon doorgaat. We zijn ineens echt in een ander land terecht gekomen.
Door dit voorval wordt er wel direct een ligplaats vrijgemaakt en liggen we aan de steiger met voorankers en een mooring. De jachthaven van Montego Bay kent maar drie gastenligplaatsen, heel relaxed dus dat we nu liggen. Vanuit de kuip kijken we uit op de cruiseschepen die hier vrijwel dagelijks komen.
Cultuurshock
De oude stad Montego Bay is een ware cultuurshock voor ons. Het is vol, druk en er zijn alleen maar lokale Jamaicanen. Na vier dagen op zee is dit een heftige kennismaking met Jamaica. We verkennen de omgeving op de fiets en langzaam beginnen we ons er thuis te voelen. Misschien ook doordat de haven in een ‘resort gebied’ ligt en het hierdoor niet Jamaicaans aanvoelt. Het is hier luxe en de wegen en parken zijn hier goed onderhouden. De fietsjes komen goed van pas, het is erg druk en iedereen laat zich met taxibusjes vervoeren. We komen weinig andere fietsers tegen en maken dankbaar gebruik van de trottoirs.
Bij een windgat gooien we los om koers te zetten naar Port Antonio, zo’n 100 mijl varen. Hier hebben we een ligplaats voor ongeveer vier weken gereserveerd in Errol Flyn Marina.We gaan namelijk even naar huis. Het vertrek uit Montego Bay verloop hectisch, onze ankerlijn kwam terecht om de kiel van de buurman. Dit gebeurt nadat de dockmaster, een luie vent, ons losgooit met een ‘tot ziens’. Hij loopt weg, maar de lijnen raken op dat moment verstrikt.
Gelukkig zien een aantal Jamaicaanse jongens onze boot in nood en komen om ons te helpen. Zij duiken het water in en kijken hoe de lijn zit. Ik draai intussen rondjes met de boegschroef terwijl Dianne samen met onze Letse buurman Miks aan de lijn trekt. Dankzij de hulp van de mannen komen we los en kunnen we vertrekken. Dit noemen we nu echt behulpzaam gedrag, we geven ze daarom ook een mooie fooi.
Een verademing
Port Antonio is een verademing. Het is een leuk stadje in een prachtige omgeving. Met Zeerob liggen we op slechts 200 meter van het stadje. Het is ver van het echte toerisme af, en ook vanaf Kingston is het nog zo’n 2 uur rijden. Soms komt er een vlaag met een wietgeur over de boot, dan weet je weer: we zijn in Jamaica. Na een aantal dagen beginnen we ons vaste gast in het stadje te voelen en kent al menig verkoper van groente & fruit ons. Maar we worden ook herkend door ons regelmatige hardlopen waarbij Dianne voorop loopt. Dat geeft natuurlijk reacties hier, zo wordt ze angesproken met sweaty, princess en beauty. Bij mij lachen ze er vervolgens om dat mijn vrouw er vandoor is, leuke humor hier.
In de stad is veel vervallen, er is minder toerisme vergeleken met andere delen van Jamaica, maar ook de criminaliteit is hier laag. We merken dat een groot deel van de bevolking bestaat uit Rastafari; dreadlocks, zeer mager en stonde inwoners zien wij overal. Er zijn veel mogelijkheden voor excursies in de stad, hierbij maken wij ook mee dat iedere attractie een ‘zwart circuit’ heeft. Wij tuinen hier vol in, maar we vinden het ook niet zo erg. De ervaring van een stroomversnelling oplopen door het water was een heuse belevenis (Reach Falls).
De haven van Port Antonio is goed uitgerust en beveiligd met luxe sanitaire faciliteiten. We gaan er vaak op uit vanuit de haven. Zo bezoeken we met onze gids George, die ook politieman is, de Blue Mountains en gaan een avondje stappen tussen de locals. Het bezoek aan de Blue Mountains is een hoogtepunt, wat een geweldige natuur. En de tocht zelf is ook uitdagend, men rijdt hard hier in Jamaica, ze negeren doorgetrokken strepen en toeteren bij iedere bocht. En dat terwijl we voetgangers, gaten in de weg en ‘fout’ geparkeerde auto’s op de weg moeten ontwijken. Andere hoogtepunten deze tocht zijn de authentieke koffiebranderij waar de Blue Mountains koffie wordt gebrand, het Bob Marley museum en de vlottentocht over de Rio Grande.
Conclusie over zeilbestemming Jamaica
Vanuit Montego Bay vliegen we naar huis. We rijden naar het vliegveld met een huurauto en worden op de terugweg opgehaald door George. Binnen een uur na terugkomst zitten we alweer aan onze geliefde ‘Jerk Chicken’. Conclusie: Jamaica is echt een aanrader voor zeilers, de heerlijke sfeer, overal muziek, mooie bevolking, zeker met de 15% Rasta’s en natuurlijk de natuur en havens. Enige nadeel, de geur van wiet ruik je overal!
Volgende keer lees je verder in het avontuur van Dianne en Robert, dan reizen ze door naar Cuba. Een goede 100 mijl varen vanaf Port Antonio in Jamaica.